belasting; houden we ook daar nog rekening mee, dan is er in dit geval toch nog van een verhoging van 27% sprake. Met betrekking tot object nummer 92, een winkel plus bungalow, bedraagt de verhoging voor de eigenaar/gebruiker 115%. Ten aanzien van object nummer 96, een boerderij, is de verhoging zelfs 183%. Ten aanzien van object nummer 97, een kan toor plus opslagplaats en object nummer 99, een boerderij, is de verhoging respectievelijk 97% en 142%. Met betrekking tot object nummer 107, een kindertehuis, is de verhoging zelfs bijna 200%, waar bij we natuurlijk hopen dat hetgeen er moet worden betaald van het rijk wordt terugontvangen. Wat de objecten nummer 108, een vrijstaande woning en nummer 109, recreatiewoningen (waarbij we kenne lijk met een rechtspersoon hebben te maken) betreft, bedraagt de verhoging 359%. Bij deze voorbeelden heb ik steeds rekening gehouden met zowel de perso nele belasting als het gebruikersaandeel dat moet worden betaald. Wij zouden dadelijk terzake graag wat nadere toelichting horen. Wij zijn van mening dat in dezen de verschuivingen toch wel met de no dige voorzichtigheid moeten worden gehanteerd. Het nieuwe systeem brengt een verhoging van de be lastingopbrengst van bijna f. 1 miljoen met zich mee. Deze bijna f. 1 miljoen zal moeten worden opge bracht door natuurlijke en rechtspersonen in de ge meente Soest. Ik heb eens uitgerekend wat het vliegveld zou kun nen bijdragen in het kader van de onroerend-goedbe- lasting. Het vliegveld wordt verdeeld in gebouwde eigendommen en ongebouwde aanhorigheden. Blijkens de tabel op bladzijde 4 van het rapport num mer 5544 B van het Bouwcentrum behorende ge bouwde eigendommen van het vliegveld tot de hoofd groep 7 en tot de subgroep 3. Ze hebben een hoogte van 5 tot 15 meter, zodat terzake de factor 10 geldt. Ik neem aan dat ze regendicht zijn. Op grond van een en ander kom ik in het overzicht van de tabellen op bladzijde 19 van het genoemde rapport terecht bij de code 73210222. (Als ik nu niet de juiste code heb genoemd, kan de wethouder mij misschien wel corri geren). Wanneer wij hierbij de factoren betrekken, waarop ik direct zal ingaan en waarbij ook kantteke ningen door ons zullen worden geplaatst en met el kaar vermenigvuldigen en uitgaan van 40.000 m2 ge bouwde vloeroppervlakte, dan komen wij uit op 40.000 x 83 x 1,12 x f. 16,- (het betreft hier een eigenaar/gebruiker) 10 ongeveer f. 60.000,-. Met betrekking tot de ongebouwde aanhorigheden komen wij bij eenzelfde berekeningswijze uit op om streeks f. 30.000,-. Aldus komen wij wat het vliegveld betreft over 1977 tot een belastingopbrengst voor de gemeente Soest van ongeveer f. 90.000,-. Is deze berekeningswijze juist Een factor die van enorm grote invloed is op het geen het vliegveld moet opbrengen, is de op bladzijde 25 van het meergenoemde rapport voorkomende factor 0.0069. Hoe komt men aan deze factor? Zou deze factor in plaats van 0,0069 bijvoorbeeld 0.069 (ik vermenigvuldig nu vrij willekeurig met 10) kunnen zijn, waardoor wij wat het vliegveld betreft tot een opbrengst voor de gemeente niet van ongeveer f. 90.000,-, maar van ongeveer f. 360.000,- zouden komen? Met een dergelijke hoge opbrengst zou de in onze ogen betrekkelijk willekeurige verschuiving ten aanzien van met name de bedrijven kunnen worden tegengegaan. De heer DE WILDE: Zou kunnen worden tegenge gaan? De heer MENNE: Ja, de in onze ogen betrekkelijk willekeurige verschuivingen die in het overzicht van de proefobjecten is aangegeven, met name ten aanzien van de bedrijven (ten aanzien van de woningen zijn de verschuivingen niet zo groot als bij de woningen). Als de gemeente van het vliegveld f. 360.000,— in plaats van f. 90.000,- zou krijgen, dan zou dat de hele zaak in een ander daglicht zetten; dan zouden wij de ver schuivingen veel geringer kunnen doen zijn ten aan zien van de natuurlijke personen en ten aanzien van de rechtspersonen die bedrijven zijn. De heer DE WILDE: Nu begrijp ik het. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Wij heb ben bij het hele belastingsysteem te maken met vier factoren, nl. vloeroppervlak, gebruik, ligging en kwa liteit en aldus met de formule vloeroppervlak x ge bruik x ligging x kwaliteit x f. 16,- per 10 m2. Op deze formule op zich zelf willen wij niet ingaan. Wel willen wij bij elk der genoemde factoren, die wij heb ben gekozen op 17 juni 1976, enkele aantekeningen maken. Wat de factor gebruik betreft, verwijs ik even naar het voorbeeld op bladzijde 2 van de bij het voorstel ge voegde bijlage met voorbeelden van de berekening van de gecorrigeerde oppervlakte. Dit voorbeeld betreft een vrijstaande woning op 1000 m2 grond met een be bouwde oppervlakte van 130 m2 enz. en komt uitein delijk uit op een gecorrigeerde oppervlakte van 713 m2. Als men dit voorbeeld vergelijkt met het voor beeld op bladzijde 5 van de bedoelde bijlage, dan ziet men het merkwaardige verschijnsel dat daarin ten aanzien van een vrijstaande woning op 2000 m2 grond met een zelfde soort ligging, kwaliteit en ge bruik tot een geringere gecorrigeerde oppervlakte, nl. van 699 m2, wordt gekomen. De VOORZITTER: Ik wijs u erop, mijnheer Menne, dat u nog krap een minuut spreektijd hebt. De heer MENNE: O. Kort samengevat De heer DE WILDE: Meesterlijk hoor! Ik kan met u meevoelen. De heer MENNE: Kan de hele raad dat? Mag ik nog vijf minuten, mevrouw de voorzitter? De VOORZITTER: Neen. Tenzij de raad daartoe ver lof zou verlenen. De heer VAN LOGTENSTEIN: Ja. De VOORZITTER: Maar het lijkt mij dat als wij in het reglement van orde een bepaling hebben De heer DE WILDE: Laten we zeggen: twee minu ten. De heer BLAAUW: Ja, het is erg spannend. De VOORZITTER: De raad geeft u twee minuten extra, mijnheer Menne. U had nog een minuut. U hebt nu dus nog drie minuten. Uw tijd gaat nu in. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter. Uit de ver gelijking tussen de voorbeelden op de bladzijden 2 en 5 van de bedoelde bijlage blijkt, dat de grote tuin nauwelijks invloed heeft op de belasting die moet wor den betaald. Met name als de tuin groter wordt dan 1000 m2, is de invloed vrijwel te verwaarlozen. Het gaat dan om ongeveer f. 1,50 per 1000 m2 per jaar. 170

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 165