Mevrouw KORTHUIS-ELION: Verplicht?
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Als de gemeente geen subsidie geeft, geeft
het rijk de drie en een halve cent ook niet. In de com
missie volksgezondheid en de commissie maatschappe
lijk werk is uitvoerig gediscussieerd over het wel of
niet afschaffen van de schoolmelk. Men moet zich
heel goed realiseren dat als de schoolmelk wordt afge
schaft, een heel grote groep kinderen, met name kin
deren die zonder ontbijt van huis gaan, nooit meer
melk zou drinken. Er zijn alternatieven aangedragen,
bijvoorbeeld een appel, een sinaasappel
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ik ben niet tegen de
melk op zich zelf.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Dan zullen we de drie en een halve cent per
liter moeten blijven geven. Want anders zou er hele
maal geen subsidie meer zijn en zou de melk veel te
duur worden.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: We komen er op terug.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik kan
mevrouw Korthuis zeggen dat wij met de hoofden van
scholen regelmatig van gedachten wisselen over het
energieverbruik en dat wij wat dat betreft de vinger
aan de pols houden en zullen houden.
Ten aanzien van het beroepskeuzebureau Amersfoort
is momenteel de mening van de hoofden van het
openbaar onderwijs en de hoofden en de besturen
van het bijzonder onderwijs gevraagd. Zodra wij de re
acties binnen hebben zullen wij ze graag in de onder
wijscommissie bespreken.
Wat de schoolbegeleidingsdienst betreft is het natuur
lijk zo, dat wij, gezien de regeling waaronder we val
len, wel in overleg met de andere gemeenten de finan
ciën moeten bekijken, We hebben in dezen te maken
met een overlegsituatie waarin andere gemeenten ook
een rol spelen.
De heer VAN POPPELEN: Daar ging het niet om.
Het ging eigenlijk over de bestuurlijke vorm. Maakt u
als gemeente deel uit van het bestuur? Of zegt u dat
er vier vormen van onderwijs zijn, nl. het openbaar
onderwijs, het bijzonder openbaar onderwijs, het ka
tholiek onderwijs en het christelijk onderwijs, en dat
die vier het bestuur vormen?
Wethouder PLOMP: Ja, daarover zijn wij het eens.
Mevrouw de voorzitter. Wat de moeder-mavo betreft
kan ik de heer Visser toezeggen dat in de eerstvolgen
de vergadering van de onderwijscommissie de desbe
treffende circulaire aan de orde komt. Ik geloof dat
we er dan duidelijker over kunnen spreken dan in de
ze vergadering het geval is.
Mocht de heer Visser met betrekking tot de stichting
zwembaden op een gegeven moment concluderen,
dat hij bepaalde informatie mist, dan lijkt het mij ge
wenst, dat er op dat moment contact met de gemeen
te wordt opgenomen, zodat ook wat dat betreft wij
elkaar helpen in ons werk.
De heer VISSER: U kunt misschien begrijpen dat
het werk voor een eenmansfractie nog moeilijker is
dan voor een grote fractie. Als je eenmaal in de lees
kamer zit, dan trekje er vijf minuten voor uit om
even al die dingen door te lezen en dan is het bijzon
der teleurstellend wanneer je merkt dat er alleen maar
oude verslagen liggen. Dat heb ik bedoeld. En dan is
het soms net iets te veel om weer te gaan bellen en er
achter aan te gaan.
Wethouder PLOMP: Akkoord.
De VOORZITTER: Misschien kunt u het opvangen
door dan even een briefje op het bureau van de secre
taris te leggen, mijnheer Visser. Dat is voor ons ook
prettig. Iedereen kan niet iedere dag maar alles con
troleren. Dus als u het mee in de gaten wilt houden,
dan helpen wij elkaar echt.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Ik
wil even ingaan op wat mevrouw Korthuis heeft ge
zegd over energiebesparing. Misschien heeft zij toen
zij naar deze vergadering kwam, veel licht gezien in
het gebouw van gemeentewerken. Daarvan kan ik
zeggen: Dat is één knopje met één TL-buis. Het lijkt
ontzettend veel licht, maar duur is het niet, De in de
begroting voorkomende elektriciteitspost van het ge
bouw aan de Lange Brinkweg betreft speciaal de ver
warming. Die verwarming is bijzonder goedkoop,
vanwege een speciaal contracttarief dat de P.U.E.M.
terzake laat gelden.
Wij zijn anderhalve maand a twee maanden geleden
eens helemaal in de kwestie van het magazijn van ge
meentewerken gedoken. Er is een desbetreffend rap
port geschreven door de man die het magazijn, dat
onder de boekhouding valt, beheert. Dit magazijn
moest nl, worden verhuisd en is inmiddels verhuisd.
Wij hebben geconstateerd dat er in dit magazijn van
uit de tijd waarin wij nog ons eigen woningbezit had
den, verschillende winkeldochters waren, met name
in de vorm van allerlei soorten dakpannen, closetpot
ten, deurknoppen enz. Wij hebben de hele zaak toen
eens netjes op een rijtje gezet en zijn tot de ontdek
king gekomen dat er door de S.S.W. minder uit dit
magazijn wordt genomen dan er tot anderhalfjaar
geleden uit werd genomen. Ik heb toen meteen beslo
ten om met het bestuur van de S.S.W. te gaan spreken
om aan dat bestuur te vragen dit magazijn leeg te ma
ken alvorens elders aankopen te doen. Het is de bedoe
ling dat er in dit magazijn alleen zaken in voorraad
worden gehouden die wij nodig hebben voor gemeen
tewerken zelf.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dan heeft u voor dit
magazijn waarschijnlijk ook niet meer een aparte man
nodig.
Wethouder HOEKSTRA: Het is geen aparte man,
maar het hoofd van de boekhouding die dit helemaal
bijhoudt. Er wordt aan het eind van het jaar hele
maal opnieuw geïnventariseerd. Dan weten we het
precies en dan ga ik naar de S.S.W.-vergadering op de
tweede maandag van januari om de zaak eens even
rustig te bespreken.
Ik heb begrepen dat de voorzitter de kwestie van de
ongeorganiseerden onder het personeel en de regelin
gen betreffende het georganiseerd overleg wel eens
met de juridische commissie wil bekijken.
De VOORZITTER: Ja.
Wethouder HOEKSTRA: Ik zou nog wel willen zeg
gen, mevrouw de voorzitter, dat het personeel zelf
ons nog nooit heeft gevraagd naar hetgeen waarnaar
mevrouw Korthuis heeft gevraagd en dat wij de in
druk hebben, dat het bij het personeel zelf niet leeft.
Ik kan de heer Van Poppelen mededelen, mevrouw
de voorzitter, dat u en ik eens bij rijkswaterstaat zijn
geweest om de kwestie van de tunnel in Soesterberg
aan te snijden, dat ik hier eergisteravond alleen heb
gezegd wat ons toen is gezegd en dat er ons toen wel
iets is toegezegd, maar niet in geld.