Nr. 11 Soest, 18 november 1976
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 18 november 1976 te 19.30
uur.
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M. Cor-
ver-van Haaften.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A.
Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, J.J. van den Brakel, J J. Eb-
bers, M.A. van Ee, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelis-
sen, H.J. Goote, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam, J.W.
Hilhorst, D Hoekstra, mevrouw E. Korthuis-Elion, P.C. Lan
ge, R.A. van Logtenstein, J.L. Menne, G.H. Oldenboom, me
vrouw P.J. Oranje-Entink, G.A.W.G.A. Plomp, J.R. van Pop-
pelen, G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg,
P.L.J.M. Storimans, C. Verheus, J. Visser en K. de Wilde.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats.
Vervolgens zegt zij:
Ik heet van harte welkom de leerlingen van de zesde klas
van de Bonifaciusschool die vanavond de gemeenteraadszit
ting zullen bijwonen. Wellicht zullen zij over een jaar of
tien de plaatsen innemen van de huidige raadsleden of wet
houders; in ieder geval kunnen zij er vanavond al enige kijk
op krijgen.
221 Notulen van de raadsvergadering van 21 oktober
1976.
Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
222 Ingekomen stukken.
a. Concept-brief van burgemeester en wethouders waar
in wordt medegedeeld dat het college niet zal voorstel
len het vragenhalfuurtje te handhaven.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het is jam
mer dat dit briefje door het college is opgesteld, want
het betekent weer een stapje terug. Wij hadden juist
het recht verworven om wél vragen te stellen en ik
voorspel u dat u nu met de ene interpellatie na de an
dere te maken zult krijgen als wij niet gewoon in een
halfuurtje wat vragen mogen stellen. Ik heb in de
brief een motivering gemist waarom het college niet
zal voorstellen om het vragenhalfuurtje te handhaven,
maar misschien kan ik die motivering nu van u horen.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik vraag
mij af waarom het hier gaat om een conceptbrief.
Heeft de raad misschien de mogelijkheid om in een
brief van het college wijzigingen aan te brengen, nu
het om een concépt-brief gaat? Dan zou ik geneigd
zijn om het tegenovergestelde voor te stellen als het
college nu heeft gedaan.
Ik wil nu niet verder op de zaak ingaan, want ik ben
van plan om hierop terug te komen in het kader van
de begrotingsbehandeling. Ik hoop een deel van mijn
algemene beschouwingen te wijden aan het functione
ren van deze gemeenteraad en zal daarbij ook de ver
houding tussen raad en burgemeester en wethouders
aan de orde stellen, waarbij eveneens de kwestie van
het vragenhalfuurtje aan de orde zal komen.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Onze fractie is tegen het definitief instellen van
het vragenhalfuurtje, omdat er al verschillende me
thoden zijn - interpellaties, schriftelijke vragen, vra
gen vreemd aan de orde van de dag - om gewenste
inlichtingen in het openbaar te verkrijgen. Het vragen
halfuurtje kan daaraan naar onze mening niet veel
toevoegen en wij zijn het dan ook eens met de mede
deling van burgemeester en wethouders.
Ik maak hierbij wel de kanttekening dat velen in onze
fractie wel eens zinspelen op de mogelijkheid om een
proef te nemen met een methode die in vele andere
gemeenten al definitief is ingevoerd, nl. om na afhan
deling van de agenda gedurende korte tijd de moge
lijkheid open te stellen om vragen te stellen, dus fris
van de lever en niet te voren opgesteld, zoals bij het
vragenhalfuurtje, waarbij het overigens best kan voor
komen dat die vragen niet onmiddellijk kunnen wor
den beantwoord door het college.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
In 1975 heeft men het vragenhalfuurtje als proef in
gevoerd. Toen de proeftijd was verlopen, is het senio
renconvent hierover bijeen gekomen en daar bleek
dat vertegenwoordigers van twee fracties, nl. van de
V.V.D. en het C.D.A., het vragenhalfuurtje niet zo za
gen zitten, omdat er andere mogelijkheden zijn, nl.
de interpellatie op grond van artikel 27 van het regle
ment van orde en het stellen van schriftelijke vragen
op grond van artikel 28 van het reglement. De verte
genwoordigers van de fracties van de P. v.d. A. en Pro
gressief Soest waren een andere mening toegedaan. De
fractievoorzitters hebben de zaak toen in de fracties
besproken en in een latere vergadering van het senio
renconvent is opnieuw door de fractievoorzitters van
de V.V.D. en het C.D.A. gesteld dat het weinig zin
vol was om door te gaan met het vragenhalfuurtje.
Daarbij werd nog als extra argument aangevoerd dat
thans bijna alle commissievergaderingen openbaar zijn.
Wij menen nl. dat bepaalde zaken die worden aange
sneden, beter éérst doorgesproken kunnen worden in
een commissievergadering en daarna pas in de raad
aan de orde komen. Dan kan er meer efficiënt wor
den vergaderd.
Wanneer nu gezegd wordt dat er bij afschaffing van
het vragenhalfuurtje veel interpellaties zullen worden
aangevraagd, menen wij dat wij iedere keer afzonder
lijk zullen moeten beoordelen of het belangrijk is dat
een aangevraagde interpellatie nog dezelfde avond
wordt gehouden óf dat het beter is om de interpella
tie maar aan te houden, opdat er eerst nog fractie-
overleg kan plaats vinden.
Ik meen wel dat wij in de raad met elkaar moeten
proberen - ik haak daarbij in op woorden van de heer
De Wilde tijdens het afdelingsonderzoek - om zo effi
ciënt mogelijk te vergaderen. Er wordt al enorm veel
vergaderd en dan moeten wij trachten om die vergade
ringen zo zakelijk mogelijk te houden.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik kan de heer
De Wilde geen antwoord geven op de vraag waarom
op de lijst van ingekomen stukken is vermeld dat het
om een concépt-brief gaat. Ook kan ik geen verkla
ring geven voor het feit dat de brief niet eens getikt
was. Dit zal intern nagegaan worden. Er staat duide
lijk boven het concept: Gelieve deze brief bij de raads
stukken te voegen en te plaatsen op de lijst van inge
komen stukken, terwijl er ook duidelijk „concept"
boven staat. Wij gaan er dan van uit dat de brief ge
typt wordt en dat is helaas niet gebeurd. Overigens
zou de inhoud van de brief natuurlijk hetzelfde zijn
geweest; alleen was de presentatie beter geweest.
209