Nr. 3 Soest, 17 februari 1977 NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op donderdag 17 februari 1977 te 19.30 uur. Voorzitter de burgemeester, mevrouw mr. J.M. Corver- van Haaften. Secretaris de heer J.L. van Dommelen, loco-secretaris. Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, J.J. van den Brakel, J.J. Ebbers, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen, H.J. Goo- te, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam, J.W. Hilhorst, D. Hoekstra, P.C. Lange, R.A. van Logtenstein, J.L. Menne, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, G.A.W.G.A. Plomp, J.R. van Poppelen, G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg, P.L.J.M. Storimans, C. Verheus, J. Visser en K. de Wilde. Afwezig met kennisgeving het lid: mevrouw E. Korthuis- Elion. Afwezig zonder kennisgeving het lid: M.A. van Ee. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter plaats. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik deel u mede dat er bericht van verhindering is ingekomen van mevrouw Korthuis. Ik heet welkom de leerlingen van de Mariaschool die van avond een vergadering van de gemeenteraad bijwonen. Ik hoop dat zij daardoor op een zodanige wijze zullen worden gestimuleerd, dat zij zich over tien a twaalf jaar ook beschik baar stellen voor deze functie. 21 Notulen van de raadsvergaderingen van 6 en 16 december 1976 en van 20 januari 1977. Notulen van 20 januari 1977. Op voorstel van de VOORZITTER wordt besloten op pagina 3, rechter kolom, regel 17 v.b. de zin „wij moeten niet te veel willen" te besluiten met aanhalingstekens. De notulen worden, met inachtneming van de aangebrach- te wijziging, zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. 22 Ingekomen stukken. a. Brief d.d. 12 januari 1977 van mevrouw A. v.d. Vaart te Soest inzake afsluiting van de Eigendomweg. Dit schrijven wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders om advies. b. Brief van 3 januari 1977 van het dagelijks bestuur van de A-kring Utrecht-c. Bescherming Bevolking, waarbij de begroting 1977 wordt toegezonden. Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving. c. Brief van 28 december 1976 van het Intergemeente lijk Automatiseringscentrum Midden-Nederland, waarbij worden toegezonden de jaarrekeningen en het jaarverslag 1975. Deze stukken worden aangenomen voor kennisgeving. d. Beroepschrift van mr. J.W. Hamming te Utrecht, na mens H. Verhoeff te Soest, gericht tot de afdeling Recht spraak van de Raad van State, terzake van de ongegrond- verklaring door de raad van Soest van het beroep tegen het besluit van burgemeester en wethouders van Soest tot weigering van een bouwvergunning ten behoeve van de bouw van paardeboxen, met het voorstel deze brief voor kennisgeving aan te nemen. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Ik stel voor om in de tekst van de agendering van dit ingekomen stuk de woorden „bouwvergunning ten behoeve van de bouw van paardeboxen" te vervangen door de woorden „bouwvergunning ten behoeve van een gedeelte van de paardeboxen welke inmiddels werden gerealiseerd". De VOORZITTER: Vindt u dat een essentiële wijzi ging? De heer MENNE: Ik vind het een verduidelijking. De VOORZITTER: Wij hebben geen moeite met die wijziging, hoewel ik niet inzie waarom die wijziging zou moeten worden aangebracht. Wij zullen de tekst van de agendering aldus wijzigen. Het stuk wordt aangenomen voor kennisgeving, e. Voorstel tot beantwoording van een brief van me vrouw Van Es, Wieksloterweg 33 O.Z. te Soest inzake de handhaving van de noodwoningen aan de Wieksloter weg, alsmede over de vraag of het toegestaan is de woning uit te breiden. De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzitter! In grote lijnen stemmen wij in met het concept-ant woord. Bij de bewoners van de Wieksloterweg leeft de angst, dat de noodwoningen aan deze weg zullen worden afgebro ken. Het verheugt ons dat die angst door deze brief zal worden weggenomen. Ik heb ter plaatse een kijkje genomen. Het is feitelijk onvoorstelbaar wat sommige bewoners voor mogelijkhe den in hun woningen hebben gecreëerd. Meestal zijn de verbouwingen door de bewoners zelf gefinancierd. Ik meen dat wij als gemeentelijke overheid ten aanzien van de betrokken woningen aan de Wieksloterweg een bepaalde verantwoordelijkheid hebben. Ik acht het dan ook niet toelaatbaar, dat de huizen beschikken over een afgekeurde elektrische bedrading. Daardoor worden de bewoners elke minuut van de dag blootgesteld aan le vensgevaar. Ik meen dat de gemeente de plicht heeft om die elektrische leidingen na te zien. Er moeten de nodige maatregelen worden getroffen, zodat de mensen niet be hoeven te vrezen, dat zij plotseling een elektrische schok kunnen krijgen. Voor het overige zijn wij het helemaal eens met het standpunt van het college. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! In de brief van mevrouw Van Es heb ik gelezen dat de angst waar over de heer Van den Brakel heeft gesproken, is veroor zaakt door een raadslid (Dit is bevestigd door de direc teur gemeentewerken). Ik acht het niet erg verstandig, wanneer raadsleden dergelijke angsten oproepen bij de bevolking. De brief van mevrouw Van Es is daarvan het gevolg. Ik weet niet welk raadslid een en ander heeft ge zegd, maar ik acht het verstandig om dergelijke dingen te voorkomen. De heer DE WILDE: Om misverstand te voorkomen: de heer Van den Brakel heeft dergelijke mededelingen niet gedaan. De heer VAN LOGTENSTEIN: Zullen wij allemaal zeg gen wie het niet hebben gezegd? De heer DE WILDE: De heer Visser noemde de naam van de heer Van den Brakel en die is er geweest. De heer VISSER: Wat de heer De Wilde nu zegt is niet waar. Ik heb gezegd dat de angst waarover de heer Van den Brakel heeft gesproken, is verspreid door een raads lid. Ik weet niet wie dat raadslid is geweest. De heer DE WILDE: U weet het wel? De heer VISSER: Neen, ik weet het niet. De VOORZITTER: Goed, teneinde misverstanden te 17

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 18