Wethouder EBBERS: De heer Menne heeft voorts gespro
ken over de Centrumweg in verband met de reserve stads
uitleg. In de exploitatie-opzet van het centrumplan is een
post van f. 1 miljoen opgenomen voor verbetering van de
Bosstraat. Wat de rijkssubsidies betreft, zijn wij natuurlijk
uitgegaan van maximale subsidies en als men het maar goed
motiveert, krijgt men die wel; dat blijkt ook uit het recen
te voorbeeld van de Dalweg. Wij hebben dan ook nog steeds
goede hoop dat het wel goed zal gaan met de rijkssubsidies,
ook voor het politiebureau, gezien de ervaringen in andere
gemeenten. Dit is mij althans verteld.
Wat het staafdiagram betreft hebben wij inderdaad overwo
gen om het totale tekort over de vijftienjarige periode uit te
smeren. Echter, dan ontstaan in het staafdiagram over be
paalde jaren grotere tekorten en wij betwijfelen of dat nog
een aanvaardbare zaak zal zijn voor de toezichthoudende
instanties. Met het oog hierop hebben wij in het staafdia
gram dus niet helemaal gestreefd naar een regelmatige ver
deling van de tekorten.
De noodzaak van het multifunctioneel centrum vormt een
voor mij moeilijk onderwerp. Wij zijn thans bezig met de
actie voor de bouw van de Borg. Wij hebben in het verleden
het multifunctioneel centrum steeds gepland en ik vraag
mij wel enigszins af of het nog nodig is, maar mijn collega
weet dat beter dan ik. Overigens hebben wij het centrum
gepland voor 1985, zodat wij nog de tijd hebben om dit te
bekijken. De kwestie van het naar voren schuiven in de tijd
van het zwembad is een zaak van de wethouder van sport
zaken.
De heer MENNE: Kan het multifunctioneel centrum wel
licht deel uitmaken van het toekomstige gemeentehuis?
Wethouder EBBERS: Ook daarop zal mevrouw Van Stip
hout wel willen ingaan.
De nota van de gemeente Bussum die de heer Menne heeft
genoemd, zal door ons worden opgevraagd. Wij willen de
ze nota graag bij onze nadere beschouwingen over de finan
ciële paragraaf betrekken.
De heer MENNE: U hebt nog niet geantwoord op mijn
vraag over de zin op blz. 247, luidende:
„Het plan centrum zal geen bijdrage kunnen leveren, om
dat het dan economisch nauwelijks uitvoerbaar zou zijn".
Wethouder EBBERS: Inderdaad, u hebt gevraagd of deze
stelling nog nader kan worden toegelicht. Ik meen dat het
om een duidelijke zaak gaat. De Centrumweg zien wij meer
als een bovenwijkse voorziening dan als een zaak die recht
streeks op het centrumplan zou moeten drukken.
Mede met het oog op de haalbaarheid van het centrumplan
hebben wij de Centrumweg hierbij dus niet willen betrek
ken.
De heer MENNE: Komt dus het verschil tussen de kosten
die speciaal ten behoeve van de bereikbaarheid van het
centrum worden gemaakt - dus invalswegen e.d. - en de kos
ten die nog zouden moeten worden gemaakt als er géén
centrum zou komen, geheel ten laste van het centrumplan
als dat plan wél wordt gerealiseerd?
Wethouder EBBERS: Ik begrijp uw vraag niet goed, mijn
heer Menne.
De heer MENNE: Mijn vraag komt op het volgende neer:
Komen alle kosten die gemaakt moeten worden voor de
bereikbaarheid van het centrum - met uitzondering daii
van de Centrumweg - ten laste van het centrumplan
Wethouder EBBERS: In het centrumplan is een bedrag van
f. 1 miljoen opgenomen voor de verbetering van de Bos
straat; indertijd hebben wij die straat als een toegangsweg
voor het centrum beschouwd. Daarvoor is een alternatie!
ontwikkeld, met een onderdoorgang. Er zal misschien rog
wel iets aan de Bosstraat moeten worden gedaan; dat moet
nog nader worden bezien. De toegang echter die de heer
Menne met name bedoelt, dus via het Driftje, zit voor een
deel in het centrumplan, uitgaande van het bedrag van f. 1
miljoen dat is uitgetrokken voor de Bosstraat.
