Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 juni 1977» De voorzitter, De secretaris, 106 De heer DE WILDE: En dat is niet misselijk hè? Wethouder HOEKSTRA'. Dat zal waarschijnlijk niet misselijk zijn. Maar wij kunnen op het ogenblik geen kostenraming geven, aangezien het concept-rapport eerst moet worden vastgesteld. Ik zeg u toe dat, zo dra het is vastgesteld, wij ons erover zullen beraden. In dit verband vind ik uw opmerking dat de consequen ties moeten worden meegenomen in de financiële pa ragraaf van belang. Met betrekking tot het feit dat er in de commissie fi nanciën niet eerder mededeling is gedaan van de ver wachte overschrijding, is er ergens sprake van een kort- sluitinkje Wij krijgen in de commissie openbare wer ken elk kwartaal een overzicht van alle werken waar voor een krediet goedgekeurd is en die in uitvoering zijn, waarbij staat vermeld wanneer de raad ertoe heeft besloten, wanneer ze zijn goedgekeurd door gedeputeerde staten, wanneer er met de uitvoering een begin is gemaakt, in hoeverre de uitvoering ge vorderd is en hoeveel procent van de desbetreffende kredieten is opgeteerd Nu is het wonderlijke, dat net de kredieten ten aanzien van werkzaamheden die wij uitbesteden, worden overschreden (ik moet bin nenkort weer bij de raad komen met betrekking tot een krediet dat door het Ingenieursbureau Dwars, Heederik en Verhey is overschreden). In het onderha vige geval is dat geconstateerd in oktober/november 1976 en in het kwartaaloverzicht d d, 31 december 1976 van gemeentewerken stond dat inderdaad ver meld. Het is misschien beter dat de bedoelde kwartaal overzichten niet alleen naar de commissie openbare werken maar ook naar de commissie financiën gaan. De heer VAN DEN BRAKEL: Dat is wel belangrijk. Wethouder HOEKSTRA: Dat is net zo belangrijk en dat wil ik u bij dezen toezeggen. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Op 1 de cember 1970 kwam de Wet verontreiniging opper vlaktewateren Op basis daarvan heejft de provincie Utrecht per 1 januari 1973 een provinciale verorde ning inzake het waterkwaliteitsbeheer in het leven geroepen. Daarin stond reeds vermeld wat er met be trekking tot de riolen zou moeten gebeuren. De spe cialisten in de provincie Utrecht wisten dat. Alleen was er over bepaalde concrete maatregelen nog geen volledige duidelijkheid. Die duidelijkheid is op 6 augustus 197 5 gekomen, na onderhandelingen niet alleen met gemeenten, maar ook met ingenieursbu reaus, waaronder het Ingenieursbureau Dwars, Heede rik en Verhey, dat een van de grote ingenieursbureaus in de provincie Utrecht is. Men was dus op de hoogte. Ik heb er grote moeite mee om het voorstel toch zon der meer kkkkdoos te accepteren. Ik vind dat wij kunnen bewijzen dat dit ingenieursbureau op de hoog te was van de concrete maatregelen die te verwachten waren - weliswaar op 6 augustus 1975, maar u maakt mij niet wijs dat er dan in juni 1975 geen rekening zou kunnen worden gehouden met een maatregel die bovendien is verankerd in een provinciale verorde ning van 1 januari 1973. Wethouder HOEKSTRA: In het voorstel staat dat de belangrijkste oorzaak de wijziging van de richtlij nen van de provincie per augustus 1975 is. Deze wij ziging is dus niet de enige oorzaak, In een stuk dat ik voor mij heb liggen staat een heel stel extra berekenin gen, onder meer met betrekking tot de overstort aan de Van Lenneplaan en de bergbezinktanks. De duur van de procedure speelt gewoon een belangrijke rol ten aanzien van de kosten. De heer OLDENBOOM: Wij hebben sterk het gevoel dat wij moeten opdraaien voor een fout van het In genieursbureau Dwars, Heederik en Verhey. Wethouder HOEKSTRA: Ik wil verder geen pleidooi voeren voor het Ingenieursbureau Dwars, Heederik en Verhey, mevrouw de voorzitter. Met opzet niet. Wij hebben er aan het eind van het vorige jaar en in het begin van dit jaar iedere keer achterheen gezeten, zeggende dat het bureau moest opschieten. Het is per se niet zo dat ik nu het werk van dit ingenieursbureau zit schoon te praten, want het is natuurlijk ergens zijn fout. Je zou het eigenlijk moeten kunnen aanbeste den, want dan wasje er natuurlijk uit. Maar volgens de reglementen kan dat niet. De heer MENNE: Ik ben tegen het voorstel, mevrouw de voorzitter. De heer OLDENBOOM: Ik ook, mevrouw de voor zitter. En ik wil wel graag dat het college er met het Ingenieursbureau Dwars, Heederik en Verhey contact over opneemt waarom dit bureau het niet wist in ju ni 1975. Laat dit bureau maar eens bewijzen. Want het is naar mijn gevoel een verkeerde weg ingeslagen. Misschien moeten wij een onderbezetting van dit bu reau betalen. Ik weet het niet. Maar wij hebben het gevoel dat het niet goed zit. De VOORZITTER: Ja, maar met gevoelens doen wij natuurlijk niet zo verschrikkelijk veel. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De heren Van Logtenstein, Menne en Oldenboom ver krijgen op hun verzoek aantekening in de notulen, dat zij zich met de genomen beslissing niet hebben vere nigd. De VOORZITTER sluit hierna, te 23.29 uur, de ver gadering.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 101