Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Wet houder Plomp heeft over deze zaak het afgelopen jaar herhaaldelijk besprekingen gevoerd, Ongeveer een jaar geleden ging de voorkeur van het verenigingsbe stuur uit naar velden aan de Jachthuislaan. Dat ging niet door, omdat daar geen mogelijkheden bleken te zijn voor grondaankoop. Vervolgens kwam opnieuw de vraag van het vierde veld aan de orde en daarna is in de commissie voor ruimtelijke ordening de vraag naar voren gekomen of niet op meerdere plaatsen tegelijk onderhandelingen zouden kunnen worden geopend. Dat is toegezegd en zelfs is in de commissie voor finan ciën toegezegd om voortaan maandelijks te rapporteren over de gang van zaken rond onderhandelingen inzake grondaankoop. Hierover is toen ook nog in de agrarische commissie gesproken; de heer Van Poppelen zal zich dat ongetwijfeld herinneren. Met het oog hierop zijn wij thans druk doende - overigens wat kampend met ziek te op de dienst gemeentewerken - met de onderhande lingen en zullen wij hierover ook maandelijks rappor teren in de commissies. Wij willen nu echter zekerheid hebben dat wij in ieder geval de hockeyvereniging kunnen helpen als de onder handelingen weer zouden mislukken. Met het oog hier op hebben wij het krediet van f. 105.000,- gevraagd. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik ben maar ten dele tevreden gesteld door de beantwoor ding. Ik zal overigens niet meer op de schuldvraag in gaan. Ik heb gevraagd om ook eens een begroting te laten maken door een maatschappij die zich speciaal bezig houdt met het aanleggen van sportvelden. Het is best mogelijk dat daaruit blijkt dat voor f. 80.000,- of minder óók een heel goed sportveld kan worden aan gelegd. Wethouder HOEKSTRA: Wij leggen het veld in ieder geval zélf niet aan; wij zullen het aanbesteden, dus als er een bedrag uit de bus komt dat lager ligt dan f. 105.000,—, houden wij vanzelf geld over. De heer VAN POPPELEN: Maar iedere fractie heeft zich verbaasd getoond over de stijging van het bedrag. Het college had dan toch ervoor moeten zorgen dat het een offerte had gevraagd bij de Heidemaatschap pij of de Grontmij; dan hadden wij geweten waar wij aan toe waren. Wethouder HOEKSTRA: Maar dat maakt op zichzelf toch niets uit? De heer VAN POPPELEN: Jawel, want verschillende leden willen wel meegaan met een bedrag van f. 80.000,-, maar hebben grote bezwaren tegen het bedrag van f. 105.000,—. ik begrijp toch niet goed de handelwijze van het college op dit punt; soms vraagt men zich af of er wellicht al vergaande toezeggingen zijn gedaan. Wat die graszoden betreft, wijs ik erop dat die zoden overal kunnen worden verkregen, ook als ze nodig zijn voor voetbal- of hockey velden. Toch voert men steeds weer aan dat dit een moeilijke zaak is. Wethouder HOEKSTRA: Ik zeg helemaal niet dat dit moeilijk is. De heer VAN POPPELEN: Vandaag zijn wij nog geen stap verder wat betreft de mogelijkheid van een nieuw complex. Kennelijk zijn de onderhandelingen ook door ziekte wat vertraagd. Echter, wanneer de ziekte van de desbetreffende ambtenaren nog enige tijd aan houdt, komen wij toch in grote moeilijkheden en met het oog hierop wijs ik erop dat er mensen zijn die di rect voor de gemeente aankopen kunnen verrichten; van de diensten van deze mensen hebben wij ook in het verleden wel gebruik gemaakt. Ik meen dat het college dan maar zo'n oplossing moet kiezen. Ikzelf - ik weet niet of ik namens de gehele fractie kan spreken op dit punt - wil wel meegaan met een bedrag van f. 80.000,-. Wanneer te zijner tijd blijkt dat het niet mogelijk is om voor dit bedrag een goed veld aan te leggen - dat moeten wij dan echter duide lijk uitgelegd krijgen - wil ik wel meegaan om de hoc keyclub te helpen; dat is nl. echt noodzakelijk. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Wat ons betreft is het voor ons niet belangrijk in dit verband of een krediet van f 80.000,- dan wel van f. 105 000,- moet worden verleend. Het gaat hier trouwens alleen om een raming en er zal nog een offerte komen die, naar ik hoop, misschien wel een bedrag van f. 70.000,— zal aangeven. Wel moeten wij nu beslissen over de vraag of er al dan niet een vierde veld aan de Schrikslaan aangelegd moet worden. Wij menen dat dit vierde veld wél moet worden aangelegd, omdat ik niet zie dat wij op korte termijn de mogelijkheden krijgen om elders een compleet complex aan te leg gen. In de commissie voor ruimtelijke ordening hebben wij een lijst gekregen met commentaar van de hockey club op alle mogelijke plaatsen in Soest; er is dus wel degelijk met de hockeyclub gesproken over haar voor keur voor de plaats van een nieuw complex. Ik ben tevreden met de termijn van drie maanden die in het voorstel is genoemd; ik meen dat de hockey club daar langzamerhand recht op heeft. Anderzijds is ook vermeld dat de commissies voer ruimtelijke orde ning en voor financiën nog zullen worden gehoord alvorens over het krediet wordt beschikt. Immers, het is mogelijk dat het college na drie maanden bij voorbeeld kan mededelen dat een week later het koopcontract kan worden getekend voor de aankoop van gronden. Daarom is het ook goed dat de commis sies nog worden gehoord Er wordt daardoor ook he lemaal niet klakkeloos over drie maanden een bedrag van f. 105.000,- op tafel gelegd voor de aanleg van een nieuw vierde veld. De VOORZITTER: Alvorens de heer Goote het woord te verlenen, moet ik nog antwoord geven aan de heer Van Logtenstein die een vergelijking heeft getrokken met agendapunt 28. Ik moet erop wijzen dat er in de ruimtelijke ordening verschil is tussen gebruiksbepa- lingen voor gronden en gebruiksbepalingen voor ge bouwen. In oude bestemmingsplannen komt dit soort gebruiksbepalingen helemaal niet voor, maar artikel 352 van de Bouwverordening geeft juist voor gebou wen een gebruiksbepaling aan als daarvoor geen bepa lingen zijn opgenomen in het desbetreffende bestem mingsplan. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ook ik ben niet helemaal tevreden gesteld door de beant woording. Ik ben blij met hetgeen de heer Lange heeft gezegd aan mijn adres, maar door het college is daar verder met geen woord over gerept. Op zichzelf zijn wij tegen een automatische termijn van drie maanden; veel belangrijker vinden wij het dat de raadscommis sies worden gehoord, alvorens al dan niet over het kre diet wordt beschikt. Een bevestiging op dit punt wen sen wij te krijgen van het college. Toen ik in eerste termijn een opsomming gaf van en kele prijsverschillen, was dat niet zozeer ter lering en vermaak, maar meer omdat ik heb geconstateerd dat 197

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 198