Nr. 10 Soest, 21 oktober 1976
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 21 oktober 1976 te 19.30
uur.
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, W.A. Blaauw,
J.J. van den Brakel, J.J. Ebbers, mevrouw J.W.D.P, van Gel-
der-Cornelissen, H.J. Goote, J.W. Hilhorst, D. Hoekstra,
mevrouw E. Korthuis-Elion, P.C. Lange, R,A, van Logten-
stein, J.L. Menne, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-
Entink, J.R. van Poppelen, mevrouw M.F. van Stiphout-
Croonenberg, P.L.J.M. Storimans, C. Verheus en J. Visser.
Afwezig met kennisgeving zijn de leden: mevrouw G.G.A.
Alting-Ambrosius, M.A. van Ee, mevrouw J. Greefhorst-
Van Overdam, G.A.W.G.A. Plomp, G. Stam en K. de Wilde.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats.
Vervolgens deelt zij mede dat bericht van verhindering is
ingekomen van mevrouw Alting-, mevrouw Greefhorst en de
heren Van Ee, Plomp, Stam en De Wilde.
190 Notulen van de raadsvergadering van 16 september
1976.
Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
De VOORZITTER: Ik heb u, dames en heren, in de
vorige vergadering toegezegd dat ik u zou inlichten als
ik meer zou weten over de waterverontreiniging in de
putten te Soestduinen. Welnu, ik kan u vanavond me
dedelen dat de officier van justitie geen mogelijkheid
ziet om tot een strafvervolging over te gaan, Het gaat
hier om overtredingen die gepleegd zijn in de jaren
1965 tot en met 1968.
Door de officier van justitie ben ik gemachtigd om
de naam van het betrokken bedrijf te noemen; het
gaat om het bedrijf Index dat vanaf 1948 tot 1968
aan de Van Weerden Poelmanweg gevestigd is ge
weest. Dit bedrijf heeft in 1948 een hinderwetvergun
ning gekregen en in 1965 volgde een nieuwe hinder
wetvergunning die nodig was omdat men toen ging
werken met propaangas. In die hinderwetvergunning
was echter niet begrepen het hebben van een bad met
300 liter tri, dat er desondanks heeft gestaan van 1965
tot en met 1968. Dit bad is in die tijd eens in de drie
weken schoongemaakt, maar de bezinking van het bad
is niet afgevoerd, zoals gebeurd had moeten zijn, doch
is in het bos in de nabijheid geloosd.
Er is hier dan ook sprake van een overtreding van de
lozingsverordening en nog andere bepalingen, maar
deze overtredingen zijn nu verjaard. Het is bijzonder
te betreuren dat er zoveel liters tri de grond ingegaan
zijn, waardoor het Waterleidingbedrijf Midden-Neder
land op dit ogenblik allerlei boringen moet verrichten
teneinde na te gaan hoe ver de verontreiniging de bo
dem is ingedrongen, hoe ver de verontreiniging nog zal
doordringen in de komende jaren en welke maatrege
len er eventueel genomen zouden kunnen worden,
wellicht uitgraven van grond of iets dergelijks
Het ziet er in ieder geval naar uit dat de putten in
Soestduinen nog lange tijd gesloten zullen moeten
blijven.
191 Ingekomen stukken.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Waarom
staat de ontwerp-structuurschets van het Samenwer
kingsorgaan Eemland niet op de lijst van ingekomen
stukken, zoals is toegezegd?
De VOORZITTER: Neen, er is niets toegezegd; dat
moet goed in het oog worden gehouden. De concept
structuurschets Eemland is behandeld in de commis
sie voor ruimtelijke ordeninp en het is inderdaad ge
bruikelijk dat een dergelijk Jtuk dan in de raadsverga
dering die volgt op de commissievergadering, aan de
orde wordt gesteld, hoewel het ook wel voorkomt dat
dit niet gebeurt. Nu is er een bepaalde reden waarom
dit stuk niet op de lijst van ingekomen stukken is ge
plaatst en het was mijn voornemen om dit volgende
week in de commissie voor ruimtelijke ordening me
de te delen; de heer Visser heeft er nu echter naar ge
vraagd en daarom zal ik er thans op ingaan.
In de laatste vergadering van het dagelijks bestuur van
het Samenwerkingsorgaan Eemland is door de ge
meente Amersfoort medegedeeld dat op verzoek van
de minister van ruimtelijke ordening en volkshuisves
ting een gesprek zal plaats vinden tussen de minister,
gedeputeerde staten van Utrecht en het gemeentebe
stuur van Amersfoort, teneinde de taak van Amers
foort in verband met de verstedelijkingsnota nader te
bezien. Het dagelijks bestuur van het samenwerkings
verband had oorspronkelijk aan de aangesloten ge
meenten gevraagd hun opmerkingen over de ontwerp-
structuurschets Eemland vóór 1 oktober 1976 aan het
dagelijks bestuur te zenden; deze datum was nader
hand al verschoven naar 1 november 1976. Gezien
echter het komende gesprek heeft het dagelijks be
stuur besloten, een brief te zenden aan de aangesloten
gemeenten met de mededeling dat de datum opnieuw
wordt verschoven, nu tot 1 februari a.s.; deze brief is
vandaag bij de gemeente Soest binnengekomen. Gezien
het feit dat er bij het gesprek over de verstedelijkings
nota nog nieuwe zaken naar voren kunnen komen die
van belang zijn voor het streekplan Utrecht-Oost - wat
dit plan betreft, sleutelt men thans aan een zevende
alternatief - lijkt het ons niet nuttig om ons thans al
te gaan uitspreken over de ontwerp-structuurschets
voor Eemland en met het oog hierop is dit punt ook
niet op de lijst van ingekomen stukken vermeld
De heer VISSER: Maar komt dit stuk nog wel eens
op de agenda, of gaat het nu helemaal de ijskast in,
zodat het voor niets is gemaakt?
De VOORZITTER: Ik ga hierover op dit ogenblik
niet discussiëren. Ik heb uitgelegd waarom dit stuk
vandaag niet op de agenda staat en wat er verder met
de structuurschets Eemland gebeurt, weet ik ook
niet; dat zullen wij wel zien.
a. Voorstel tot het voor kennisgeving aannemen van
het besluit van gedeputeerde staten van Utrecht inza
ke wijziging van hun eerdere beslissing over het be
stemmingsplan Landelijk Gebied.
Besloten wordt overeenkomstig dit voorstel.
b. Voorstel tot het voor kennisgeving aannemen van
controlerapporten van het Centraal Bureau voor Veri
ficatie en Financiële Adviezen, accountantskantoor
van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! De
opmerking in de brief van 12 meijl., nl. dat het ver
schil van f, 1 133,06 is geanalyseerd en gecorrigeerd,
vind ik wel bijzónder laconiek. Daarvoor hebben wij
185