De heer Visser verkrijgt op zijn verzoek aantekening
in de notulen, dat hij zich met de genomen beslis
sing niet heeft verenigd.
257 Voorstel tot verpachting van enige percelen grond voor
het jaar 1977.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Het
ontwerp-besluit is zodanig gewijzigd dat hierin punt
6a is vervallen, dat punt 6b is vernummerd tot 6a en
dat punt 6c is vernummerd tot 6b Dit is gebeurd
omdat het stukje grond aan de Wieksloterplas dat
overbleef om te verpachten, van dien aard en zo klein
was, dat wij hebben gezegd, dat het beter bij het aan
sluitende perceel kan worden ondergebracht. Dit is ge
beurd in overleg met twee leden van de agrarische
commissie. Ik meen dat de heer Van Poppelen er ook
van af weet.
De heer VAN POPPELEN: Inderdaad.
Het gewijzigde voorstel wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
258 Voorstel tot het nemen van een beslissing op een door:
a de heer J.H.E. Hutjes ingesteld beroep wegens wei
gering van een bouwvergunning;
b. de heer H. Verhoeff ingesteld beroep tegen de wei
gering van een bouwvergunning.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
259 Voorstel tot:
a, het beschikbaar stellen van een exploitatiesubsidie,
groot f, 8.500,-;
b. een investeringskrediet, groot f 8.500,- toe te ken
nen voor het project voor werklozen.
Mevrouw ALT1NG-AMBROSIUS: Mevrouw de voorzit
ter' Ik vind het jammer dat dit werklozenproject aan
de orde komt nu de desbetreffende wethouder niet
aanwezig kan zijn.
In de commissie maatschappelijk werk heb ik al mijn
twijfels uitgesproken en ik wil er vanavond graag op
terugkomen
Wij zullen niet tegen het voorstel stemmen, hoewel
wij hopen, dat er al gebleken is dat er in een behoefte
wordt voorzien en dat het dus niet zo is dat wij een
behoefte gaan scheppen,
Is ei in Soest al onderzocht of het project levensvat
baar zal zijn? Zo neen, zou dan ook het gewestelijk ar
beidsbureau ingeschakeld kunnen worden om aan de
gegevens te komen die voor een goede opzet van het
werklozenproject nodig zijn?
Er zal een werkgroep geformeerd worden die zal be
staan uit werklozen die aan het project willen mede
wei ken, Willen zij dat als vrijwilligers doen of zullen
wij ervoor moeten betalen? Als het laatste het geval
is, zijn zij dan nog werkloos in de zin van de wet
In Veenendaal is volgens mijn verkregen informatie
het succes niet zo overweldigend, hoewel het daar
veel beter werkt dan in Utrecht en Zeist. In de regio
Veenendaal met 800 werklozen nemen op het ogen
blik 50 werklozen aan de cursussen deel, de meesten
hiervan aan de cursus praktisch taalgebruik sociale
wetgeving, Het is, om de kosten van het onderhavige
project zo laag mogelijk te houden, misschien een
goed idee om hier met deze cursus te beginnen. Wij
zijn er nl bang voor dat als wij het te groots opzetten,
de kosten binnen enkele jaren een veelvoud zullen zijn
van wat wij vanavond gaan voteren.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter' Ik ben
blij met het voorstel. Wij kunnen niet genoeg doen.
Ik las vanavond in de krant dat wij in Soest 177 werk
loze mannen en 89 werkloze vrouwen hebben. Het
gaat steeds beter. Dat stond, ook in de kop van het
krante-artikel.
Er is toch een groep waarvoor ik even wil pleiten en
die uit de eerste opzet is weggelaten, nl. de school
verlaters. Ik vind toch dat wij deze groep niet moeten
vergeten. En wanneer wij met betrekking tot deze
groep geen subsidie van het rijk krijgen, stel ik voor
dat het college zich er nog eens over buigt om te kij
ken of wij er als gemeente iets voor kunnen doen. Er
is een landelijke stuurgroep sociaal-culturele activitei
ten voor de werkloze jongeren in Utrecht die een
project heeft ontwikkeld om de kinderen die nog op
een school voor lager beroepsonderwijs of mavo zit
ten, via voorlichting voor te bereiden op de situatie
waarin zij terechtkomen als zij de school verlaten.
Deze groep lijkt mij even belangrijk als die waarvoor
wij nu f. 8.500,- geven en ik vind dan ook, dat wij de
jongens en meisjes uit Soest die een school voor
l.b.o. of mavo gaan verlaten en in de werkloze of de
werkzame maatschappij komen, daarop moeten voor
bereiden. Ik dacht dat het hiervoor bedoelde project
daar een goede poging toe is en ik verzoek het college
vriendelijk om daar eens even aandacht aan te beste
den.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Naar
aanleiding van de vraag van mevrouw Alting aangaan
de de levensvatbaarheid van dit project wijs ik erop,
dat het nu juist de bedoeling van dit project is om te
bezien in hoeverre bepaalde zaken levensvatbaar zijn
en hoe wij, zoals ik vanavond in de krant las, schijn
bare onmogelijkheden misschien tot mogelijkheden
kunnen zien promoveren.
De suggestie betreffende het inschakelen van anderen
die ons kunnen adviseren zal ik gaarne doorgeven aan
degenen die zich hier verder mee zullen bemoeien.
Met betrekking tot de vrees dat elders de zaak wellicht
te groots is opgezet meen ik dat wij hier inderdaad erg
voorzichtig begonnen zijn. Als de raad het nu gevraag
de geld ter beschikking stelt, zullen eerst de mogelijk
heden worden afgetast. Dat zal heel voorzichtig gebeu
ren en dan zullen de uitgaven eventueel volgen.
Wij buigen ons al over het schoolverlatersprobleem en
zullen ons op grond van het voorstel van de heer Vis
ser er wellicht nog wat dieper over buigen.
Wat de voorlichting aan schoolverlaters betreft is het
natuurlijk bekend dat er op de scholen zelf de laatste
jaren veel wordt gedaan aan voorbereiding van school
verlaters op hetgeen zij in hun latere leven kunnen
verwachten. Daarvoor zijn decanen aangesteld en ik
dacht dat er in dit opzicht op veel scholen erg veel
werk wordt verricht.
Mevrouw ALTING-AMBROSIUS: Mevrouw de voor
zitter! Ik ben blij met het antwoord van de heer
Plomp dat er in ieder geval in Soest heel voorzichtig
zal worden begonnen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
260 Voorstel tot het vaststellen van regelen voor de ver
gaderingen van de boscommissie,
261 Voorstel tot wijziging van de verordening op de vas
te raadscommissies.