^r- 3 Soest, 18 maart 1976 NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op donderdag 18 maart 1976 te 19.30 uur. VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M. Corver-van Haaften. SECRETARIS de heer H. Borreman. Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, J.J. van den Brakel, M.A. van Ee, J.J. Ebbers, H.J. Goote, mevrouw J. Greefhorst- Van Overdam, J.W. Hilhorst, D. Hoekstra, mevrouw E. Kort- huis-Elion, P.C. Lange, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, G.A.W.G.A. Plomp, J.R. van Poppelen, G. Stam, P.L.J.M. Storimans, C. Verheus, Visser en K. de Wilde. Afwezig met kennisgeving de leden: mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen, R.A. van Logtenstein, A H. F. Smit en mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter plaats. Vervolgens deelt zij mede dat bericht van verhindering is ingekomen van mevrouw Van Stiphout, mevrouw Van Gel de r en de heren Smit en Van Logtenstein. 46 Notulen van de raadsvergaderingen d.d. 10 december 1975 en 19 februari 1976. Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. 47 Ingekomen stukken. a. Brief d.d. 23 juni 1975 van de heer H.J.L. Eshuis, Ossendamweg 12 te Soest, handelende over het be stemmingsplan „Zuidereng", met het voorstel te ant woorden overeenkomstig het ter inzage gelegde ont werp. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! In de ontwerp-brief schrijft het college: „Vorig jaar is echter besloten om het plan Zuidereng, met een aantal andere bestemmingsplannen, aan te houden" Zou ik met betrekking tot de hierin voorkomende tussenzin mogen weten welke andere bestemmings plannen worden bedoeld? De VOORZITTER: Uit het hoofd gezegd - bij de be grotingsbehandeling hebben wij ze nog een keer opge noemd - betreft het hier de plannen Kerckenlandt, Klein-Engendaal en Kort-End. De heer DE WILDE: Maar in dit geval is toch alleen het plan Zuidereng aan de orde. Het is dan ook lo gisch de heer Eshuis alleen te schrijven dat het plan Zuidereng is aangehouden. De VOORZITTER: Ook die andere bestemmings plannen zijn van belang voor de verkeersstructuur van Soest. Wanneer wij praten over de centrumweg of een andere verbinding vanaf de Birkstraat naar het industrieterrein, dan praten wij niet alleen over de Zuidereng. De heer DE WILDE: Bij de behandeling van het plan Zuidereng is vastgesteld dat een aantal elementen van het ontwikkelingsplan eerst zouden moeten worden besproken. In dat verband hebben wij het plan Zuidereng aangehouden. De brief van de heer Es huis handelt over het plan Zuidereng. Het lijkt mij dan ook logisch in het antwoord uitsluitend te spre ken over de aanhouding van het plan Zuidereng en de andere plannen buiten beschouwing te laten. Ik wil hier overigens geen punt van maken. De VOORZITTER: Ik vraag mij af of de heer Eshuis daarmee geholpen is. Ik kan me nl. voorstellen dat, ook wanneer nooit meer over een centrumweg of over een plan Zuidereng wordt gepraat, via andere bestemmingsplannen aan de wens van de heer Eshuis tegemoet zou kunnen worden gekomen. Vandaar dat het misschien toch niet onnuttig is de betrokken tussenzin te handhaven. Met betrekking tot het stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. b. Schrijven d.d. 8 oktober 1975 van Wijnands Wo ninginrichting B. V. inzake uitbreiding winkelpand, met voorstel te antwoorden conform de bijgaande concept-brief. De VOORZITTER: Dames en heren! De eerste en tweede alinea van pagina 3 van de concept-brief dient te worden gewijzigd in: „Terugkomend op uw vraag of het mogelijk is het bestemmingsplan te wijzigen in een voor u gunstige zin, zal het u bij het lezen van het vorenstaande wel duidelijk zijn, dat dat nu niet mogelijk is en dat een uitbreiding die meer dan 15% bedraagt, niet is te rea liseren. Eerst zullen de resultaten, voortvloeiende uit de vast stelling van het ontwikkelingsplan moeten worden af gewacht, voordat over deze aangelegenheid kan wor den gepraat". De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Doordat de heer Smit deze vergadering door een plot seling opkomende griep niet kan bijwonen, zal ik voorlezen hetgeen hij over deze kwestie op schrift heeft gesteld: „Wij zijn bijzonder blij dat aan ons verzoek om bij het beantwoorden van de brief van de heer Wijnands, dit zo uitvoerig en duidelijk mogelijk te doen, is tege moet gekomen. De zin: „Wij hopen u hiermede vol doende te hebben geïnformeerd." zal door de heer Wijnands dan ook bevestigend beantwoord moeten worden. „De heer Wijnands heeft helaas destijds geen bezwaar schrift ingediend, hetgeen gewoon plaats gevonden heeft doordat hem de tijd voor het lezen van de offi ciële bekendmakingen ontbrak. Hoe het ook zij, de heer Wijnands wordt nu min of meer slachtoffer van (let wel! democratische inspraakprocedures welke planning op korte termijn onmogelijk beginnen te maken en naar mijn persoonlijk inzicht het maken van bestemmingsplannen soms nodeloos vertragen. Uiteraard kunt u niet anders antwoorden dan u doet, omdat de raad nu eenmaal een bepaalde procedure voor het ontwikkelingsplan heeft vastgesteld. On danks zijn bijzonder moeilijke concurrentiepositie (kijkt u maar naar Soesterberg), zal de heer Wij nands eerst na 23 juni a.s. kunnen zien wat de pers pectieven zijn: het zwaard van Damocles óf een gunstig perspectief binnen een overzienbare termijn. „Indien onverhoopt de structuurnota verdere ver-^ traging zou krijgen, zoudt u dan zo spoedig mogelijk de brief van de heer Wijnands ter advies of nadere bestudering in handen willen geven van de winkel commissie, opdat deze toch wel trieste zaak zo spoe- 37

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 38