97 98 Er is blijkbaar ergens een technisch apparaat en er is nog een ander technisch apparaat. Deze twee techni sche apparaten zijn bezig elkaar tegen te spreken. Daar zit een beleidscollege tussen dat geen technische kennis heeft en dat beleidscollege wordt vermalen. Dat is niet toelaatbaar. De zaak moet fundamenteel worden aangepakt, Wanneer je dan voldoende begrip hebt getoond voor de mensen die erbij in het spel zijn, dan moet een en ander zakelijk erg goed worden ge structureerd, opdat wij de zaken goed voor elkaar hebben. Ik zeg dit zonder hovaardij en zonder er een prestigekwestie van te maken, maar ik vind de huidi ge toestand wel erg. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Ik zou de woorden van de heer De Wilde toch wel erg willen ondersteunen. Onze fractie werd aan vankelijk door mevrouw Alting in de S.S.W. vertegen woordigd. Vervolgens heeft onze fractie welbewust de heer Van Aalst laten afvaardigen in de S.S.W., omdat hij meer technisch is. Wij hebben in onze fractie uit voerig over de S.S.W, gesproken en menen dat de he le kwestie van de S.S.W, als een apart onderwerp hele maal moet worden bezien in de nu door de heer De Wilde aangegeven zin, aangezien je als enkele verte genwoordigers van de raad in het S.S.W.-bestuur wel kunt signaleren, maar onmachtig bent. Wij menen dat wij ons als raad moeten beraden over ons beleid ten aanzien van de S.S.W. en over het hele functioneren van de S.S.W. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Ik zou het bijzonder op prijs stellen als er overeenkomstig het voorstel van de heer De Wilde een gesprek plaats vond tussen het college, de leden van de raad die zit ting hebben in het S.S.W.-bestuur en de fractievoorzit ters, Ik meen dat ik hiermede ook de mening vertolk van de andere raadsleden die zitting hebben in het S.S.W.-bestuur. De VOORZITTER: Prachtig. Dit wordt algemeen on dersteund. Ik denk dat de wethouder er ook geen moeite mee zal hebben. Wethouder HOEKSTRA: Ik heb er alleen maar ple zier in, mevrouw de voorzitter. Ik wil graag dat de zaak eens wordt doorgesproken. Ik zou dat het liefst al in bijvoorbeeld de eerste week van juli zien plaats vinden. Ik weet niet of dat haalbaar is, maar dat peil ik nog wel. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik stel u voor het voorstel van het college aan te nemen en verder te handelen overeenkomstig hetgeen er vanuit de raad is voorgesteld. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van de voorzitter besloten. De VOORZITTER: Dames en heren' Het is elf uur. Ik heb beloofd u nu te zullen raadplegen over het wel of niet voortzetten van de vergadering op dit moment. Ik hoor nu van verschillende kanten dat men inder daad wil doorgaan Ik vind dat een heel prettig geluid We gaan verder. Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan hét bestuur van de Stichting voor Katholiek Onderwijs Soest voor de aanschaf van meubilair e d. voor de Maria - school voor g.l.o. aan de Mariastraat, Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel 50 van de Kleuteronderwijswet aan het bestuur van de Vereniging voor Protestants-Christelijk Onderwijs te Soest voor de bouw van een kleuterschool aan de nog te bouwen nieuwe Da Costaschool aan de Prins Bernhardlaan. Deze beide voorstellen worden achtereenvolgens zon der discussie en zonder hoofdelijke stemming aange nomen, 100 Voorstel tot het verhuren van grond aan de Di Lasso straat aan G.J. Koot. De heer MENNE; Mevrouw de voorzitter! Onze frac tie heeft wel wat moeite met het voorstel. De belang hebbenden hebben ons op enkele dingen gewezen, zodat wij naast het voorstel ook andere gegevens heb ben Er is op 19 januari jl in een bijeenkomst waarin on der andere wethouder Ebbers en de vertegenwoordi ger van Sperwer die voorheen in de onderhavige nood- winkel zat, aanwezig waren, gezegd dat de gemeente zich kon voorstellen en het ook redelijk vond, dat in de noodwinkel Sperwer zijn zaken zou continueren en dat er dan een geschikte kandidaat zou moeten worden gevonden. Daarna heeft zich een correspon dentie ontwikkeld en op een gegeven moment is af gesproken, dat op maandag 20 juni a.s. een verte genwoordiging van Sperwer met de wethouder zal spreken en de zaken nader onder ogen zullen wor den gezien Met het oog daarop is het wat vreemd dat wij als raad nu worden geconfronteerd met een voorstel om te verhuren aan de heer Koot als nieuwe gegadigde voor de noodwinkel. Zou het niet beter zijn als het voorstel nu werd aangehouden en de zaak nog eens werd bekeken? Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Ik kan wat bepaalde punten betreft niet te diep op de zaak ingaan De zaak is behandeld in een besloten ver gadering van de financiële commissie. Wij hebben indertijd met betrekking tot de verhuur van de winkel in het kader van het vestigingsbeleid van onze winkeliers een advertentie geplaatst. Daar is een selectieprocedure op gevolgd, Daaruit zijn twee gegadigden gekomen, nl. de heren Jager en Koot. Er was niet veel verschil tussen beiden. Alleen omdat hij wat jonger was dan de heer Jager, is de heer Koot als tweede kandidaat aangemerkt door de selectiecommissie, die bestond uit een vertegenwoor diger van het Centraal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf, de rijksconsulent en een ambtenaar van de afdeling 1 Ikzelf heb geen deel uitgemaakt van de selectiecommissie, die de gesprekken met de diverse gegadigden heeft gevoerd. Ik ben er wel bij geweest, maar heb mij er niet mee bemoeid; ik wilde de gang van zaken eens meemaken om te zien hoe het een en ander ging. Op een gegeven moment is de grond ver huurd aan de heer Jager. Nu blijkt dat verschillende zaken niet meer zijn zo als ze zijn geweest,hebben wij gewoon gemeend de tweede kandidaat te moeten aanwijzen, althans als hij met het Sper werverbond tot overeenstemming kon komen Dit laatste bleek niet het geval te zijn. Er waren nl. zaken aan de orde die zuiver in het vlak van de bedrijfsvoering lagen en ten aanzien waarvan de twee partijen lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan. Ik vond dat ik op dat moment, verder niets te maken hebbende met Sperwer, zonder meer aan de raad kon voorstellen de grond te verhuren aan de heer Koot. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Op grond van het verslag van de bijeenkomst van 19 januari jl. vind ik dat er duidelijk een morele verplichting van de 187

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 182