;estel- van vo- velijk als woonerven. Uitwerking van dit soort zaken be hoort te gebeuren in de bestemmingsplannen, maar wij me nen dat aanduiding van deze gebieden die in principe in aanmerking komen, stellig thuishoort in het ontwikke lingsplan, Wij horen hierover graag de mening van het col lege. In het verkeerscirculatieplan wordt ook een aantal zaken op langere termijn aan de orde gesteld, zoals de reconstruc tie van de Praamgracht na een periode van vijf jaar, Onzes inziens kan die reconstructie op dit ogenblik best worden geschrapt, want nut en noodzaak zijn hiervan op geen enke le wijze aangetoond. Het wordt trouwens helemaal niet ge argumenteerd, Een doortrekking van de Centrumweg- noord zou eerst recht een volledige aantasting van de Eng betekenen. Ook hiervan zijn nut en noodzaak op geen en kele wijze aangetoond en dit schept uitsluitend verwarring bij de bevolking, zodat ook hier schrappen het beste advies is. Ook de Wilhelminalaan wordt in dit verband genoemd Bij de vaststelling van de raamstructuur is min of meer impli ciet - ik zeg dit laatste nadrukkelijk - besloten om deze doortrekking en verbreding gedurende vijfjaar open te houden. Wij zijn echter van mening - op dit punt verschil len wij dus van mening met hetgeen bij de behandeling van de raamstructuur naar voren is gekomen - dat het nog lan ger handhaven van deze toestand geen goede zaak is. De plannen voor doortrekking blokkeren en frustreren een aan zienlijk deel van onze gemeente, niet alleen de Wilhelmina laan, maar ook het gebied waar nu de hockeyvelden liggen, het gebied tussen de Waldeck Pyrmontlaan en de Verleng de Talmalaan. Wij menen dat een dergelijke doortrekking van deze weg, dwars door woonwijken heen, absoluut on gewenst is en dat de noodzaak hiervan niet is aangetoond. Bij de bespreking van de raamstructuur heeft de V.V.D.- fractie gespeeld met de gedachte van het indienen van een motie op dit punt. Wij willen deze fractie graag nog de eer gunnen om een motie hierover in te dienen, maar mocht deze niet komen, dan zullen wij overwegen om op dit punt een uitspraak van de raad te vragen. Mevrouw de voorzitter! Op een aantal punten kunnen wij ons dus niet verenigen met het gestelde over het verkeer en op een aantal andere punten hebben wij bedenkingen. Tenslotte wil ik nog zeer kort iets zeggen over Soester- berg. Als het college concreet zijn toezegging om iets te doen voor Soesterberg gestalte wil geven, moeten wij bij het streekplan Utrecht-oost nagaan op welke punten bezwaar moet worden gemaakt rn een bezwaarschrift. Ik vraag daar naast de aandacht van het college voor overgangen voor fietsers en voetgangers over rijksweg 28. Dit punt is door de werkgroepen naar voren gebracht, maar op geen enkele wij ze wordt hierover gesproken in het concept-ontwikkelings plan. Wij menen dat dit een bijzonder belangrijke zaak is en dringen hierop dan ook ten sterkste aan. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Steeds heeft u - en ook de raad - gezegd en geschreven dat gewerkt zou worden met halfjaarlijks bij te stellen P.P.D.-prognoses. Toch hanteert u op blz 63 van de voorstudies C'B.S.