- 2 -
4 augustus 1977.
De VOORZITTER: In de krant heeft gestaan, dat er een openbare
informele raadsvergadering is.
De heer VAN POPPELEN: Is daarbij vermeld welk onderwerp aan
de orde zou komen?
De VOORZITTER: Als onderwerp is vermeld de kabeltelevisie.
De heer VAN POPPELEN: Ik heb het krantebericht niet gelezen,
maar het zal wel zo zijn.
De VOORZITTER: Ik weet niet hoe groot het krantebericht is
geweest, maar dat kunnen wij nog even nakijken. Wij kunnen natuur
lijk niets doen aan de wijze waarop een bepaald bericht in de
krant komt.
De heer JELGERSMA: Mevrouw de voorzitter! Ik stel het bijzon
der op prijs, dat ik vanavond in de gelegenheid ben gesteld om
het ons Kabeltelevisie Advies Instituut uitgebrachte rapport nader
toe te lichten.
Ik hoop dat het rapport duidelijk is. Ongetwijfeld zullen de
aanwezige raadsleden verschillende vragen willen stellen. Daarom
wil ik mijn toelichting niet te lang maken. Ik heb de goede hoop,
dat het rapport op vele punten voor zich zelf spreekt, waardoor
de vragen kunnen leiden tot een verdere uitdieping van hetgeen
reeds op papier staat.
Het rapport beoogt allereerst aan te geven waarom kabeltele
visie een zinvolle zaak is. Na de vaststelling dat kabeltelevisie
een zinvolle zaak is geeft het rapport aan welke beslissingen zul
len moeten worden genomen. Die beslissingen hebben onder meer be
trekking op de te kiezen techniek, de te kiezen beheers- en ex
ploitatiestructuur 5 de te kiezen aanlegmethode en overige relevan
te zaken.
Ongetwijfeld zal de discussie zich vanavond toespitsen op
een aantal aspecten. Ik denk dat de raadsleden zich in het bijzon
der zullen interesseren voor de beheersstructuur (de wijze waarop
de zaak wordt bestuurd). Ongetwijfeld zal er ook veel belangstel
ling bestaan voor de technische aspecten van het net (wat het net
kan). De overige aspecten zullen waarschijnlijk wat minder tot de
verbeelding spreken.