luidt: Als Verkade de passie preekt, Soest pas op je klein tjes. Centrumplan Soest, voor of tegen? Het C.I.M.K. publiceer de deze week, dat de winkelcommissie al in 1975 aarzel de. Ook de winkeliers aarzelen en ik neem het u, mevrouw de voorzitter, bijzonder kwalijk dat u dinsdag de lijst van zogenaamde gegadigden niet voor mij ter inzage wilde leg gen in de leeskamer, zodat ik deze aarzeling helemaal niet heb kunnen nagaan. De werkzaamheden van een raadslid gaan bij u niet over rozen. Verder merkt het rapport, dat ik trouwens pas gisteren in de bus kreeg, op dat de afde ling planologie van het C.I.M.K. ten opzichte van het nieuwe winkelcentrum zich de laatste jaren zo geen tegen stander, dan toch in ieder geval ook niet meer een fervent voorstander heeft betoond. Wat het beruchte kooplek betreft, dat trouwens nog maar 15% bedraagt, moet de Soester ondernemer eens de hand in eigen boezem steken. Welke argeloze burger durft in Soest op maandag, dinsdag of woensdag boodschappen te doen, omdat hij dan voor die gesloten deur staat en dan weer voor die? In Soest kun je toch alleen maar donderdag, vrijdag en op zaterdag tot drie uur, vier uur - of is het toch vijf uur of half zes? -rustig boodschappen doen? U kunt beter ten halve keren dan ten hele dwalen, me vrouw de voorzitter. Ten koste van hoevelen en hoeveel moet het gaan, voordat bij dit gemeentebestuur en een raadsmeerderheid eindelijk het inzicht begint te dagen dat de plannen er zijn voor de mensen en niet de mensen voor de plannen Tenslotte nog iets over de werkgelegenheid. Tot mijn stomme verbazing is de zin uit de groene boeken „Dit sluit niet uit, dat de industriële sector niet meer zal groeien" geschrapt in de voorstudies. Toegevoegd is dat volgens de gegevens van de rijksplanologische dienst Utrecht 1976 met een afname van het aantal arbeidsplaatsen rekening zal moeten worden gehouden. Aan de zin „Voor deze ca tegorie van bedrijvigheid" - bedoeld wordt de industriële sector - „wordt, in termen van werkgelegenheid gesproken, echter geen groei voorzien" is in de voorstudies op blz. 91 het zinsdeel „en zelfs een zekere achteruitgang" toege voegd. Kortom, ik blijf erbij dat een extra reservering van vijf hectare bedrijfsterrein naast de bestaande vijf hectare zeer overbodig is geweest. Uitbreiding van industrie moet naar die streken in Nederland waar een schreeuwende be hoefte is aan werkgelegenheid. Dat is de mening van Pro gressief Soest en in zo'n gebied van grote werkloosheid, waar wij gelukkig niet wonen, gaat het ook en vooral om ménsen, weet u wel. De VOORZITTER: Dames en heren! De heren Goote en Visser zijn uitgebreid op de cijfers ingegaan, waarbij de heer Goote heeft gesteld dat de nu genoemde cijfers in het ontwikkelingsplan hoger zijn dan destijds in de raamstruc- tuur. Echter, volgens het mininum model van de raam- structuur zou tot 1990 het aantal inwoners van Soest toe nemen met 5.518, terwijl in het concept-ontwikkelings plan een toename is voorzien van 5.041. Immers, in het ene geval zouden wij gaan naar een totaal aantal inwo ners van 45.672 en in het andere geval naar 45.206. Inderdaad zijn de cijfers belangrijk voor het tempo van de bouw, zoals de heer Goote al heeft aangegeven. Wij heb ben gepoogd voor onze cijfers aan te sluiten bij de B-prog- nose van het C.B.S. van 1976. Daarbij moet echter wor den bedacht dat Soest de laatste jaren een veel hoger ge- boortenoverschot heeft gekend. Wij kwamen nl. aan 0,56 in plaats van de landelijke 0,40 over 1976 en met het oog hierop kon de B-prognose van het C.B.S. niet worden ge bruikt. De afgelopen tien jaar is de natuurlijke aanwas