Daarnaast wijs ik erop dat het reglement van orde een zaak van de raad zélf is, niet van het college van burge meester en wethouders. Het college kan terzake uiter aard voorstellen doen, maar de raad zou zich hiervoor moeten inspannen. Ik zal graag zien dat het senioren convent zich eens over het reglement van orde buigt, maar dan niet alleen over het artikel inzake interpella ties, maar ook over andere artikelen die mogelijk aan gevuld moeten worden. Het reglement van orde ram melt op een aantal punten, ook op dit punt. Wij moe ten overigens wel goed bedenken dat er altijd zaken kunnen voorkomen waarbij het leven net iets méér waard is dan de formele regel van het reglement. In principe zal ik altijd ijveren voor een interpellatie- aanvraag, van welke kant die ook komt. Ook al ben ik van mening dat het C.D.A. in de vorige vergadering een interpellatie heeft aangevraagd over een zaak die best in de vorm van schriftelijke vragen had kunnen worden behandeld en ook al meen ik dat de vragen die de heer Visser vanavond bij zijn interpellatie wil stellen, voor mij niet als „belangrijk" gelden, dan nog zal ik strijden ervoor dat de heer Visser van het demo cratische recht dat ook hij heeft, in deze vergadering gebruik kan maken. Al ben ik het voor 100% oneens met hem, ik zal er toch voor 100% voor strijden dat ook hij, als politieke tegenstander op dit punt, het woord krijgt voor een interpellatie. Vanavond is er een bepaalde tendens in de raad, waarbij wij elkaar zaken toedenken die helemaal niet bewezen kunnen worden, nl. dat wij voor het afschaffen van het vragen- halfuurtje op deze manier onze gram zouden probe ren te halen. Daarmee moeten wij voorzichtig zijn, want een democratische gang van zaken wordt daar mee om zeep geholpen. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Bij de dis cussie over het vragenhalfuurtje hebt u gezegd dat in het seniorenconvent een lijst op tafel is gekomen met de vragen die in de loop van de tijd zijn gesteld; uw conclusie was dat het allemaal nogal tegenviel en niet veel om het lijf had gehad en dat met het oog daarop het vragenhalfuurtje overbodig was. In dit geval draait u de zaken om. Wij hebben het recht van inter pellatie, hetgeen duidelijk is aangegeven in het regle ment van orde. Er komen nu drie interpellatie-aanvra gen en prompt schijnen wij opeens alles weer te moe ten veranderen en is iedereen geschrokken. Het is mij niet duidelijk waarom iedereen geschrokken is en bo vendien is het eind zoek als nu ineens wéér het regle ment van orde veranderd zou moeten worden. Im mers, een volgende keer komen er misschien weer al lerlei voorstellen vreemd aan de orde van de dag, of worden er weer te veel schriftelijke vragen gesteld en wil men daaraan weer gaan sleutelen als men zich er aan ergert. Het lijkt mij verstandig dat men zich nog eens hierop bezint en dat men niet al te vroegtijdig gaat proberen onze rechten om zeep te helpen. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! De heer De Wilde heeft zich nogal breedvoerig uitge sproken over de interpellatie-aanvraag van de heer Vis ser. De C.D.A.-fractie heeft daar helemaal geen moeite mee en wil die aanvraag zeker toestaan. De heer DE WILDE: Daaruit blijkt maar weer hoe subjectief de zaken liggen! Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! De heer De Wilde heeft enorme uitspraken gedaan en aan het begin van deze discussie heeft hij gezegd, het op prijs te stellen als ik bepaalde uitspraken zou terugnemen. Hij zélf heeft nu echter gesproken over het om zeep helpen van de democratie en over het verdenken van allerlei nare zaken van politieke tegen standers. Als hij ons dat in de schoenen wil schuiven, wijzen wij dat ten sterkste af. Ik meen dat de opvat tingen over het hanteren van het recht van interpella tie helemaal niet ver uiteen lopen en ook wij zijn er van overtuigd dat het moeilijk zal zijn om een nadere formulering voor het recht van interpellatie te vinden. Echter, wij zijn nu overstelpt met interpellatie-aanvra gen, terwijl in de vorige raadsvergadering door de heer Visser letterlijk is gedreigd dat hij de raad zou overstelpen met interpellatieverzoeken en de heer Goote in die vergadering sprak over het oneigenlijk gebruik van een interpellatie. Dan is het toch niet zo vreemd dat wij ons nu, met drie interpellatie-aanvra gen, eens willen gaan bezinnen over de vraag wat een interpellatie eigenlijk betekent? De heer VISSER: De heer Menne heeft in de vorige vergadering uitgelegd wat interpelleren betekent! Mevrouw KORTHUIS-ELION: Het gaat er alleen om dat wij ons naar aanleiding van de discussie in de vorige raadsvergadering en naar aanleiding van de drie interpellatie-aanvragen die nu zijn gedaan, hebben be zonnen op deze zaak, waarbij wij tot de conclusie zijn gekomen, dat het wenselijk is om nadere regels te stel len, waarbij wij ons ervan bewust zijn dat dit moeilijk is. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat de raad instemt met de interpellatie-aanvraag van de heer Goote en die van de heer Visser. Ook deze in terpellaties zullen aan het eind van de agenda worden geplaatst; ik constateer dat de raad zich daarmee ver enigt. Voorstel tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de „Zoneverordening Hinderwet": a. ten behoeve van een agrarisch bedrijf, bestaande uit een veehouderij en varkensmesterij op/in het perceel grond, gelegen aan de Lange Brinkweg te Soest; b. zulks ten behoeve van een herstelinrichting voor motorvoertuigen annex benzine-installatie voor eigen gebruik, gelegen aan de Rademakerstraat 27a te Soes- terberg. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! In de nieuwe bepalingen heb ik iets gelezen over een af stand van 100 a 200 meter buiten de bebouwde kom die in acht zou moeten worden genomen voor een agrarisch bedrijf zoals onder punt a genoemd. Hoe ligt het daarmee in verband met dit bedrijf? De VOORZITTER: Het gaat in dit geval om een verplaatsing van een bedrijf dat nu nog aan het Kerk- pad is gevestigd en na verplaatsing minder dichtbij de bebouwde kom zal zijn gelegen. Wij hebben hierover uitgebreid overleg gepleegd met de inspecteur voor de volksgezondheid en deze heeft ons medegedeeld dat hij geen bezwaar heeft tegen deze verplaatsing. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot verpachting van gronden voor het jaar 1977. De heer HILHORST: Mevrouw de voorzitter! Een deel van de gronden die voor verpachting in aanmer king komen, is buiten dit besluit gehouden. Komen die gronden aan de orde in de decembervergadering?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 220