De heer VISSER: Is het dan nog wel reëel om tegen de be
volking te zeggen dat het centrum haar niets zal kosten? Men
laat bepaalde zaken dus niet op het centrumplan drukken,
maar betaalt die uit een ander potje dat de gemeenschap
óók moet vullen. Het is dan ook mijns inziens niet eerlijk
om te stellen dat het centrumplan de burgers niets extra's
kost.
Wethouder EBBERS: Dit is natuurlijk niet helemaal juist,
want als de Centrumweg wordt beschouwd als een boven
wijkse voorziening die voor de totale verkeersafwikkeling
in Soest nodig is, komt die weg wel degelijk ten gunste van
de bevolking.
De heer DE WILDE: Ik meen dat het probleem zit in twee
zinnen op blz. 247 die er eigenlijk helemaal niet bij horen.
De heer Menne heeft hier overigens terecht naar gevraagd.
De vraag is of het centrumplan belast moet worden en die
vraag beantwoordt het college zelf ontkennend. Het colle
ge moet dan niet als argument aanvoeren dat het centrum
plan dit niet kan dragen, maar moet erop wijzen dat het
niet eigenlijk zou zijn om voor de Centrumweg een bijdrage
van het centrumplan te vragen. U financiert de weg deels
uit een rijkssubsidie en het resterende bedrag komt uit het
fonds stadsuitleg; het college motiveert ook dat dit terecht
is. Als de twee zinnen die ik bedoel, niet op blz. 247 had
den gestaan, was dit misverstand niet in de wereld geko
men.
Wethouder EBBERS: Ja, ik ben dat eens met de heer De
Wilde. Ik meen ook dat deze beide zinnen beter kunnen
worden geschrapt.
Ik ben het voorts geheel eens met de stelling van de heer
De Wilde naar aanleiding van het dekkingsoverzicht op
blz. 254 e.v., dat een zeer zorgvuldig beleid moet wor
den gevoerd. Hij heeft voorts gezegd te hopen dat voortaan
jaarlijks een overzicht van de gevolgen voor de eerstkomen
de jaren van de genomen beslissingen zal worden verstrekt
in het kader van de begroting en het investeringsplan. Een
dergelijk overzicht is een nieuw aspect, maar ik wil graag
nader bezien in hoeverre dat voortaan steeds bij de begro
ting kan worden overgelegd. Het zou voor de analyse ach
teraf wellicht wel nuttig kunnen zijn, omdat daaruit blijkt
in hoeverre ook gevolgen aanwezig zijn van andere zaken
die toch op de een of andere manier financieel tot uiting
moeten komen.
Wat de afwijkingen van de begrotingsramingen betreft,
heb ik de heer Van Ee al toegezegd dit nader te zullen be
studeren. Ik heb deze zaak al besproken met verschillende
ambtenaren die ermee te maken hebben. De rekeningen
geven bijzonder nauwkeurig de cijfers weer, zeer gedetail
leerd, maar een goede analyse, enigszins met cijfers toege
licht, die niet tot op iedere cent nauwkeurig behoeft te
zijn, zal zeker een goede indruk kunnen geven van de over
schotten in de verschillende jaren. Ik meen een dergelijke
analyse wel te kunnen toezeggen, maar ik kan niet precies
zeggen wanneer wij daarmee kunnen beginnen. Zoals ik al
heb aangegeven, vereist dit immers nogal wat spitwerk.
De opmerking van de heer De Wilde over de organisatie van
het gemeentelijk apparaat, het houden van stafbesprekin
gen enz. moeten wij nog eens in het college onder ogen
zien. Ik meen dat de heer De Wilde hier een belangrijk punt
aan de orde heeft gesteld.
Ik ben het ook eens met de heer De Wilde dat wij ons voor
overdrijving bij de investeringslasten moeten hoeden. Voorts
160