rar bui- P" ana- e ko- llleen is al ben nog ien plannen van het ministerie van defensie in Soesterberg zijn en welke consequenties dat heeft voor de woningbouw en de woningmarkt in Soesterberg. Als het ministerie van de fensie inderdaad zeer grote plannen in Soesterberg gaat re aliseren, waardoor de militaire werkgelegenheid sterk zal toenemen, verwacht ik dat - overigens legitiem - ook de druk op de woningmarkt sterk zal toenemen. Wat de Wilhelminalaan betreft waren wij van plan om te vragen wanneer reconstructie van de weg gaat plaats vin den, ruimte te creëren voor twee fietspaden. Wij gaan ech ter akkoord met het voorstel van de wethouder om af te wachten hoe de situatie in het Hart zich zal ontwikkelen en daarna in de commissie te spreken over de vraag wat wij moeten doen met ons bezit aan de Wilhelminalaan. De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Ik heb een reactie gemist op ons dringende verzoek om de kwaliteit van de te bouwen woningen zorgvuldig in het oog te hou den, gezien de zeer beperkte mogelijkheden van Soest. Ik heb hiermee willen aangeven dat, wanneer wij een verkeer de kwaliteit woningen bouwen, wij de migratie vergroten in Soest en dus de kans lopen op meer ongewenste vestigin gen in Soest. Dat is in tegenspraak met de doelstelling dat Soest betrekkelijk klein moet worden gehouden. Daarnaast hebben wij ervoor gepleit - daar heb ik wel enige reactie op gehad - dat de flats die naar onze verwachting incourant gaan worden, in hoofdzaak gebruikt zullen gaan worden voor alleenstaanden. In eerste instantie hebben wij niet willen spreken over de cijfers. Er is een Engels gezegde dat luidt: There are lies, there are big lies and there are statistics; met „statistics" worden dan cijfers bedoeld. Ik meen dat de planning van het aantal inwoners in hoofdzaak van belang is voor het in schatten van een toekomstige draagkracht voor gemeen schapsvoorzieningen en andere factoren. Overigens hebben wij een vorige keer de zeer goede afspraak gemaakt dat wij ons niet zouden laten ringeloren door welke cijfers dan ook wat betreft het woningbouwprogramma. Wij zouden ons richten op bestaande reële behoeften die wij kwalitatief bij zonder goed moeten onderkennen Wij hebben ons dan ook lichtelijk verveeld bij de enorme diarree van cijfertjes die over tafel zijn gekomen. De heer VISSER: Dat is nog niet zo vervelend als die Engelse spreekwoorden van u. De heer OLDENBOOM: „Diarree" is een staande uitdruk king bij vakgenoten als het om te veel cijfers gaat. Wat de Wilhelminalaan betreft is het nooit de bedoeling ge weest en ook nu niet de bedoeling om een snelweg door een woonbuurt aan te leggen. Wij zijn wel voorstanders er van om het welzijn van de bewoners van het Hart alle kan sen te geven die mogelijk zijn. Er worden nu allerlei maat regelen in het Hart getroffen, maar wij weten nog niet hoe die uit zullen werken. De voorspelbaarheid van verkeers maatregelen is door gebrek aan kennis nl. nog altijd bijzon der klein. Wij verzetten ons er dus sterk tegen om het ge luk van de bewoners van het Hart nu al op de tocht te zet ten. Ik wil hieraan nog een opmerking toevoegen. Op hearings wordt vaak gesproken over trapveldjes en kinderspeelplaat sen; dat is in eerste instantie een gevolg van het feit dat de kinderen niet meer op straat of het trottoir kunnen spelen, omdat de straten vol met blik staan. Met het oog hierop willen wij uitdrukkelijk de Wilhelminalaan nog als moge lijkheid openhouden. Het gaat ook uitdrukkelijk tégen ons standpunt in wanneer men verkeersmoeilijkheden van de ene straat naar de andere straat zou gaan verplaatsen. Op lossingen die worden gezocht moeten niet ten koste gaan van weer een andere groep van bewoners. Verkeersoplos- singen dienen dan ook steeds te voren zeer goed te worden onderzocht. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ondanks de diar ree van de heer Oldenboom De heer OLDENBOOM: Neen, de diarree van cijfers natuur lijk. U kent als vakgenoot toch wel deze uitdrukking? De heer GOOTE: Ik heb die uitdrukking uitstekend begre pen. Ondanks uw cijfermatige diarree De heer VISSER: Zeg het maar in het Engels; dan komt het beter over! De heer GOOTE: Ik hoop in ieder geval dat het college in de commissie voor ruimtelijke ordening te zijner tijd met een betoog zal komen over het hanteren van andere progno ses dan indertijd toegezegd. Verder zal ik hierop niet meer ingaan. Wat het punt van de migratie betreft, ben ik het eens met de opmerking dat in nog geen enkele gemeente de oplos sing is gevonden. Dat ontslaat ons niet van de plicht om naar oplossingen te zoeken, teneinde te komen in de rich ting van het beleidsdoel dat de migratie op nul komt. Wat de gezinsverdunning betreft, moeten wij de relatie met de woningdichtheid goed in de gaten houden. Inzake de te bebouwen gebieden wil ik komen tot indie ning van het al aangekondigde amendement op blz. 145. Dit amendement houdt in dat de tweede alinea van on deren als volgt wordt gelezen: „De gebieden welke wel tot toekomstig woningbouwge bied zijn bestemd, zijn: - Overhees derde fase, Overhees vierde fase, Klein En- gendaal; - gebied tussen Dalweg en Verlengde Talmalaan; - gebied tussen Dalweg en Molenstraat; - gebied tussen Verlengde Talmalaan en Waldeck Pyr- montlaan; - gebied van de hockeyvelden." De zin over de totale capaciteit van deze plannen moet dan ook worden aangepast. Als reservegebieden zouden wij, hoewel wij van mening zijn dat het eigenlijk niet noodza kelijk is om op dit ogenblik al reservegebieden aan te dui den, dan willen voorstellen - ook met het oog op de haal baarheid van het amendement - Boerenstreek, Noordoost- Hees en de andere als reservegebied aangeduide gebieden die niet in de genoemde opsomming van toekomstige wo ningbouwgebieden zijn aangeduid. De VOORZITTER: Ik wijs u er wel op dat het gebied van de hockeyvelden al begrepen is in de bouwplannen voor de Van Mecklenburglaan. De woningen die daar kun nen worden gebouwd, hebben wij al elders meegeteld. De heer GOOTE: Als dat het geval is kan het gebied van de hockeyvelden geschrapt worden uit de opsomming. De heer VAN EE: Dat is maar één veld. De heer GOOTE: Als het daarbij maar om één veld gaat, moet het gebied toch in het amendement blijven staan. De VOORZITTER: Neen, er blijft verder weinig ruimte meer over, want het Van Arkel Instituut heeft al zeer lang een claim liggen op dit gebied en wij hebben ook al toege zegd die claim te zullen honoreren zodra de hockeyvelden vrij zouden zijn. Overigens heb ik er geen moeite mee om dit gebied toch te noemen in het amendement, want wij zien vanzelf wel hoeveel ruimte er nog voor woningbouw overblijft. De heer GOOTE: Inderdaad, mevrouw de voorzitter. De 139

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 134