deze scholen betreft. Dit betreft het plotseling over steken bij het ingaan en het uitgaan van de scholen. Inmiddels is daar de oplossing gevonden in die zin, dat er paaltjes met roodwit gekleurde plastic kettin gen zijn geplaatst. Maar ondertussen zijn de meeste kettingen doorgeknipt of doorgesneden. Ik heb deze week geconstateerd dat diverse schakels hersteld zijn met een stukje ijzerdraad, maar ik geloof niet dat het euvel daar is opgelost met de paaltjes en de kettingen. Misschien kan er ook daar wat preventief werk worden gedaan door de kinderen wat meer voor te lichten. Het lijkt mij ook een gevaar dat daar pre cies bij de uitgang van de scholen parkeerhavens aan wezig zijn. Die hebben we natuurlijk wel nodig vanwe ge de sportgebouwen aldaar, maar als daar auto's ge parkeerd staan en de kinderen oversteken, dan ont staan er zeer gevaarlijke situaties. Misschien kan het college daaraan aandacht besteden. De VOORZITTER: Ik meen dat dit dingen zijn die in de onderwijscommissie al eens zijn behandeld. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! De tele foonkwestie zal worden bekeken door de afdeling. Ik heb tussen vanmorgen en nu geen mogelijkheid ge had om hierover gegevens te verkrijgen waardoor ik er nu al duidelijkheid over zou kunnen verschaffen. Wat de verkeersveiligheid, de fietsachterlichtjes enz. betreft, hoop ik in de eerste plaats dat de ouders voordat zij hun kinderen naar school sturen de ver voermiddelen controleren. Ik doe dat zelf ook. Ik zou mij kunnen voorstellen dat in een aantal gevallen ook de mensen op school daar eens op kunnen let ten, maar ik vind dat er wel een prioriteit is Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Het is toch in de eerste plaats de taak van de ouders, vind ik. Wethouder PLOMP: Ja. De heer MENNE: Bovendien is het in strijd met de grote lijn van de V.V.D., nl. bezuiniging. De heer BLAAUW: Wat u nu zit uit te kletsen vind ik grote onzin! Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter. Wat de hekken bij de Rinke Tolmanschool betreft heb ik met de oudercommissie afgesproken, dat men de zaak bij de gemeente nog eens zou bekijken. De VOORZITTER stelt aan de orde: 245 Voorstel tot vaststelling van het getal wekelijkse les uren vakonderwijs aan de openbare scholen voor g.l.o. voor het jaar 1977. 244 Voorstel tot vaststelling van het bedrag per leerling voor het jaar 1977: a. als bedoeld bij artikel 55 der Lager-onderwijswet 1920 voor het gewoon lager onderwijs; b. als bedoeld bij artikel 189, 5e lid van het Besluit Buitengewoon Onderwijs 1967 voor het buitenge woon onderwijs. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangeno men. De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Post 8.60.04 betreft de kosten van melkverstrekking aan schoolgaande kinderen. Ik wil er verder helemaal geen woorden over vuil maken, maar ik vind het wel een vreemde zaak, dat wij het ontbijt van schoolgaan de kinderen betalen. Maar melk moet, heb ik begre pen. De VOORZITTER' Ik begrijp dat u zich erbij neerlegt. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Volgnummer 8.60.18 heeft betrekking op onderwijs aan zieke kin deren. Nagegaan zou worden of dat onderwijs inder daad gegeven wordt. Als dat in het verleden niet is ge geven, dan zou de desbetreffende begrotingspost even tueel kunnen worden geschrapt. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik heb de vraag of dit onderwijs wordt gegeven ongeveer tien dagen geleden aan het hoofdenconvent voorgelegd. Als een kind ziek is en dat wat langer duurt, dan wordt er tussen de betrokken school en het zieke kind een zodanige regeling getroffen, dat het kind on derwijs krijgt. Men heeft mij een overzicht toegezegd waaruit blijkt hoe vaak per jaar dit voorkomt. De heer GOOTE: Zijn er dan ook kosten aan verbon den? Er staat geen bedrag voor op de begroting. Wethouder PLOMP: De vraag die u gesteld heeft, be trof in het algemeen deze zaak. Ik heb het gevraagd met betrekking tot kinderen die thuis bivakkeren. Maar de begrotingspost betreft de kinderen die in een ziekenhuis verblijven. Cultuur en Recreatie. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! De post cultuur is gestegen. Ik begrijp hier ge makshalve ook de post kunstzinnige vorming van de schooljeugd onder. Deze vorming is weliswaar bij on derwijs geboekt, maar ze is ook cultuur. Deze stijging heeft onze volle instemming. Wij menen nl. dat het feit dat velen niet deelnemen aan enige vorm van cul tuur niet te wijten is aan het bestaan van toegangsprij zen of andere als zogenaamde drempels aangevoerde omstandigheden, maar allereerst komt door het feit dat velen in hun jeugd nooit bewust met kunstuitin gen in aanraking zijn gekomen. De verschillende mo gelijkheden om aan kunst deel te nemen zijn hun niet bekend. De mens kan pas kiezen of hij aan bepaalde aspecten van de cultuur wil deelnemen wanneer hij de mogelijkheden kent. Om deze keuzemogelijkheid inderdaad voor iedereen te waarborgen is het nood zakelijk dat kunst in al haar facetten zo veel mogelijk wordt ingepast ook in het pakket van de basisscho len. In deze zienswijze passen onzes inziens ook de kunstzinnige verfraaiing van de gemeente en de ove rige activiteiten op het culturele vlak, zij het dat die er natuurlijk ook zijn om de ouderen genot te ver schaffen. Wij zouden ervoor willen pleiten dat gezien enerzijds de grote bedragen die met scholenbouw zijn ge moeid en anderzijds het krappe aanbod van lokalitei ten, de schoollokaliteiten meer multifunctioneel worden gebruikt. De culturele zelfwerkzaamheid - wij geven aan deze term de voorkeur boven de term amateuristische kunstbeoefening" - achten wij een belangrijke moge lijkheid voor de mens om tot ontplooiing te komen. De overheid dient hierbij stimulerend en ruimte scheppend op te treden, waarbij de eigen verantwoor delijkheid van de amateur onverlet dient te blijven. Dit laatste zal onder meer tot uiting moeten komen in zijn bereidheid om ook een financiële verantwoor delijkheid te dragen, zodat subsidie haar oorspron kelijke betekenis van „steun in de rug" behoudt en niet een „huis om in te wonen" wordt. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me vrouw de voorzitter! Ik onderstreep graag de woor- 328

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 329