Want de doelstellingen waren zo algemeen, dat je ze voor iedere gemeente in Nederland zou kunnen ge bruiken. Ik dacht dat wanneer wij nu over een beleids plan praten, het ontwikkelingsplan dat nu bij ons in de maak is, een geweldig goed uitgangspunt zou kun nen zijn voor het beleid dat door de gemeenteraad moet worden gevoerd. En wanneer daar de financiële paragraaf bij komt, hebben wij naar mijn mening een bijstelbaar uitgangspunt voor ieder jaar, zodat ook u wanneer u dat zou willen, in het voorjaar over de fa cetten van het ontwikkelingsplan zou kunnen spre ken, wij daarna de financiële consequenties daarvan in cijfers zouden kunnen vertalen en we dan net zo goed of minder goed (het hangt er maar van af hoe je het waardeert) als de gemeente Eindhoven zouden kun nen werken. Ik heb dus het gevoel dat wij wel een klein eindje op de goede weg zijn. Van 1 januari af krijgt u notulen van de b.- en w.- vergaderingen. Wij hebben even proefgestoomd, want ook het maken van besluitenlijsten moet natuurlijk even bekeken worden. Wij hebben een tijdje besluiten lijsten gemaakt, maar ze lekker nog even binnenska mers gehouden, totdat wij vonden dat het allemaal mooi was. Van 1 januari af zullen ze ook naar buiten gaan, met name naar u en de pers. Dat is dus ook iets waarin wij ons gaan verbeteren. De rol van de raad is niet voldoende wanneer de raad alleen maar controle-orgaan is. Wij willen graag den kend en doende verder gaan op de weg die ertoe leidt, dat de raad weer de taak wordt gegeven die hij uitein delijk hoort te hebben. Met hetgeen er is gezegd over de ambtelijke hulp die voor raadsleden beschikbaar zou moeten zijn hebben wij niet zo'n moeite. Het kan wel zijn dat wij daar structuurverordeningen voor moeten maken en wij zeggen graag toe dat wij in de gemeenten waarin er terzake op het ogenblik allerlei ontwikkelingen aan de gang zijn, nog eens wat meer paperassen zullen opvra gen (ze zijn ons overigens ook al toegezegd) en dat wij graag met u zullen nagaan hoe er op de beste ma nier te werk kan worden gegaan. Maar wij hebben voor onszelf het gevoel, dat wij niet zo ingewikkeld behoeven te doen. Ik heb het gevoel dat u wanneer u iets wilt weten of hulp wilt hebben, op het ge meentehuis komt en zich tot de secretaris wendt, de secretaris u ogenblikkelijk in contact zal brengen met de ambtenaar die u de beste informatie kan ver schaffen of wanneer het verder moet gaan dan infor matie, hulp zou willen geven. Bij hulp denk ik nu aan bijvoorbeeld de mogelijkheid dat er een moeilij ke verordening of iets dergelijks is en u ten aanzien daarvan een amendement wilt maken. Wij vinden het heel normaal, dat ons ambtelijke apparaat dan klaar staat om u alle service te geven die gegeven kan wor den. Ik dacht niet dat wij verder erg moeilijk be hoeven te doen. Ik heb ook nooit het gevoel gekre gen, dat het wat dit betreft voor u moeilijk was. Ik geloof wel dat deze zaken een beetje gestructureerd moeten gaan en dat het dus de beste methode is om zich of tot de secretaris of tot zijn plaatsvervanger te wenden, teneinde op de juiste plaats en op het juiste moment te kunnen terechtkomen. De heer DE WILDE: Het ging natuurlijk niet in de eerste plaats om de positie van leden van het colle ge en de positie van de raadsleden, mevrouw de voorzitter. Daar maken wij ons geen zorgen over. Het ging over de positie van de ambtenaren. En mijn vraag betrof niet alleen maar wat informatie en wat bijstand. Het gaat erom dat wanneer een raadslid met behulp van een ambtenaar fundamenteel een voorstel van het college te lijf wil gaan en wil be kritiseren en een voorstel wil indienen dan 100% an ders is dan het voorstel van het college, ik mij wel kan voorstellen, dat de positie van de ambtenaar daarbij niet gemakkelijk is en dat we daar dus niet te gemakkelijk overheen moeten lopen. Dat was het punt. Of u nu een verordening, een soort code dan wel iets anders wilt, kan mij niet schelen. Er behoe ven wat mij betreft ook geen dure woorden aan te pas te komen. Ik hecht alleen erg aan de positie van de ambtenaren in dit opzicht. De VOORZITTER: Ja, dat is een heel duidelijke zaak. Ik ben er blij mee dat u er nog even op terug komt. Wij hebben er wel eens over gesproken en wij hebben het gevoel dat de positie van de ambtenaar daarbij niet in gevaar behoeft te komen. Ik kan mij voorstellen dat wanneer u op het gemeentehuis komt met de mededeling dat u een bepaald voorstel van het college een lor vindt en dat u het op een be paalde wijze geamendeerd wilt hebben, u technisch en juridisch goed verantwoorde bijstand kunt krijgen, terwijl dan van het college verwacht moet worden, dat het de ambtenaar daar niet boos om aan zal kij ken. Ik geloof dat dat formeel en concreet heel goed moet kunnen en ook niet tot ongelukken aanleiding behoeft te geven. Maar misschien zullen wij als wij ons wat dieper in de materie inwerken en bekijken wat bijvoorbeeld de structuurverordening in Eindho ven en hetgeen waarmede men in de provincie Overijssel bezig is gaan betekenen, meer problemen zien dan wij op het ogenblik zien. Maar ik geloof dat dat allemaal wel zou meevallen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Maar de heer De Wil de bedoelt toch niet dat je ambtenaren inschakelt om alternatieve plannen op te stellen? De heer DE WILDE: Ja zeker. Ik ga hierbij uit van het standpunt dat de ambtenaren in dienst zijn van de raad en van het college. Dat is tot nu toe niet zo geweest. Het was tot nu toe een ongeschreven regel, dat wanneer je je tot een ambtenaar wilde wenden, je eerst aan het college ging vragen of dat wel mocht. Dat was ook vanzelfsprekend. Maar wan neer wij het echt monistische stelsel willen met een raad en een vooruitgeschoven post als college, dan moet je als raad ook bijstand hebben om die func tie te kunnen vervullen. Die hebben wij niet, want wij moeten in vrije tijd proberen de zaken een beetje bij elkaar te scharrelen. Dat is het punt. Ik wil niet te pessimistisch doen, mevrouw de voorzit ter, ik vind het alleen beter dat je in dit soort zaken begint met te vermoeden dat de positie van de amb tenaren erg moeilijk zal zijn - met de mogelijkheid dat het meevalt - dan dat je met een bepaalde gang van zaken begint, dan tegen moeilijkheden aanloopt en dan tot het besef komt dat je daar geen regelin gen voor getroffen hebt. Dat is mijn probleem in hoofdzaak. De VOORZITTER: Ja, maar voorlopig zien wij (ook de secretaris) de moeilijkheden niet. Alleen in het technische vlak Wij moeten vanzelfsprekend wel be denken, dat wanneer iemand een totaal alternatief plan zou willen hebben, natuurlijk wel moet worden bekeken of het technisch in de work load kan worden opgenomen. Dat is natuurlijk een andere zaak. Van daar dat ik, juist op wat ingewikkelde dingen doelen de, begon met te zeggen, dat men zich even tot de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 250