De VOORZITTER: Daar kan geen sprake van zijn. Daarbij komt dat ten opzichte van gedeputeerde sta ten het leven vroeger iets gemakkelijker was dan nu. De laatste circulaire van gedeputeerde staten houdt nl. in, dat voor grotere bouwwerken een verklaring van geen bezwaar op grond van artikel 19 niet meer zal worden afgegeven als het plan nog niet ter visie heeft gelegen, Voorheen diende het plan eerst bij de provinciale planologische commissie geweest te zijn. Men is nu dus nog een stapje verder gegaan. Ook al zouden zij het willen, burgemeester en wethouders krijgen geen enkele kans om in dezen iets te doen dat de raad niet zou willen. Daarbij zij nog opgemerkt dat burgemeester en wet houders ook niet van plan zijn op andere wijze ten opzichte van T.B.S. te handelen dan hiervoor is aange geven. Want het is werkelijk waar: als je naar het ene stukje zat te kijken, begon men aan het andere stukje te knabbelen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 55 Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan Generaal Spoorstraat. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik vind het jammer dat bij de ter inzage gelegde stukken niet is gevoegd de correspondentie, die met verschillende in stellingen en organisaties over dit bestemmingsplan is gevoerd. Er lag alleen de mededeling dat iedereen met het plan akkoord gaat. Kan het college mededelen hoeveel de lawaaibelasting - uitgedrukt in kosteneenheden - in dit bestemmings plan is? De VOORZITTER: Dames en heren! Dat de door de heer Visser bedoelde brieven niet ter inzage zijn ge legd, vindt zijn oorzaak in het feit dat de betrokken instanties óf niet hebben geantwoord óf hebben be richt geen enkel bezwaar te hebben. Het gaat er bij dit bestemmingsplan in feite om dat ter plaatse vier woon huizen zouden worden gebouwd, hetgeen planologisch niet mogelijk was. In verband daarmede heeft de raad ons verzocht in dit geval - hoewel hij daar in het alge meen niet gek op is - een „postzegelplannetje" te ma ken. Het aantal kosteneenheden met betrekking tot de la waaibelasting is mij niet bekend. Men blijft echter on der de norm De heer VISSER: Kunt u geen exact getal noemen? De VOORZITTER: Neen, Men blijft echter onder de norm, dus onder de 40 kosteneenheden. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 56 Voorstel tot het verlenen van medewerking als be doeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan het bestuur van de Vereniging „De School met den Bijbel" te Soest: a. voor de aanschaf van een LOCO-systeem ten be hoeve van de Groen van Prinstererschool, alhier. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Met de in het voorstel door het college gegeven uitleg ben ik erg tevreden. U schrijft in het stuk dat het aanschaffen van het on derhavige systeem niet beslist noodzakelijk is, maar toch wel valt onder de normale, aan het geven van on derwijs te stellen eisen. Daarmede zijn mijn in de fi nanciële commissie gemaakte opmerkingen vervallen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen, b. voor het aanschaffen van meubilair en leer- en hulp middelen ten behoeve van de Savornin Lohmanschool, alhier. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde lijke stemming aangenomen, 57 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de verbetering van de fietspaden in de gemeente- bossen. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Onze fractie is blij dat dit voorstel eindelijk ter tafel ligt. Wij hopen dat na aanvaarding van het voorstel door de raad het krediet spoedig beschikbaar komt, zodat het nog vóór de zomer kan worden gebruikt. Gezien het feit dat het fietspad vanaf de Foekenlaan tot aan het kruispunt met de Schapendrift in het bos ligt, vraag ik mij af of daarvoor - uit milieu-overwe gingen - klinkers niet beter passen dan asfaltbeton. Wanneer men in bossen paden aanlegt, geeft men in de regel de voorkeur aan klinkers boven asfalt. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Dit voor stel is in de commissie openbare werken en in de fi nanciële commissie behandeld. Het verbaast me ech ter dat het niet in de boscommissie aan de orde is ge weest. Blijkens een ter inzage gelegde brief is de directeur van gemeentewerken voorstander van het weren van autoverkeer uit de bossen. Daar ben ik het van harte mee eens. In dit verband doe ik de suggestie om het pad dat vanaf Avia naar de Korte Duinen loopt, voor het autoverkeer af te sluiten. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Ik kan mij voorstellen dat de heer Van Poppelen blij is met dit voorstel. Hij heeft nl. enkele maanden gele den al om verbetering van de fietspaden gevraagd. Dat het doen van dit voorstel enige maanden heeft ge vergd, vloeit mede voort uit het feit dat wij ongeveer te zelfder tijd van de provincie het provinciale fiets padenplan ontvingen. Dat hebben wij eerst in de commissies behandeld, In aansluiting daarop zijn wij met het onderhavige voorstel gekomen. In het provinciale fietspadenplan wordt steeds ge sproken over „lavalith". Wij zijn gekomen tot het voorstel om het fietspad vanaf de Foekenlaan tot aan het kruispunt met de Schapendrift te asfalteren, door dat daarom in de commissie openbare werken is ge vraagd. Omdat het hier het drassigste pad betreft, heb ben wij deze suggestie overgenomen. Hoewel dit niet is onderzocht, heb ik de indruk dat het werken met klinkers veel duurder zou zijn. Bij asfaltering is de zaak bovendien vrij gemakkelijk schoon te schuiven. Wanneer bij voorbeeld op het mulle gedeelte veel zand op het pad komt, kan dat met de veegmachine een voudig worden schoon geveegd. In de boscommissie is wel eens over deze zaak gepraat. Het voorstel als zodanig is daarin echter niet behan deld. De oorzaak daarvan is gelegen in het feit dat de vergadering van de commissie veertien dagen is uitge steld. De boscommissie vergadert nu aanstaande maan dag. Ik was voornemens het voorstel in de oorspron kelijk geplande vergadering aan de orde te stellen. Daar de zaak al eens in de boscommissie is besproken, zou ik het onderhavige voorstel niet een maand wil len aanhouden om het alsnog in de boscommissie aan de orde te stellen. 46

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 47