- 10 -
4 augustus 1977.
kanalen.
De heer JELGERSMA: Mijnheer de voorzitter! Bij het doorgeven
en bntvangen van f.m.-signalen komt een aantal belangrijke aspec
ten om de hoek kijken. Het is - onafhankelijk van de te kiezen
distributiestructuur - onvoorstelbaar moeilijk om f.m.-signalen
goed te ontvangen en goed te verwerken om de signalen bij de
abonnees thuis te brengen.
Er is een ontstellend grote variëteit in f.m.-ontvangers in
Nederland op de markt. Er zijn ontvangers die bijzonder ongevoelig
zijn en dat betekent, dat je erg veel signaal moet toedienen om
een behoorlijke ontvangst te krijgen. Er zijn echter ook ontvangers
die zodanig gevoelig zijn, dat zij maar heel erg weinig signaal
nodig hebben. Die ontvangers gaan nare eigenschappen vertonen,
wanneer ze veel signaal krijgen toegediend. Het dynamische be
reik - het verschil tussen het laagste signaal dat nodig is voor
een gevoelige ontvanger en het hoogste signaal dat nodig is voor
een ongevoelige ontvanger - is zo groot, dat het in de praktijk
erg moeilijk is om een net daarop goed af te stemmen. Daarom zul
len in een aantal gevallen bij de abonnee faciliteiten moeten
worden aangebracht om het signaal te verzwakken. Het net zal wor
den afgestemd op de situatie van de minst gunstige ontvangers;
een aantal ontvangers zal moeten worden voorzien van verzwakkers,
zodat zij geen problemen hebben met het te ontvangen signaal.
Deze zaak kost nogal wat tijd; de oplossingen kunnen alleen maar
worden tot stand gebracht naar aanleiding van de praktische klachten
die uit het net komen. Zij die klagen, moeten worden geholpen.
Wanneer dat goed gebeurt en wanneer het ontvangststation goed
wordt ingericht, kan er met vrijwel iedere netstructuur een goede
ontvangst worden gerealiseerd. Er zal dan echter wel voldoende
aandacht moeten worden besteed aan de ontvangapparatuur en er zal
een organisatie moeten zijn die, wanneer het net eenmaal op de
juiste wijze is ingeregeld, bepaalde probleemgevallen goed opvangt.
Het is onmogelijk om een net te concipiëren dat goed is voor
alle ontvangers. Daardoor kunnen er problemen ontstaan. Problemen
kunnen ook ontstaan, wanneer er onvoldoende begeleiding is bij
het opheffen van klachten. Nu krijgt men vaak in Nederland de in
druk, dat vele centrale antenne-inrichtingen niet geschikt zijn
voor f.m-radio-ontvangstmaar dat is allerminst het geval. Er is
wel degelijk veel aandacht nodig voor de f.m.-radio-ontvangst,