-cijfer materiaal, Werd in de raamstructuur nog een getal ge noemd van 0,62 voor de natuurlijke groei in 1990, thans wordt aangehouden 0,19 in 1990. Maar helaas is van dit vrij gunstige cijfermateriaal al op blz 75 van de voorstudies niets meer terug te vinden. Wel kondigt u „iets hogere cij fers" voor Soest aan, maar dat het om twee- a driemaal zo hoge cijfers gaat, gaat mij toch iets te ver. Daarbij komt nog dat landelijk en provinciaal de natuurlij ke groei steeds afneemt. In Soest laat u op blz. 75 de cij fers die veel te hoog zijn, eerst afnemen, maar na 1980 om onbegrijpelijke redenen weer stijgen. Landelijk - en de pro vincie neemt dat over - daalt het van 0,40 in 1976 tot 0,19 in 1990, In Soest echter stijgt dit cijfer van 0,56 in 1976 naar 0,57 in 1990, Dat zou allemaal niet zo erg zijn als de ze cijfers niet bepalend zijn voor de woningbehoefte. Wat het migratiesaldo betreft, is het zeker dat noch de pro vincie, noch het rijk aan Soest nog maar enigerlei opvang- functie toekennen. Het ontwerp-str eekplan Utrecht-oost rekent voor Soest zelfs in het geheel niet meer met een mi gratie-overschot. Op blz. 145 van het ontwikkelingsplan wordt gesteld, dat het gemeentebestuur bij gebrek aan in strumentarium lijdzaam zal moeten toezien dat een aantal vrije sectorwoningen wordt betrokken door personen die niet onder de beleidscategorieën vallen, „waardoor steeds minder woningen beschikbaar komen voor de Soester be volking". Andere gemeenten, zoals Baarn, Bunschoten en Eemnes doen tenminste pogingen om zich dat instrumen tarium wel te verschaffen. Passief afwachten is geen beleid, want al bouw je Soest helemaal vol, zo zal je altijd een lijst houden met 1 800 woningzoekenden. Deze lijst bestaat nl. al jaren en wij bouwen al jaren, maar de lijst verminderde niet, omdat ook in 1976 weer een groot percentage van de uitgereikte woonvergunningen bestemd was voor woning zoekenden van buiten de gemeente. Als Amersfoort groeistad wordt - wat onzes inziens ook niet wenselijk is - is dit om te voorkomen dat allerlei kwets bare plaatsen zoals Soest ten offer vallen aan de voortschrij dende suburbanisatie Dat hebben het rijk en de provincie in ieder geval niet met Soest voor en ik hoop dat de raad zich vanavond duidelijk zal uitspreken hierover. Soest moet geen tweede Amersfoort willen worden. Eerst zal de lijst van woningzoekenden moeten verminderen en wij moeten voorlopig alleen maar willen bouwen voor de behoefte, voor de Soesters, Op blz, 67 van de voorstudies staat over de ontwikkeling van de gemiddelde woningbezetting: „In de grafiek (blz b28) zijn de statistische en onderzoek- gegevens weergegeven van Het Centraal Plan Bureau De Provinciale Planologische Dienst (nota van september 1972) en de statistische gegevens van de gemeente Soest," Na de woorden „gemeente Soest" volgt er dus een kom ma. Deze drie regels zijn ook te vinden in de groene boe ken, maar dan met een punt er achter De zin is daar uit, maar zo niet in de voorstudies waar achter de komma de zin verder gaat met: „welke blijken overeen te komen voor wat betreft de ont wikkeling van 1976-1990, met dezelfde gegevens, genoemd in het rapport „Werkgelegenheid en Beroepsbevolking in de provincie Utrecht", P.P.D, december 1976." Dat is echter onjuist; het komt totaal niet overeen, In het P.P.D.-rapport (staat 6.2) vinden wij voor de regio Amers foort in 1990 een gemiddelde woningbezetting van 2,72, terwijl genoemde grafiek met betrekking tot Soest bij een langzame groei rekent met 2,9 in 1990 Bouw van wonin gen leidt tot een snellere daling van de gemiddelde woning bezetting Dat geldt dus wel voor Amersfoort als groei kern, maai niet voor Soest met haar terecht wat terugge drongen groei. Overigens zijn de laatste C B.S.-gegevens van 2,7, volgens telefonische informatie van één van mijn externe advi seurs, bij de rijksplanologische dienst geheel onbekend, Wanneer wij willen bouwen voor de gezinsverdunning, voor eventueel één- of tweepersoons woningen, vind ik dat best, maar dan moeten wij wel de 25 woningen per hecta re wat opschroeven, willen wij niet de kwetsbare gebieden in Soest aantasten Een gebied van 25 hectare biedt bij 131

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 126