Van Logtenstein wanneer de heer Van Rouwendaal
ermede akkoord gaat.
De VOORZITTER: Ja, daar moeten wij natuurlijk
mee beginnen,
De heer DE WILDE: Ja Maar de urgentie speelt bij
deze zaak waarschijnlijk wel een rol, Of niet?
De VOORZITTER: Nou
De heer DE WILDE: Als u zegt dat er best een paar
maanden kan worden gewacht, dan moet het voor
stel worden aangehouden.
De VOORZITTER: Wij kunnen er twee huizen bou
wen als de noodweg eruit is
De heer DE WILDE: Dan sluit ik mij aan bij het
voorstel van de heer Van Logtenstein om het voorstel
aan te houden en die besprekingen te hebben,
Wethouder HOEKSTRA: Ik weet niet wat de heer De
Wilde nu precies bedoelt, mevrouw de voorzitter.
De heer DE WILDE: Ik wil dat er nu geen beslissing
wordt genomen overeenkomstig het voorstel van het
college.
Wethouder HOEKSTRA: Er kunnen twee huizen
worden gebouwd op de plek waar nu de noodweg is.
Dan kunnen er op het stuk van de heer Van Rouwen
daal acht huizen worden gebouwd Die acht huizen
hebben natuurlijk een uitgang nodig. Volgens het
bestemmingsplannetje zouden zes van de acht uitmon
den op de doorgetrokken weg naar de Korte Berg
straat. Als je die acht wilt bouwen, wordt de uitgang
voor de zes bijzonder moeilijk, want ze zijn net gesi
tueerd aan het doorgetrokken stukje Van Mecklen-
burglaan naar de Korte Bergstraat.
De heer DE WILDE: Maar dan komt het erop neer
dat u tegen het voorstel van de heer Van Logtenstein
bent.
Wethouder HOEKSTRA: Ik probeer duidelijk te ma
ken dat wij wel begrepen hebben waar het hier om
gaat. Het gaat erom dat men een verkeersluwe buurt
wil. Welnu, dan zeg ik: Laten wij de derde uitweg die
wij nog altijd in gedachten hebben, achterwege laten.
De heer Van Logtenstein zegt wel dat men aan de an
dere kant op een veel beter punt uitkomt, maar ik
weet niet of de Schrikslaan en de Waldeck Pyrmont-
laan nu zulke geweldige straten zijn om er een ont
sluiting op te laten uitmonden. Daar wordt ook altijd
over geklaagd. En daar komen iedere dag vele bussen
met schoolkinderen door. De Korte Bergstraat is een
klein, smal weggetje, maar er zijn plannen om de Ju-
lianalaan en de Wilhelminalaan eenrichtingverkeer te
geven, waardoor het daar natuurlijk een stuk beter
wordt, ook voor de Korte Bergstraat.
De heer OLDENBOOM: Ik ben toch voor aanhou
ding.
De VOORZITTER: Ik stel voor dat er conform het
voorstel van het college wordt besloten.
De heer OLDENBOOM: Ik stel voor dat, gezien het
improviserende karakter van de wijze waarop wij hier
op dit moment te werk gaan, het geheel wordt aan
gehouden, Wij weten niet precies hoe het dan moet.
Wij weten niet precies hoe de uitgangen allemaal mo
gelijk zijn Er is helemaal niemand verloren als wij de
zaak nog eens rustig bekijken in de commissie ruim
telijke ordening en de gewijzigde inzichten eens even
op ons laten inwerken.
De heer DE WILDE: Als er tijd voor is. Dat is het
punt.
De VOORZITTER: Ja, want als wij het voorstel aan
houden, dan wordt het in ieder geval eind augustus
voordat het opnieuw aan de orde kan komen.
De heer DE WILDE: Als het kan, ben ik voor aanhou
ding.
De VOORZITTER: Ik moet zeggen dat ik twee maan
den vrij lang vind. Maar ik leg het in handen van de
raad
De heer DE WILDE: Dan ben ik voor aanhouding.
Het voorstel wordt aangehouden.
95 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
ten behoeve van buitengewone onderhoudswerkzaam
heden aan het gemeentelijk woningbezit.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil u
ronduit zeggen, dat ik mij een beetje heb verbaasd
over dit voorstel. Als je het leest, lijkt er eigenlijk hele
maal niets aan de hand te zijn. Er wordt
f. 884.000,-- gevraagd om onderhoudswerk te doen.
Daar is natuurlijk alles voor. In de commissie finan
ciën hadden wij geen advies van de directeur van ge
meentewerken. Er zijn dingen die je een beetje een ge
voel geven waardoor je denkt: Hé, wat merkwaardig.
Geen advies van de directeur van gemeentewerken.
Zou er iets bijzonders zijn?
Welnu, dat blijkt klinkklaar uit de brief van de direc
teur van gemeentewerken van 25 maart 1977 die nu
bij de stukken is gevoegd, die blijkbaar wel aanwezig
was op het moment waarop wij de zaak in de com
missie financiën behandelden, maar die toen om een
of andere reden niet bij de stukken is gevoegd.
Ik wil u ronduit zeggen, dat ik geschrokken ben van
de brief van de directeur van gemeentewerken en nog
meer van het feit dat het college met geen woord op
de desbetreffende problematiek ingaat, dus niet zegt,
dat het er kennis van heeft genomen en hoe het de
zaak zal aanpakken. Ik moet u zeggen dat ik dat ten
opzichte van de raad eigenlijk ook een beetje kwalijk
vind. Want degenen onder de raadsleden die van
niets weten, denken: Dit is goed, hier besluiten wij
toe.
Er zijn twee punten in de brief van de directeur van
gemeentewerken. Het ene punt betreft de zaak zelf.
Het andere punt betreft de fundamentele verhouding
tussen de dienst gemeentewerken en de S.S.W., die,
althans wat mij betreft, nog nooit zo duidelijk boven
tafel is gekomen als nu het geval is.
Het gaat over woningen van het gemeentelijk woning
bedrijf. Deze woningen hebben wij ondergebracht bij
de S.S.W., die een belangrijk gedeelte van het woning-
bezit in de gemeente Soest beheert. In de brief van
25 maart jl wordt nogal scherpe kritiek uitgeoefend
op de begrotingen die de S.S.W. heeft ingediend. De
S.S.W. spreekt over het aanbrengen van dakgoten bij
schuren en geeft daarvoor als motief aan dat het moet
gebeuren omdat anders de muren vochtdoorslag geven
en er wateroverlast op de tegelpaden ontstaat. Daar
van zegt de directeur van gemeentewerken: Neen, het
punt waarom het draait is, dat er bij die schuren rio
lering ontbreekt. De directeur van gemeentewerken
vraagt zich af waarom men niet een voorstel doet om
in dat opzicht de kwaal meteen op te heffen. Maar
van een krediet om rioleringen aan te leggen is geen
sprake.
Erger vind ik het dat er aanmerkingen worden ge
maakt op de begroting überhaupt. Zo wordt er ten
184