precieze textuele uitwerking van het amendement op blz.
145 laat ik overigens graag aan u over.
Wat het verkeer betreft ben ik blij dat over de tweezijdige
aansluiting van de Kerkstraat op de Centrumweg nog zal
worden gesproken en dat dit punt voorshands wordt open
gehouden, Ik ben ook blij met de toezegging over de grote
kaart, waaruit alles zal moeten blijken, ook de gebieden die
als verkeersluwe gebieden/woonerf zullen worden aangeduid.
Ik ben tevreden met de opmerking dat er voorstellenaan de
raad zullen worden gedaan, voordat eventueel een tweede rij
baan zal worden aangelegd. Ik geef het college wel, in na
volging van de heer Visser, in overweging om toch op korte
termijn iets te doen aan de rotzooi langs de Koningsweg.
Over de Wilhelminalaan bestaat uiteraard geen misverstand,
ook niet tussen de heer Oldenboom en mij, dat wij ook
maar enigszins de mogelijkheden in het Hart zouden willen
frustreren. Ook ons gaan die mogelijkheden nl. zeer aan het
hart. Wij zullen nu voorshands geen motie op dit punt indie
nen en zien de discussie in de commissie voor ruimtelijke
ordening tegemoet.
Wat de fietsroutes betreft, heb ik een reactie gemist op de
opmerking over de overgang over de Ferd Huycklaan. Wat
de doorsteken in Smitsveen en Klaarwater betreft, heeft
de wethouder mij niet kunnen overtuigen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de heer Visser niet
meer het woord verlangt in tweede termijn. Kennelijk is
hij helemaal tevreden gesteld.
De heer VISSER: Dat helemaal niet, mevrouw de voorzit
ter, maar gezien de tijd stop ik er nu écht mee.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! De heer Lan
ge heeft gevraagd welke voorwaarden zullen worden gesteld
bij de verkoop van premiekoopwoningen. Wij hebben in de
verkoopakten van de grond de voorwaarde gesteld, dat in
de koopakten van de woningen een soort anti-speculatie-
beding zal worden opgenomen dat is geënt op het zoge
naamde Noord-Hollandse model dat thans veel gehanteerd
wordt. Er zijn nog geen uitspraken door de rechter over ge
daan, maar het schijnt een model te zijn dat juridisch goed
haalbaar is. Wij hebben dit beding in onze contracten ove
rigens nog iets aangescherpt.
De heer LANGE: Dat is dus een instrument?
Wethouder EBBERS: Inderdaad. Bij de bouw in Overhees
wordt hiermee dus al gewerkt. Ook hieruit blijkt dat wij
niet passief zijn, maar juist een actief beleid proberen te
voeren.
De nieuwe plannen van het ministerie van defensie houden
veel opslag in, met weinig nieuwe arbeidsplaatsen, Welke
druk dit nog zal leggen op de woningmarkt, is op dit ogen
blik niet voorspelbaar. Bovendien stelt het ministerie van
defensie tegenwoordig niet meer zulke strikte eisen op het
punt van het wonen in de standplaats; als men in Soester-
berg werkt, kan men ook in Amersfoort wonen!
De heer LANGE: Dat is zo, maar als men een zodanig sy
steem maakt dat er ook wacht moet worden gelopen, kan
men erop rekenen dat men aanvragen krijgt voor vesti
ging in Soesterberg.
Wethouder EBBERS: Men zal dan toch naar elders moeten
uitwijken, want wij hebben geen woningen daarvoor. De
woningen die wij nog in Soesterberg kunnen bouwen, heb
ben wij veel te hard nodig voor onze eigen woningzoeken
den.
Het aantal woningzoekenden is op dit moment ongeveer
1.900. Ongeveer 800 daarvan zijn kwantitatieve woning
zoekenden, dus mensen die nog geen woning hebben. De
overige zijn kwalitatieve woningzoekenden, mensen dus
die al een woning hebben, maar die om medische of sociale
redenen verhuizen moeten.
De heer LANGE: Exclusief de mensen die in Overhees II
gaan wonen?
Wethouder EBBERS: Het is het aantal op dit moment.
Door Overhees zal natuurlijk een doorschuiving optreden.
Bij de toewijzing van woningen in Overhees - dat is ook de
grote teleurstelling voor veel gegadigden geweest - hebben
wij ook nadrukkelijk de voorwaarde gesteld dat men een
woning zou moeten achterlaten die beschikbaar zou zijn
voor de gemeente, waardoor het aantal van 800 iets zou
kunnen worden teruggebracht.
Met de opmerking van de heer Oldenboom over een ver
keerde kwaliteit van de nieuwe woningen ben ik het geheel
eens. Wij zullen inderdaad woningen van een zeer goede
kwaliteit moeten bouwen, anders krijgen wij inderdaad een
grotere migratie. Daarnaast ben ik het eens met de opmer
king van de heer Oldenboom over het eventueel in het ge
drang komen van gemeenschapsvoorzieningen, vooruitlo
pend op hetgeen morgen nog over het hoofdstuk financiën
aan de orde zal komen.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Ik kan
mij volledig aansluiten bij de afspraak die nu is gemaakt
over de Wilhelminalaan. Het is de bedoeling om dit nog in
reserve te houden en er geen besluit over te nemen de ko
mende tijd.
Ik heb de heer Goote kennelijk niet overtuigd wat de fiets
routes in Smitsveen en Klaarwater betreft. Dat spijt mij.
De overgang over de Ferd. Huycklaan zou een kostbare ge
schiedenis zijn, terwijl het maar een zeer kleine omweg is
om even de Kerkdwarsstraat te benutten. Juist omdat er al
zoveel zaken op het programma staan, hebben wij deze bij
zonder dure ongelijkvloerse kruising niet in de plannen op
genomen.
De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Goote kan ik
bevestigen dat de prognoses nog nader aan de orde zullen
komen. In de uiteindelijke versie van het ontwikkelingsplan
zullen wij dit punt ook nader pogen te verduidelijken.
Wat het door de heer Goote ingediende amendement betreft,
meen ik dat het college daar geheel achter kan staan. Ove
rigens meen ik wel dat de door de heer Goote opgestelde
lijst weer op de helling moet komen als Overhees III en IV
onverhoopt geen doorgang kunnen vinden. Op zichzelf heb
ben wij echter geen moeite met de doelstelling van de heer
Goote om na Overhees III en IV eerst zoveel mogelijk „in
te dikken" en zo weinig mogelijk richting Pijnenburg te
gaan met de bebouwing.
De heer GOOTE: Wanneer bebouwing van Overhees III en
IV geen doorgang kan vinden, is er inderdaad een nieuwe si
tuatie ontstaan, waarin opnieuw moet worden gesproken.
Het betekent wel dat op niet al te lange termijn bestem
mingsplannen voor de nu aangeduide gebieden in voorbe
reiding moeten worden genomen.
De VOORZITTER: Ja, uiteraard. Wij beginnen dan overi
gens toch eerst met Overhees III en IV, als dat mogelijk is.
De heer VAN POPPELEN: Gezien deze nadere uitleg, me
vrouw de voorzitter, heb ik geen moeite meer met het
amendement van de P. v.d. A.-fractie. Wij blijven echter
wel vasthouden aan bebouwing van Overhees III en IV en
als dit niet mogelijk blijkt te zijn moet opnieuw over deze
zaak worden gesproken.
De VOORZITTER: Inderdaad.
De heer LANGE: Dat is ook de hele opzet van het ontwik
kelingsplan,
Het amendement van de heer Goote inzake blz. 145 wordt
vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen,