De heer STAM: Mevrouw de voorzitter! Na de com missievergadering hebben wij inzage gekregen in in formatiemateriaal over de apparatuur die voor de warmwatervoorziening zal worden gebruikt, Wij heb ben om inzage van dat informatiemateriaal gevraagd om een inzicht te krijgen in de werking van die warmwaterapparatuur. Tot mijn spijt blijkt uit het informatiemateriaal niet welke de consequenties zijn voor het gasverbruik. Ik meen dat wij op het gasver bruik zeer attent moeten zijn. Het is niet duidelijk of de bestaande ketel voldoende is. Ik verzoek het colle ge er serieus op te letten of het gasverbruik wel bin nen de normen blijft voor deze warmwatervoorzie ning. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Het is toch niet zo dat thans ook het voorstel voor de berege- ningsinstallatie in discussie is? De VOORZITTER: Neen. Mevrouw Korthuis heeft er alleen op gewezen dat haar opmerkingen bij dit voorstel ook van toepassing zijn op het voorstel met betrekking tot de beregeningsinstallatie. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Bij de behandeling van sportzaken hebben wij inderdaad steeds te maken met eisen die door bonden worden gesteld. Wanneer bonden met bepaalde eisen komen, worden de zaken steeds zo goed mogelijk door de sportstichting bekeken. Nagegaan wordt of de eisen van de bonden niet te ver gaan, te meer daar de bon den niet de gewoonte hebben om naast hun eisen ook financiën te fourneren. In de sportstichting wordt steeds kritisch bekeken in hoeverre de door de bon den gestelde eisen financieel haalbaar zijn. In de mees te gevallen moeten de door de bonden gestelde eisen wel dicht worden benaderd, omdat de verenigingen anders heel vaak problemen krijgen met het spelen van teams in bepaalde klassen; de bonden gaan vaak dwars liggen, wanneer niet wordt voldaan aan de eisen en daardoor dreigen verenigingen in de proble men te komen. Wij proberen hoe dan ook steeds na te gaan in hoeverre enerzijds de kosten in bedwang kunnen worden gehouden en in hoeverre anderzijds de eisen van de bonden aan een zodanig kritisch on derzoek kunnen worden onderworpen, dat er enig evenwicht ontstaat. De heer VISSER: Hiermede suggereert de wethouder toch niet dat de beregeningsinstallatie in het tennis park Schrikslaan een eis van een bond is? Wethouder PLOMP: Ik heb het nu met name over het aan de orde zijnde agendapunt. In vele gevallen heb ben wij te maken met eisen van bonden. In de geval len dat wij te maken hebben met eisen van bonden trachten wij steeds zoveel mogelijk de kosten die door de gemeenschap moeten worden opgebracht in rede lijke verhouding tot die eisen te doen zijn. Ik heb het dus alleen maar over de gevallen waarin wij met bon den hebben te maken. Ik betreur het dat bij ons niet duidelijk is doorgeko men, dat de heer Stam nadere informatie wilde heb ben over het gasverbruik van de nieuwe warmwater apparatuur. Wij hebben getracht bij de stukken te leggen hetgeen waarom in de commissie openbare werken is gevraagd. Ik kan de raad verzekeren dat wij met betrekking tot het energieverbruik bij sportvere nigingen zeer alert zijn. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Ik heb geen antwoord gekregen op mijn uiteinde lijke vraag of het college wil proberen verdere voor- 218 stellen (indien niet strikt noodzakelijk) aan te houden totdat de rapporten met betrekking tot de sport in de raad zijn besproken. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Binnen de sportstichting is afgesproken dat wij in afwach ting van het verschijnen van de toegezegde rapporten (de rapporten zijn inmiddels verschenen) uitermate voorzichtig zullen zijn met betrekking tot het vooruit lopen op in die rapporten vermelde situaties. Uiter aard zullen wij bepaalde zaken niet doordrukken, wanneer wij er vrijwel zeker van kunnen zijn dat er later problemen zullen rijzen. In de sportstichting wordt daarmede dus al rekening gehouden. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 133 Voorstel tot het aangaan van een ruiling van gronden, gelegen aan de Bosstraat en aan de Vliegtuiglaan met de heer J.H.H. Zwartkruis. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! In de fi nanciële commissie heb ik reeds gesproken over de hoge prijs voor grond waarop eigenlijk niets mag. De prijs bedraagt f. 60,- per vierkante meter voor grond die eigenlijk niet meer dan agrarische grond is. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het colle ge schrijft in het voorstel onder meer: „dat het verwerven van eerstgenoemde grond in het belang is van de volkshuisvesting en de ruimtelijke or dening van de gemeente". Deze zin vind ik een bijzonder mooie omschrijving voor het toekomstige Centrumplan. Met deze note ring ga ik wel akkoord. Ik hoop echter niet dat er een addertje onder het gras zit. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! In de financiële commissie heb ik reeds gezegd dat de ver- wachtingswaarde van grond altijd in de beschouwin gen wordt betrokken. Dat is ook in het verleden ge beurd. Ik herinner eraan dat wij in 1973 aan de Nieuweweg gronden kochten. Toen werd zelfs in een onteigeningsprocedure het begrip verwachtingswaar- de gehanteerd. Met betrekking tot het desbetreffende stuk grond werd in het deskundigenrapport opge merkt: „Het terrein moet worden beschouwd als zeer gunstig gelegen ruwe bouwgrond. Door de ligging van het ter rein aan een weg die gehandhaafd blijft is de grond reeds ontsloten, zodat deze zich gunstig onderscheidt van de doorsnee ruwe bouwgrond in het complex." Het begrip verwachtingswaarde werd derhalve duide lijk in de deskundigenrapporten gehanteerd. Dat is ook hier gebeurd, los van de vraag met welk bestem mingsplan ter plaatse zal worden gewerkt. De grond heeft altijd een verwachtingswaarde, zeker omdat de omstandigheden bijna identiek zijn aan de omstandig heden van dat stuk grond aan de Nieuweweg. Vandaar ook de thans gehanteerde prijszetting. De VOORZITTER: Van de opmerking van de heer Visser is, planologisch gezien, kennis genomen. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! De tijd staat natuurlijk niet stil. In den lande hebben wij de gebruikswaarde leren kennen met de negatieve ont- wikkelingsschade etc. In het onderhavige geval gaat het echter om een heel ander stuk grond dan waar over de heer Ebbers spreekt. De particulier kan weinig met dat stukje grond doen; het gebruik van de grond is zeer beperkt en dat is mijn bezwaar.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 281