houden. Alleen was er tot nu toe geen aanleiding om
de betrokkenen bij elkaar te roepen, gezien het lange
uitblijven van de verklaring van de arbeidsinspectie.
Wat de firma Almere betreft, kan ik zeggen dat deze
firma inderdaad door ons is aangeschreven om te ver
dwijnen. Deze firma zat toen echter met grote moeilijk
heden en het college heeft toen, teneinde de zaak niet
op de spits te drijven en mensen niet nodeloos werk
loos te maken, aan Almere een halfjaar uitstel gege
ven. Almere is toen overal gaan zoeken, maar er is
kennelijk nog geen oplossing gevonden. Op 1 novem
ber a.s. dient Almere nu echter verdwenen te zijn.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! In
het algemeen ben ik nog niet zo tevreden gesteld. Ik
blijf erbij dat wij met de nu voorgestelde antwoord
brief niet akkoord kunnen gaan. Wij stellen voor, dit
punt dan maar aan te houden tot de volgende vergade
ring, opdat duidelijk op schrift kan worden gesteld
hoe de situatie is. Dan zijn wij ook weer een maand
verder en kan er meer verteld worden. Trouwens, drie
jaar geleden zijn er allerlei beloften gedaan en daar
komt de milieugroep nu op terug
Wethouder HOEKSTRA: Welke beloften zijn dat dan
geweest? Mij is dat onbekend.
De heer VAN POPPELEN: De commissie voor open
bare werken is indertijd naar aanleiding van dezelfde
bezwaren die nu weer door de milieugroep - toen was
het overigens nog geen milieugroep, maar alleen een
aantal burgers uit 't Hart - ter plaatse gaan kijken, met
name bij twee fabrieken. De ene fabriek heeft zich
correct gehouden aan de toen gedane beloften, maar
bij de andere fabriek is dat niet het geval geweest, het
geen ook blijkt uit het verslag van de hoorzitting op
26 mei jl. Waarom kan dat dan nu kennelijk ineens
wél? Ik ben overigens wel blij met de mededeling van
wethouder Hoekstra dat er nu aan gewerkt wordt bij
het bewuste bedrijf en met het oog hierop is het ook
goed om deze zaak nog eens een maand aan te hou
den. Ikzelf ben niet zo optimistisch.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik ben
nog niet gerustgesteld. Ik zal graag zien dat de brief
van de milieugroep puntsgewijs schriftelijk wordt be
antwoord, zoals dat ook met andere brieven aan de
raad gebeurt en dat daarin zwart op wit de zaken wor
den vermeld die de wethouder nu mondeling heeft
genoemd. Ik sluit mij dan ook aan bij het voorstel van
de heer Van Poppelen om deze zaak een maand aan
te houden; dan kan er een uitvoerig concept-antwoord
worden opgesteld. Het concept-antwoord dat nu is
opgesteld, kan eenvoudig niet; geen enkel raadslid is
trouwens bij de hoorzitting aanwezig geweest en dan
kunnen wij natuurlijk in de antwoord-brief niet ver
wijzen naar een verslag van die hoorzitting, welk ver
slag bovendien nog zeer summier is.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzitter!
Welke maatregelen kan het gemeentebestuur nemen
als Almere per 1 november a.s. niet is verdwenen?
De VOORZITTER: In principe kan het bedrijf dan
gesloten worden door het gemeentebestuur, maar het
bedrijf kan eerst nog in beroep gaan en zolang daarop
nog niet is beslist, kan het gemeentebestuur in de
praktijk nog niet optreden. Overigens menen wij dat
wij langzamerhand wel geduld genoeg hebben gehad
met Almere. Ik weet dat dit bedrijf zijn best heeft ge
daan om elders onderdak te komen, maar men heeft
ook steeds gepoogd om hier te blijven, Er is veel cor
respondentie geweest en er zijn veel mensen van het
bedrijf op bezoek gekomen bij de gemeente, maar wij
hebben steeds ons standpunt gehandhaafd. Toen het
ongeveer een halfjaar geleden erop leek dat Almere
echt een nieuwe plaats zou vinden, hebben wij een half
jaar uitstel verleend. Dat is echter toch weer niet door
gegaan.
In ieder geval willen wij nu een aanschrijving doen uit
gaan tot sluiting van het bedrijf als het binnenkort niet
is verdwenen. Hangende de beroepsprocedure die het
bedrijf kan instellen, kunnen wij dan echter niet tot
sluiting overgaan, tenzij er direct levensgevaar zou zijn.
De heer LANGE: Heeft de gemeente Soest aan dit be
drijf een plaats aangeboden?
De VOORZITTER: Neen, want de gemeente Soest
heeft geen plaats.
De heer LANGE: En hoeveel mensen werken er bij
Almere?
De VOORZITTER: Ongeveer 30, waarvan er vijf
woonachtig zijn in Soest.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Een zeer simpele op
lossing is om de gaskraan naar dit bedrijf te sluiten.
De VOORZITTER: Maar dat mag niet. Als tegen on
ze aanschrijving tot sluiting beroep wordt ingesteld,
mogen wij hangende die beroepsprocedure helemaal
niet optreden en het dichtdraaien van de gaskraan valt
daar uiteraard ook onder.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Ik
heb in eerste termijn verzuimd te antwoorden op de
opmerking van de heer Van Poppelen dat de bedrijven
zich hebben uitgelaten in de trant van „Kom eens bij
ons kijken"; de heer Van Poppelen neemt aan dat de
bedrijven daarmee zoete broodjes willen bakken. Ech
ter, op de hoorzitting is dat toch anders gegaan. Van
de kant van de bedrijven is de verzekering gegeven dat
men geen overlast wil bezorgen aan de omwonenden
en in die context is gevraagd om eens te komen kijken.
Ik weet overigens niet of de milieugroep daar al ge
weest is, maar op zichzelf was zij wel gelukkig met
deze uitnodiging.
Wat de vroeger gedane beloften betreft, wijs ik erop
dat de firma Lindner een geheel nieuwe hinderwetver
gunning heeft aangevraagd. Deze vergunning heeft be
trekking op het bedrijf zoals dat nu reilt en zeilt. Wij
hebben echter bijzonder lang moeten wachten op de
verklaring van de arbeidsinspectie. Ik heb dit ook dui
delijk gezegd op de hoorzitting en heb er de toezeg
ging aan verbonden dat ik er met alle kracht achter
aan zou gaan. Dat is ook gebeurd en de verklaring van
de arbeidsinspectie is nu kort geleden binnen gekomen.
Het voorstel van de C.D.A.-fractie om de zaak aan te
houden tot de volgende raadsvergadering en een
meer uitgebreide antwoord-brief op te stellen - voor
al gezien het feit dat door een of ander misverstand
het verslag van de hoorzitting kennelijk niet in het
bezit van de milieugroep is gekomen - lijkt mij een
goed voorstel. Ik wil daar graag aan voldoen.
De VOORZITTER: Ter aanvulling van mijn antwoord
inzake Almere wijs ik er nog op dat Almere op dit
ogenblik gevestigd is op gemeentegrond. Ook uit
dien hoofde zou er dus wel iets tegen het bedrijf kun
nen worden ondernomen, al zal ook dit niet zo snel
kunnen gaan.
Besloten wordt het stuk aan te houden tot de volgen
de raadsvergadering.
h. Brief van J.Th. de Jager, Rademakerstraat 15 te
188