een belangrijke rol spelen. Misschien kunnen wij daarop eens tot in details ingaan in de onderwijscom missie. Ik ben blij met het antwoord ten aanzien van de ar tikel 61 commissie. Ik begrijp dat er voor een derge lijk onderzoek enige tijd nodig is. Kan de wethouder er een indicatie van geven wanneer hij terzake denkt te rapporteren? Zo ja, dan kunnen wij de zaak tot die datum opschorten Anders krijgt hij elke maand de vraag hoe ver hij is. Ik weet niet waardoor het wordt veroorzaakt, dat de ontwikkeling ten aanzien van het openbaar kleuter onderwijs wat anders is dan de ontwikkeling ten aan zien van het openbaar onderwijs wat de leerlingen tallen betreft. Ik geloof dat het nuttig en nodig is dat daar eens een wat diepergaand onderzoek naar wordt ingesteld. Met betrekking tot de permanente educatie was de teneur van het antwoord van de wethouderDe ge meente behoeft niet alles te doen. Akkoord. Maar vanuit onze politieke visie is er toch bepaald een taak voor de gemeente. Het gemeentebestuur heeft niet alleen een taak als bestuur van het openbaar onder wijs, maar het draagt ook de zorg voor het onderwijs in zijn algemeenheid en in het kader van dat stuk verantwoordelijkheid past naar mijn mening het ne men van initiatieven op dit punt. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik meen dat de onderwijscommissie de plaats is om er nader over van gedachten te wisselen wat wij verder gaan doen in Soest-Zuid. Wij kunnen bij de afdeling onderwijs en de andere in stanties die betrokken zijn bij de verdeling van de gymnastiekzalen natrekken in hoeverre het mogelijk is om de verdeling nog beter te regelen met het oog op verkeersproblemen. Met betrekking tot het feit dat de heer Goote diverse malen om termijnen vraagt wil ik zeggen, dat mijn er varing is, dat als je een teimijn noemt, die termijn op een gegeven ogenblik als een heilig iets wordt gezien. Ik heb dan ook een zeer grote hekel aan het noemen van termijnen, niet omdat ik niet in termijnen zou denken, maar omdat zodra ik een termijn noem, iedereen naar die termijn toe gaat leven, met dien verstande, dat men later vergeet dat die termijn iets was waarbinnen het zou kunnen worden gehaald. Ik ben een groot tegenstander van het noemen van ter mijnen als ik afhankelijk ben van derden met betrek king tot bepaalde informaties. Ik heb gezegd dat de rapportage ten aanzien van de schoolbioloog steeds weer aan de orde komt. Op dit moment is het zo, dat wij de heer Kampf omdat hij de zaak in de openbaar heid heeft gebracht, hebben gevraagd om eens een rapport op te stellen. Welnu, ik vind dat wij het mo ment waarop dat rapport wordt uitgebracht, moeten afwachten. Het is natuurlijk goed als iedere keer wordt gevraagd of dat ding er al is, maar ik neem aan dat de heer Kampf natuurlijk niet zal wachten met het aan mij toezenden van het rapport, want het betreft hier nu juist een zaak die hem ter harte gaat. Zodra het rapport binnen is, vind ik dat het in gro ter verband kan worden bekeken. Ik heb al gezegd wat dat grotere verband is. Wij zullen moeten bekij ken wat andere gemeenten met betrekking tot een schoolbioloog ons kunnen mededelen. Wij zijn dus ook afhankelijk van de informatie van die kant. Ik hoop in de eerstvolgende vergadering van de onder wijscommissie terzake een wat betere tijdplanning te kunnen geven als wij wat meer inzicht in een en an der hebben. Sprekende over het ontwikkelen van initiatieven met betrekking tot de éducation permanente, heeft de heer Goote alleen het onderwijsterrein genoemd. Ik dacht dat de éducation permanente zich op meer ter reinen beweegt. Natuurlijk hebben wij als gemeente inderdaad wel een verantwoordelijkheid Dit zal dan wel met een politieke visie te maken hebben, maar ik vind dat wij als gemeente wel degelijk initiatieven ont wikkelen. Zo zijn er de zaken die ik al genoemd heb. Er is de v.o.s,-cursus en wij zijn bezig met de moeder- m.a.v.o. Maar wij kunnen niet van alles direct resulta ten zien. Dingen die kort geleden in de molen zijn ge komen en waaraan sinds kort wat meer aandacht wordt besteed, kunnen niet direct een compleet uit gewerkt resultaat te zien geven. Dat wil echter niet zeggen, dat wij ons niet met deze materie bezighou den en deze zaak niet willen stimuleren. De heer BLAAUW: Mevrouw de voorzitter Ik wil het nog even over de telefoonkosten hebben. Ik ver wijs naar bladzijde 28 van de bijlage bij de begroting, waarop een staat van telefoonkosten van scholen is weergegeven. Hoewel er verschil in scholen is, zijn bij dit soort dingen de problemen over het algemeen ge lijk. Het heeft mij dan ook verbaasd dat blijkens de bedoelde staat het hoogste telefoonkostenbedrag het vijfvoudige van het laagste telefoonkostenbedrag is. Er worden kennelijk alleen maar dienstgesprekken en dus geen privé-gesprekken gevoerd, want er staan geen inkomsten tegenover. Ik kan mij dit niet allemaal voorstellen. Ik heb toch het idee, dat er op bepaalde scholen, net zoals bij de zwembaden, oneigenlijk gebruik van de telefoon wordt gemaakt. Controle lijkt mij dan ook zeer noodzakelijk. Misschien kan de wethouder nu het zelfde toezeggen als vanmorgen. Het lijkt mij een vrij eenvoudige zaak dat er bij de telefoons een schriftje aanwezig is waarin men de gesprekken en de num mers vermeldt en bovendien vermeldt wie heeft ge telefoneerd en waarom er is getelefoneerd. Dat werkt vaak dermate preventief, dat over het algemeen de telefoonkosten met de helft teruglopen. Ik hoop dat de wethouder dit eens wil bekijken, want sommige scholen vallen zo verschrikkelijk uit de toon, dat ik mij niet kan voorstellen, dat de desbetreffende kos- tenbedragen gerechtvaardigd zijn. Ik dacht dat men over het algemeen alleen maar met het gemeentehuis en de regio of althans over geringe afstanden behoeft te telefoneren en hetgeen daarvoor moet worden be taald is nog steeds zo weinig, dat men erg lang kan telefoneren alvorens de aan telefoonkosten opgevoer de bedragen te bereiken Ik maak mij vooral in deze donkere dagen wat be zorgd over de verkeersveiligheid ten aanzien van vele fietsende schoolkinderen. Zou het college er bij de onderwijskrachten nog eens op kunnen aandringen hieraan aandacht te besteden? De onderwijskrachten kunnen erg preventief werken door de fietsen te con troleren op remmen en verlichting, ten aanzien waar van de toestand soms abominabel is. Ik heb ook nog een probleempje met betrekking tot de scholen aan de Smitsweg. Ik weet dat de ouder commissies en diverse mensen daarover met de wet houder en het personeel hebben gesproken. Er is een groot probleem gerezen wat de verkeersveiligheid bij 327

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 328