Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! De eerste vraag van mevrouw Van Gelder is: „Kunnen B W mij mededelen of in de door de wet houder in december geschetste situatie inmiddels ver betering is gekomen." Ik neem aan dat mevrouw Van Gelder in deze vraag doelt op de personeelssituatie. Als dat inderdaad het geval is, dan kan ik mededelen, dat er inmiddels bij de binnendienst drie krachten zijn aangetrokken, dat er nog een sollicitatieprocedure loopt die in juli haar be slag krijgt en betrekking heeft op een nieuwe chef voor de binnendienst, en dat er bij de buitendienst een nieuwe kracht is aangetrokken en twee vacatures zijn waarin op zo kort mogelijke termijn moet worden voorzien. Verder hebben wij een „tapper" aangetrok ken in verband met de extra administratieve proble men die wij hebben opgelopen. Vraag 2 luidt als volgt: „Is het genoemde rapport reeds verschenen en bespro ken in B W? a. Zo ja, wanneer wordt dit rapport dan ter diskus- sie gebracht in de betreffende kommissies? b. Zo nee, wat is dan de reden van vertraging en welke maatregelen stellen B W zich voor te nemen om het reorganisatierapport alsnog spoedig te laten verschij nen?" De problematiek is in drie fases ingedeeld. De eerste fase was het wel of niet opheffen van de sociale dienst en het invoeren in een secretarie-afdeling welzijn. Daarbij heeft het personeel inmiddels schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt. Burgemeester en wet houders hebben van dat standpunt kennis genomen en proberen nu een zo goed mogelijke oplossing te vinden om het personeel van de sociale dienst in de secreta rie-afdeling welzijn te laten functioneren, waarbij wij voorlopig uiteraard hebben afgezien van het opheffen van de sociale dienst totdat wij definitief met het per soneel tot overeenstemming zijn gekomen. Het perso neel heeft daarbij alle inspraakmogelijkheden. Daarnaast heeft zich inmiddels de reorganisatie van de buitendienst voltrokken. De buitendienst is opge splitst in twee secties. Het desbetreffende rapport is klaar en is in het college geweest. Het college kan zich met het oordeel van het personeel volkomen verenigen. Dit stuk van de organisatie zal voor de commissieleden ter inzage worden gelegd. Wij vonden het geen goede zaak om te reorganiseren in de binnendienst zolang er nog geen chef van de binnendienst aanwezig is. Ik vind dat wij niet kunnen reorganiseren terwijl wij bezig zijn om ten aanzien van een chef van de binnendienst een sollicitatieprocedure af te maken. Zodra het college met het personeel van de sociale dienst overeenstemming heeft bereikt met betrekking tot de integratie van de sociale dienst in de secretarie afdeling welzijn en wij tot een definitieve standpunt bepaling zullen zijn gekomen, wordt de raad daarvan op de hoogte gesteld. De heer DE LANGE: Mevrouw de voorzitter! Is het mogelijk, dat de desbetreffende commissies bij het vaststellen van de profielen van de aan te nemen ambtenaren kunnen meedenken? Of denkt het college dan meteen, dat de commissies of de raadsleden zich gaan bemoeien met het aannamebeleid? Ik meen dat er een duidelijk verschil is tussen het vaststellen van profielen en het aannemen van de mensen. 113 Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Dit is een zaak die wij uiteraard in het college zullen moeten bespreken. Het personeel heeft een profielschets gemaakt. Ik dacht dat als je een democratisch personeelsbeleid wilt hebben, je op de eerste plaats de mensen zelf hun voorkeur moet laten uitspreken. Zij hebben inmiddels profielschetsen gemaakt en die kunnen door de raads leden worden ingezien. Die schetsen worden toege zonden. Maar ik vraag mij af wat je als raadslid daar dan nog in te interveniëren hebt. De VOORZITTER: En wij hebben functiebeschrij vingen. De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! Ik begin nu een beetje in de war te raken over wat er in een or ganisatie nodig is aan figuren en aan functie-omschrij vingen. Als er een functie-omschrijving is, kan worden gezegd wat voor een profiel daarbij behoort. Wij moeten er niet mee beginnen met elkaar over een pro fieltje te praten. Wij moeten er eerst met elkaar over praten wat voor een organisatie wij willen hebben. Ik vind dat wij op dit moment niet helemaal zinvol praten. De VOORZITTER: Functiebeschrijvingen zijn er. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Er is een bestaande organisatie, er zijn functiebeschrijvingen en het per soneel heeft profielschetsen gemaakt. Als wij daar al lemaal gelukkig mee zijn, dan vraag ik mij af wat er dan verkeerd kan zijn gegaan in de ogen van de heer Van Ee. Maar ik wil er graag nog eens over discussiëren in de commissie maatschappelijk werk. De heer VAN EE: Ik zeg helemaal niet, dat er iets fout is gegaan. Ik stel alleen maar dat als je gaat pra ten, je moet uitgaan van een organisatievorm, waar de commissie natuurlijk ook haar gedachten over heeft, en dat aan de hand daarvan de mensen er on derling over moeten gaan praten wat voor figuren daarbij behoren. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Zoals de heer Van Ee het stelt, mevrouw de voorzitter, gebeurt het ook. De VOORZITTER verklaart het vragenhalfuurtje voor geëindigd. Voorstel tot het garanderen van de rente en aflos sing van een door de Stichting Ruitersportcentrum Eldorado te Soest aan te gane geldlening. De heer BLAAUW: Mevrouw de voorzitter! Ik ge loof dat de ruitersport de laatste jaren een steeds be langrijker plaats gaat innemen, niet alleen als sport, maar ook als recreatie. Ik meen dat ze de kinderen bovendien de liefde voor het paard bijbrengt. Ik hoop dat de kinderen al rijdende ook nog alles wat er groeit en bloeit in de natuur meer leren waarde ren, zodat ook in die zin de ruitersport een klein beetje opvoedend kan werken en nuttig voor hen kan zijn. Ik ben blij met het initiatiefvoorstel van het stich tingsbestuur. Uit de verwachting dat de stichting in een korte spanne tijd zonder subsidie het in het voor stel genoemde geld kan opbrengen maak ik op, dat het hier een bloeiende stichting betreft. Er zullen toch nog wel heel wat hoefslagen door de jongelui moeten worden gereden voordat dit geld zal zijn terugver diend. 114 115 94

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 95