beantwoord, Er is indertijd een groot-onderhoudsplan tot stand gekomen. Wordt dat plan uitgevoerd naar tijd en inhoud zoals het is opgezet? Het is ons bekend dat het plan Klaarwaterweg, Laan straat, Leeuwerikweg en Koekoekweg gereed is. Op welke termijn denkt het college dit plan in de raad te brengen ter verkrijging van het ervoor benodigde kre diet? Ten aanzien van het antwoord op vraag 1.05 willen wij onze uitdrukkelijke instemming betuigen. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Het ge meentelijk woningbezit vertegenwoordigt een niet onbelangrijke kapitaalinvestering. Wij hebben het be heer en het onderhoud van dit bezit overgedragen aan de S.S.W. Onze fractie deelt het standpunt van het college dat de leiding van de S.S.W. zorgen baart. Vaststaat echter dat een full-time directeur geen volle dige dagtaak zou hebben. Dat het stichtingsbestuur daarom niet tot aanstelling van een dergelijke functio naris is overgegaan, hoewel dat aanvankelijk wel in de bedoeling lag, getuigt in elk geval van voldoende realiteitszin. Naast kritiek moeten wij toch wel veel waardering hebben voor het enthousiasme waarmee het personeel zijn werk onder vaak moeilijke omstandigheden doet. Immers, bij de voorbereiding van de totstandkoming van de S.S.W. is door mij meermalen gezegd, dat twee soorten werknemers, nl. ambtenaren en niet-ambtena- ren, bij één bedrijf wel tot moeilijkheden in de perso neelssfeer moeten leiden. Nog afgezien van het grote verschil in de rechtspositie van beide categorieën lo pen ook de netto-salarissen sterk uiteen, hetgeen trou wens in vrijwel alle gevallen zo is tussen ambtenaren en niet-ambtenaren. Ik zou dat duidelijk willen maken met een voorbeeld, waarbij ik uitga van twee werkne mers, beiden gehuwd zonder kinderen en met dezelf de leeftijd, dezelfde opleiding, dezelfde functie en het zelfde bruto-salaris, nl. f. 2.000,- per maand. De ambtenaar houdt, nog afgezien van zijn welvaartsvas- te pensioen, een besteedbaar inkomen van f. 1.624,19 over en de niet-ambtenaar houdt een be steedbaar inkomen van f. 1.306,23 over. Het verschil is derhalve ruim f. 300,—. Dat dit bij het aantrekken van nieuw personeel in dienst van de S.S.W. grote moeilijkheden geeft, be hoeft mijns inziens geen nader betoog. Er zal mijns inziens in de werkwijze structureel iets moeten veranderen. Ik zou me kunnen voorstellen dat door de S.S.W. opgemaakte plannen voor zover ze betrekking hebben op het gemeentelijk woningbezit rechtstreeks aan burgemeester en wethouders worden gezonden en in afschrift aan de directeur van het ge meentelijk woningbedrijf worden gezonden, zulks om vlotter te kunnen werken. Dat alles neemt echter niet weg dat de staat van onder houd van ons woningbezit zeker aan de eisen voldoet die men op dit moment redelijkerwijs mag stellen. Een punt van zorg is de reserve artikel 24c van de complexen I en VI. Ik veronderstel dat wat het laatste complex betreft we wel nooit uit de zorgen komen. Wie gaat straks de nieuwbouw plegen, de woning bouwverenigingen en/of de gemeente? Is het college eveiltueel beieidom stappen te ondernemen die zouden kunnen leiden tot een samengaan van de drie woning bouwverenigingen in federatief verband? In het verle den is al eens een dergelijke poging door een lid van het college ondernomen. Wellicht zou er nu, bijvoorbeeld via de commissie nieuwbouw, meer resultaat te ver wachten zijn. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! In het ant woord op vraag 2.12 staat: „Een zorg is wel de algehele leiding van de S.S.W.". Ik wil er graag iets meer over horen wat die zorg dan wel is. Verslagen van de S.S.W. heb ik nooit gezien. Misschien zouden ze eens ter inzage kunnen worden gelegd. Ik heb tijdens het afdelingsonderzoek een vraag betref fende de woningen aan de Klaarwaterweg gesteld. Ik heb begrepen dat er een desbetreffend plan klaar is. Het antwoord van het college op de vraag (nr. 2.25) verwijst naar het antwoord op vraag 1.03. Maar ook daar word'ik niets wijzer van, want die vraag betreft de Laanstraat en daarop is een mijns inziens niet goed antwoord, waarin naar geheel andere straten wordt verwezen, gegeven. Hoe is het met het plan voor de Klaarwaterweg? Waar is het wachten op? Wanneer kunnen we het in de raad verwachten? De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Ik onderschrijf grotendeels het betoog van de heer Ver- heus. Ik heb toch wel duidelijk de indruk dat het functione ren van het gemeentelijk woningbedrijf binnen de S.S.W. en met de partners die meedoen in de S.S.W., wat moeilijkheden geeft. Misschien zou het college naar aanleiding van vraag 2.12 een nadere toelichting kunnen geven. Wat het bewonen van de woningen van de gemeente en de woningbouwverenigingen betreft moet het mij toch wel van het hart, dat de vernielingen die er bin nen de gebouwen plaats vinden, dusdanig zijn, dat het herstel ons onnoemelijk veel geld gaat kosten. Is het niet mogelijk de dienst bouw- en woningtoezicht uit te breiden en wat meer mensen in te zetten voor con trolerende werkzaamheden ten aanzien van de wonin gen en ten aanzien van de clandestiene bouw? Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Met betrekking tot het feit dat de heren Van den Bra- kel en Verheus hebben gezegd tevreden te zijn over het onderhoud van de woningen zoals dat op het ogen blik door de S.S.W. gebeurt, zou ik willen zeggen: Als er mensen zijn die het kunnen weten, dan zijn zij het, want de raad heeft hen (en mevrouw Alting) benoemd in het bestuur van de S.S.W. Ten aanzien van de zorgen over de leiding van de S.S.W. kan ik het volgende mededelen. Op het ogen blik is er bij de S.S.W. iemand twee dagen per week in dienst als waarnemend directeur (men mag ook zeg gen: als coördinator) en hij heeft gezegd er in 1977 maar twee halve dagen per week als zodanig werk zaam te kunnen zijn. Dit is de oorzaak van de zorgen die de leiding ons baart. Wij hebben dit ook gezegd in de laatstgehouden algemene bestuursvergadering. De woningbouwverenigingen waren het hiermede wel eens. Er wordt op dit moment ijverig naar een oplos sing gezocht. Er moet bij de S.S.W. iemand zijn die de algemene leiding heeft en coördineert, want anders loopt het daar naar ons idee fout. Voorafgaande aan de vergaderingen van het algemeen bestuur van de S.S.W. hebben wethouder Ebbers en ik op het gemeentehuis altijd een vergadering met de drie raadsleden die deel uitmaken van dat bestuur. Bij die gelegenheden spreken wij de agenda door, alsmede alles 276

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 277