De VOORZITTER: Dames en heren! De Soester On
dernemer heeft inmiddels ook een onderhoud met
ons aangevraagd, Het komt mij dan ook niet juist voor
om deze kwestie als agendapunt aan de raadsagenda
toe te voegen Het lijkt mij beter dat over deze brief
wordt gepraat op een moment dat het college advies
heeft uitgebracht,,
De heer SMIT: Mevrouw de voorzitter! Ik kan mij vol
ledig verenigen met het voorstel van het college.
In november jl hebben wij een brief van 8 oktober
1975 van de heer Wijnands behandeld. In deze brief
werden min of meer gelijke zaken aan de orde gesteld.
Wordt deze brief gelijktijdig behandeld?
De VOORZITTER: Met betrekking tot die brief heb
ben wij besloten om de raad een notaatje te doen toe
komen, omdat wij de brief in een groter verband wil
den behandelen Wij hebben daarbij gezegd, dat dat
notaatje wel enige maanden op zich zou kunnen laten
wachten
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik ben het
ermede eens dat deze brief in handen wordt gesteld
van het college om advies, maar ik vraag mij af of die
enige maanden moeten worden gerekend vanaf novem
ber of vanaf heden.
De VOORZITTER- Vanaf november.
De heer GOOTE: Wanneer kunnen wij die discussie te
gemoet zien?
De VOORZITTER: Waarschijnlijk in maart a.s.
Het stuk wordt gesteld in handen van burgemeester
en wethouders om advies.
e Brief d d 10 december 1975 van de Voetbal- en At
letiekvereniging „Soesterberg", inzake inspraak bij de
totstandkoming van het sportcomplex Sterrenbergweg
en de oversteekmoeilijkheden van de rijksweg, met
voorstel de vereniging overeenkomstig de ter inzage
gelegde ontwerp brief te berichten.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! In de
brief wordt min of meer gesuggereerd, dat er totaal
geen overleg is geweest over de nieuwe sportterreinen
tussen het college, de sportstichting en de Vereniging
Soesterberg. Is het waar dat de vereniging één of meer
besprekingen heeft gehad met de wethouder?
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik heb
met de voetbalclub gesproken en dat blijkt ook uit
de concept-brief van het college. Op 14 februari 1974
is er een gesprek geweest met de wijkraad en op 23 ja
nuari 1975 zijn de sportparkplannen besproken door
het dagelijks bestuur van de wijkraad, vertegenwoordi
gers van de Vereniging Soesterberg en de sportstichting.
Bij dat gesprek was ik aanwezig. Sinds 23 januari 1975
is er door mij geen gesprek meer gevoerd met de Voet
balvereniging Soesterberg. Er komt een nieuwe bespre
king.
Op dit moment is er begonnen met grondwerkzaam
heden, maar deze werkzaamheden komen naar ik meen
niet voor een verdere bespreking in aanmerking.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees
ter en wethouders is voorgesteld,
f Brief d.d, 28 mei 1975 van de heer P.F.W. Engelse,
Plasweg 38 te Soest, namens vele bewoners in Soest
Zuid), waarin verzocht wordt een tijdstip aan te ge
ven waarop kan worden overgegaan tot aansluiting
van de woning op een centrale antenne-inrichting,
met voorstel overeenkomstig de ter inzage gelegde
ontwerp brief te antwoorden.
Dit schrijven wordt behandeld na afhandeling van
agendapunt 7.
g. Brief d.d. 1 december 1975 van de directeur van de
Middelbare Technische School te Amersfoort met af
schrift van de petitie inzake voorgenomen bezuini
ging bij het m.t.o. in 1976.
Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving.
h. Brief d.d. 26 september 1975 van de Werkgroep
„Markt-Kerkebuurt", waarin verzocht wordt de
markt te verplaatsen naar de Kerkebuurt, met voorstel
overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp-brief
te antwoorden.
Dit schrijven wordt behandeld na afhandeling van
agendapunt 12.
i. Brief d.d. 15 juli 1975 van de Wijkraad Soesterberg,
waarbij een rapport van de door de wijkraad gehou
den bijeenkomsten met inwoners van Soesterberg
wordt toegezonden, met voorstel op deze brief over
eenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp-brief te
antwoorden.
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Terecht
begint de concept-brief met de woorden „Met bijzon
dere belangstelling"; Inderdaad geloof ik dat de wijk
raad een compliment verdient voor het feit, dat hij
zoveel moeite heeft gedaan om de gang van zaken met
betrekking tot een aantal gevallen in Soesterberg goed
te onderzoeken en te rapporteren aan het college.
Punt 1 van de concept-brief heeft betrekking op
klachten woningen. Door het college wordt opgemerkt,
dat het onderhoud sinds 1 juli 1975 tot de taak van de
S.S.W. behoort. Uit deze passage in de concept-brief
zou men de indruk kunnen krijgen, dat dit deel van
het rapport van de wijkraad reeds ter kennis is ge
bracht van de S.S.W., maar voor zover mij bekend is
dat nog niet het geval. Wanneer kan het bestuur van
de S.S.W, dat deel uit het rapport tegemoet zien?
Ik dring erop aan om de S.S.W. spoedig te informeren.
Het rapport van de wijkraad is van midden juli 1975
en dat betekent, dat er inmiddels zes maanden zijn
voorbij gegaan. Het verdient aanbeveling dat de
S.S.W. dit deel van het rapport zo snel mogelijk kan
afhandelen.
De heer STORIMANS: Mevrouw de voorzitter! Ik be
treur het dat in het rapport moet worden geconsta
teerd, dat bepaalde bewoners de plantsoenen vernie
len. Dat feit pleit mijns inziens voor de aanstelling
van een goede wijkagent in Soesterberg. Is er niet te
weinig politietoezicht?
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Mijn frac
tie betreurt het enigszins dat deze zaak als een inge
komen stuk wordt behandeld. Wij hadden liever ge
zien dat het rapport van de wijkraad in een raadscom
missie had kunnen worden behandeld (dat zou dan
waarschijnlijk de commissie openbare werken moeten
zijn) en daarna in de raad.
Er is sprake van een belangrijk rapport waaraan door
de wijkraad zeer veel aandacht is besteed. Ook voor
de communicatie met de wijkraad leek het ons een
goede zaak, wanneer de door ons voorgestane proce
dure was gevolgd. Wij willen het college dan ook
De VOORZITTER: Het rapport is in de commissie
openbare werken geweest; ik begrijp niet wat u nog
meer wilt!
De heer GOOTE: Voor zover ik geïnformeerd ben is
die brief
4