in Soest gemiddeld 0,06% hoger geweest dan het landelijk ge middelde. Wij hebben dan ook de A-prognose, van het C.B.S. moeten kiezen en hebben daaraan 0,06% toege voegd. De heer VISSER: Dat klopt toch niet, mevrouw de voorzit ter? Onderaan blz. 63 is een lijst gegeven van de natuurlijke groei tot 1990, die terugloopt van 0,46 naar 0,19. In 1976 is die voor Soest hoger geweest en op blz. 75 geeft u daar voor aan 0,55. Dan Hopt toch echter niet het lijstje op blz. 75, waar men zelfs stijgt tot 0,63 in 1985 en tenslotte uit komt op 0,57 in 1990, terwijl op blz. 63 de duidelijk neer gaande lijn te zien is van 0,46 naar 0,19? De VOORZITTER: Op blz. 63 is de landelijke B-prognose weergegeven van het C.B.S. Op blz. 75 gaat het om de A- prognose, waarover ik zojuist heb gesproken, plus 0,06%. De heer GOOTE: Ik wil niet zo diep in de cijfers duiken, maar ik heb erop gewezen dat is afgesproken dat de cijfers regelmatig zouden worden aangepast, hetgeen aan de hand van de P.P.D.-prognoses zou gebeuren. U hebt dat verschil lende keren toegezegd. Nu komt er een heel andere prog nose, zonder dat een discussie is gevoerd over het hoe en waarom van deze prognose. Die discussie vindt nu wel plaats, maar het is moeilijk na te gaan in hoeverre de Soes ter bevolking de laatste paar jaar geëxplodeerd is. De gege vens staan wel in het ontwikkelingsplan, maar er is niet voldoende gediscussieerd over die wijzigingen. De VOORZITTER: Maar over deze wijzigingen valt ook moeilijk te discussiëren, want in 1976 is gewoon gebleken dat de bevolkingsgroei in Soest hoger is geweest dan vol gens de B-prognose van het C.B.S., terwijl hetzelfde geldt voor een aantal jaren daarvoor. Het is dan noodzakelijk om de prognoses voor Soest daarbij aan te passen. Wij hebben de cijfers nu geëxtrapoleerd tot 1990, maar wij zullen ze natuurlijk steeds aanpassen aan nieuwe gegevens die in de toekomst beschikbaar komen. Maar misschien mag ik nu doorgaan met mijn betoog en De heer VISSER: Neen, u mag niet doorgaan, want het klopt gewoon niet. Als je gewoon rekent en er steeds 0,06% bij optelt, kloppen de cijfers gewoon niet op blz. 75. De VOORZITTER: Maar op blz. 63 gaat het om de B- prognose van het C.B.S., terwijl het op blz, 75 gaat om de A-prognose van het C.B.S., waarbij dan de 0,06% opgeteld is. Ik heb dat al uiteen gezet. Overigens ben ik zeker be reid als wij hier vanavond niet uitkomen, om voor morgen nog een nieuw lijstje hiervan te maken. De heer GOOTE: De nieuwe cijfers over de bevolkings groei zijn niet pas de afgelopen maand naar voren geko men. Waarom dan uw stellige verzekering de afgelopen tijd dat wij zouden uitgaan van de P.P.D.-prognoses? Dat is toch niet zo maar een slag in de lucht geweest? Dat was toch ge baseerd, naar ik aanneem, op de gedachte dat de P.P.D.- prognoses een goede weerspiegeling zouden vormen van de ontwikkelingen in Soest? Nu komt u met heel iets anders. De VOORZITTER: Toen men bij ons aan het cijferen sloeg, bleken de prognoses van de P.P.D. voor Soest toch niet te kloppen en bleek men uit te moeten gaan van de A- prognose van het C.B.S. plus 0,06%. Overigens zal men het wel met mij eens zijn dat het aantal inwoners dat in de raamstructuur is genoemd, hoger is dan het aantal dat wordt genoemd in het concept-ontwikkelingsplan. De heer GOOTE: Ik heb ook niet gesproken over het abso lute aantal inwoners, maar over de aanwas en over de P.P.D.-prognoses. De VOORZITTER: Neen, u hebt gesteld dat wij in de raam structuur op lagere aantallen zijn uitgekomen dan in het concept-ontwikkelingsplan, Ik heb dit bestreden.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 128