toch goed begrepen dat het krediet wordt besteed
aan meubeltjes volgens de wens van het hoofd van de
school?
De heer VERHEUS: Ik had precies het omgekeerde
begrepen. Ik heb begrepen dat het krediet zal worden
aangewend voor de aanschaf van meubels naar de
wens van de directeur van gemeentewerken uit een
oogpunt van uniformiteit. Ik heb er overigens geen
bezwaar tegen wanneer er meubels worden aange
schaft naar de wens van het hoofd van de school.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: De directeur gemeen
tewerken heeft toch geen verstand van wat voor de
schoolkinderen het beste is?
De VOORZITTER: Dat dachten wij ook.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! In de
onderwijscommissie is gevraagd om in het voorstel te
vermelden waarom eventueel zou worden afgeweken
van de wensen van het hoofd van de school. Er is
niets vermeld in het voorstel en dat betekent dat het
college niet zal afwijken van de wens van het hoofd
van de school.
De heer GOOTE: Dat dacht ik ook en vandaar de for
mulering van mijn vraag.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
143 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvul
lend krediet voor de bouw van een kleed-clubgebouw
op het sportveldencomplex aan de Sterrenbergweg
te Soesterberg.
144 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor verplaatsing van het gasontvangststation bij het
gasbedrijf en inrichting van de vrijkomende ruimten
tot kantoorruimten.
145 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
ten behoeve van de doortrekking van de Van Mecklen-
burglaan en de reconstructie van de Korte Bergstraat.
146 Voorstel tot het verlenen van een éénmalige bijdrage
aan de Hopman Masselman Groep in de kosten van
vernieuwing van één der gebouwen aan de Sparren
laan.
147 Voorstel tot goedkeuring van de jaarrekening 1976
van de Stichting Openbare Leeszaal en Bibliotheek
en vaststelling van de kostenvergoeding over 1976.
148 Voorstel tot het verlenen van ontheffing als bedoeld
in artikel 1 van de „Zoneverordening Hinderwet" ten
behoeve van het gasdrukregelstation aan de Weegbree
straat te Soest.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
149 Voorstel tot het machtigen van burgemeester en wet
houders tot de afgifte van invaliden-parkeerkaarten.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mevrouw
de voorzitter! Wij zijn erg blij met dit voorstel.
Blijven de huidige invaliden-parkeerplaatsen bij huizen
gehandhaafd? In de brief van de minister heb ik gele
zen, dat de gemeenten de mogelijkheid behouden om
die plaatsen aan te wijzen.
De VOORZITTER: Dat zullen wij doen.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Hoe
is de controle op de kaarten geregeld? Kan iemand
anders wat met de invaliden-parkeerkaart gaan doen?
Moet de kaart één keer per jaar worden verlengd?
De VOORZITTER: Ik meen dat de kaart ieder jaar
moet worden verlengd, maar ik weet niet precies wat
daarover in de wet staat. Bovendien is de kaart voor
zien van een foto en vindt er een keuring plaats. Een
en ander staat uitvoerig in de voorschriften.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
150 Voorstel tot het garanderen van rente en aflossing
van een door de Muziekvereniging „Odeon" te Soes
terberg te sluiten geldlening ad f. 85.000,- voor de
bouw van een repetitielokaal.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
151 Voorstel tot het verlenen van ontheffing als bedoeld
in artikel 1 van de „Zoneverordening Hinderwet" ten
behoeve van een showroom, carshop en doorsmeer-
ruimte op/in het perceel Amersfoortsestraat 11 te
Soesterberg.
De heer STAM: Mevrouw de voorzitter! In dit voor
stel zit een onduidelijkheid. De aanvrager wil nl. wel
een benzineverkooppunt hebben en hij heeft dat
ook aangevraagd. De hinderwetvergunning daartoe is
verleend. In het stuk staat dat hij geen benzinever
kooppunt heeft gevraagd. Het lijkt mij dan ook ver
standig om dit voorstel thans aan te houden, opdat
een en ander nog eens kan worden nagegaan.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik geloof niet
dat het nodig is dit voorstel aan te houden. De heer
Plekkepoel heeft een aanvraag ingediend voor een
ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de „Zonever
ordening Hinderwet" ten behoeve van het oprichten,
in werking brengen en in werking houden van een
showroom, carshop en doorsmeerruimte. Op de te
kening staat ook een benzineverkooppunt. Wanneer
de raad hem geen ontheffing Zoneverordening ver
leent voor een verkooppunt zal de heer Plekkepoel
- ook al is in de hinderwetvergunning een verkoop
punt opgenomen - geen gebruik kunnen maken van
de hinderwetvergunning, omdat er geen ontheffing
Zoneverordening is verleend. Bij vergissing is in de
publicatie van de hinderwetvergunning opgenomen,
dat er een benzineverkooppunt mag worden opge
richt. In de door ons voorgestelde ontheffing is ech
ter geen benzineverkooppunt opgenomen, zodat de
heer Plekkepoel wat dat betreft geen gebruik zal kun
nen maken van de hinderwetvergunning.
De heer STAM: Mag de heer Plekkepoel, wanneer ik
het goed begrijp, wel een benzinepomp plaatsen?
De VOORZITTER: Neen. Hij mag geen benzine
pomp plaatsen wanneer dit voorstel wordt aangeno
men. Hij zal voor wat het benzineverkooppunt be
treft van de hinderwetvergunning geen gebruik kun
nen maken, omdat de raad geen ontheffing Zonever
ordening Hinderwet voor die benzinepomp verleent.
In de publicatie van de Hinderwet staat die benzine
pomp er nog bij. Wij hebben de zaak daarop nog eens
goed bestudeerd. Wij zijn tot de conclusie gekomen
dat, wanneer de raad de ontheffing Zoneverorde
ning verleent zonder benzinepomp, de heer Plekke
poel van de hinderwetvergunning met benzinepomp
geen gebruik kan maken.
De heer STAM: De heer Plekkepoel stelt echter zelf
wel prijs op een benzineverkooppunt. Is het niet mo
gelijk om hem die ontheffing toch te verlenen?
De VOORZITTER: Wij menen dat het beter is die
ontheffing niet te verlenen, want de in- en uitrit
langs die parallelweg aan de Amersfoortsestraat bie
den geen goede mogelijkheden.
225