Ten aanzien van hetgeen de heer De Wilde heeft ge zegd over gelijkmatigheid van het opvoeren van de ta rieven zou ik willen zeggen, dat het natuurlijk min of meer de bedoeling is om terzake gelijkmatigheid te betrachten. Wij zullen echt niet meteen tot het pla fond gaan. Dat hebben wij ook nooit beweerd. Wij hebben altijd gezegd dat wij onze belastingcapaciteit vooral wat de gebruikers betreft geleidelijk aan om hoog zullen moeten brengen en dat vooral een beetje langs wegen der gelijkheid bij de mensen zullen moe ten overbrengen. Dat houdt uiteraard verband met de plannen die je hebt. Wanneer wij in het kader van onze totale planning geld nodig hebben, dan zullen wij in overleg met elkaar moeten vaststellen waar wij het moeten zoeken. Wat de vrijstelling ten opzichte van kleine woningen betreft, wijs ik erop, dat wij in de financiële commis sie geen aanleiding hebben gevonden om de desbe treffende grens op te trekken van 10 m2 naar 30 m2. Als de raad een dergelijke wijziging wenst, dan heb ik daar geen bezwaren tegen. Ik wil een dergelijke wijziging wel invoeren, maar wij hebben er in de fi nanciële commissie vrij uitvoerig over gediscussieerd en wij hebben op dat moment geen gronden aanwe zig geacht om het te doen. Zou de raad echter alsnog willen besluiten de vrijstelling te wijzigen overeen komstig hetgeen in dat opzicht in Amersfoort is ge beurd, dan heb ik daarmede geen problemen. Wij zullen ons nader beraden over het invoeren van een rioolrecht en eventueel met desbetreffende voor stellen komen. Ik deel de opvatting dat ook de beroepsmogelijkheid in de voorlichtingslcrant moet worden opgenomen. Wij hebben in de financiële commissie gezegd dat op de achterkant van de aanslag staat datje gewoon vol gens het normale beroepsrecht in beroep kunt gaan, maar ik geloof dat het een nuttige zaak is om daarom trent iets op te nemen in de voorlichtingskrant. De heer MENNE: In het kader van de voorlichting lag er ook een brief met rode letters ter inzage. Die brief betrof de onroerend-goedbelasting, was gericht aan de inwoners van Soest en gedateerd maart 1977. Ik heb die brief niet ontvangen en bij navraag bij een aantal mensen heb ik gehoord dat ook zij hem niet hebben ontvangen. Wethouder EBBERS: Die brief is alleen uitgegaan in de gebieden waar men is begonnen met opmetingen enz. Je stuurt zo'n brief naar de bewoners van een bepaald gebied tegen het moment waarop je van plan bent daar te gaan werken. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik ben redelijk tevreden over het antwoord en trouwens ook over de hele voorbereiding. De discussie die wij hebben, zou de indruk kunnen wekken dat de voor bereiding niet goed is geweest, maar dat is mijn me ning beslist niet Ik vind dat de zaak heel goed is voorbereid. Ik wil een amendement indienen. In het groene boek je van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten staat, dat het vrijwel niet mogelijk is in deze regeling minder draagkrachtigen met een lager tarief tegemoet te komen, doch dat het wel is geoorloofd de heffings grondslag waar beneden geen aanslag wordt opgelegd, bij artikel 9 van het besluit gesteld op f 3 000,- of 10 m2, bij de verordening met een veelvoud van deze bedragen te verhogen. Ik stel voor dat wij de factor 3 toepassen en ons aldus aansluiten bij de gemeente Amersfoort. De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Uw opmerking over de orde van de vergadering zou ik even willen pareren. Ik meen nl. dat het hier om een dermate belangrijk stuk gaat, dat het alleszins gewenst is, dat op welke wijze dan ook hierover wordt gedis cussieerd, dat hier ook uitvoerig op details wordt in gegaan, te meer daar het toch al zo moeilijk is om het over te brengen naar de bevolking. Daarom dacht ik dat uw verwijt niet geheel op zijn plaats is. De VOORZITTER: Daarover ben ik het toch niet he lemaal met u eens, omdat juist de details waar ook over is gediscussieerd, toch wanneer ze op deze wijze in deze vergadering worden gebracht, te moeilijk blij ven voor ons allen. Ik dacht dat het beter zou zijn als de kenners onder elkaar in de financiële commissie over de details discussieerden - de commissie verga dert in het openbaar en daar kan iedereen, dus ook de pers, aanwezig zijn - en als verder werd getracht op een begrijpelijke wijze door middel van voorlich ting ons allen iets te doen weten Maar goed, je kunt hierover van mening verschillen. De heer STAM: Mevrouw de voorzitter! Ik zou graag nog enige toelichting op de correctiemogelijkheid ont vangen Ik denk hierbij met name aan de uitschieters die wij constateren, de gevallen waarin men krijgt te maken met verhogingen van 50% tot bijna 350%. Kan nu reëel worden toegezegd dat vooral in de bedrijfs- en agrarische sector deze gevallen nog eens zullen worden bekeken? Wethouder EBBERS: U moet er natuurlijk wel reke ning mee houden dat wij wat de bedrijven betreft na tuurlijk niet alleen met een verschuiving hebben te maken, maar gewoon ook hebben te maken met een heffing die zij vroeger niet hadden. Deze heffing komt er nu natuurlijk bij. Vandaar dat het veel meer spreekt en ook procentueel veel meer lijkt dan het in werke lijkheid is. De heer STAM: Daarom vind ik het ook zo jammer, dat de gebruikersbijdragen er niet bij staan. Wethouder EBBERS: Die gebruikersbetalingen be treffen onder andere de personele belasting. Wij heb ben geprobeerd de desbetreffende gegevens te ver krijgen, maar wij krijgen ze niet van de belastingdienst en wij kunnen ze dus ook niet invullen. De heer STAM: Het gaat niet om de personele belas ting. Die kan iedereen voor zich zelf bekijken. De heer MENNE: Ik zou nog iets ter verduidelijking willen zeggen, mevrouw de voorzitter. Het gaat steeds over de laatste bladzijde van het overzicht van de proefpercelen. Daar komen bedragen voor die lijken met elkaar te kunnen worden vergeleken. Daar is geen rekening gehouden met de personele belasting; daar kon geen rekening mee worden gehouden. Maar daarnaast is er het gedeelte dat een eigenaar/gebrui ker van een bepaalde opstal in zijn hoedanigheid van gebruiker moet betalen. Dat bedraagt 7/9 van de in de laatste kolom genoemde bedragen. Maar dat is op de genoemde bladzijde niet opgevoerd. Vandaar dat er steeds wordt gezegd: Er is geen vergelijking moge lijk, het is wat vreemd. Het gaat daarbij om verho gingen die tot in de honderden procenten lopen. De heer VAN EE: Als je vermenigvuldigt met f. 16,-, kun je het precies uitrekenen. Ik begrijp jullie niet. Dan moet je je les leren. De heer MENNE: Wij hebben het uitgerekend, mijn- 176

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 171