Deze notulen worden zonde- discussie en zonder
hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
157 Ingekomen stukken.
a. Jaarstukken 1976 en begroting 1978 van het Gas
bedrijf Centraal Nederland, met voorstel het G.C.N,
mede te delen dat geen bezwaren tegen deze jaar
stukken en begroting bestaan
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
wordt besloten overeenkomstig hetgeen door burge
meester en wethouders is voorgesteld
b. Brief van de Bond van Kermisbedrijfhouders „Bo-
vak" van 1 december 1976, waarin verzocht wordt
toe te staan dat kermiszaken op zondagen na 13.00
uur geopend mogen zijn.
Met betrekking tot dit stuk is door burgemeester en
wethouders medegedeeld: „Deze brief is in de verga
dering van uw raad van 20 januari 1977 aan de orde
geweest, Op uw verzoek hebben wij advies ingewon
nen van de Stichting Coördinatie Kermissen Soest
en de culturele commissie Deze adviezen liggen voor
u ter inzage Wij stellen u voor de brief te beantwoor
den conform de ter inzage gelegde concept-brief."
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Ik ben het niet eens met de door het college
voorgestelde antwoordbrief. Het gaat slechts om één
zondag in het jaar. Daarop zou de kermis pas vanaf
één uur geopend zijn, Daarbij zou men eventueel
nog kunnen bepalen dat er van vijf tot zeven uur
geen muziek gemaakt wordt, De Stichting Coördina
tie Kermissen Soest wil van het houden van de ker
mis op zondag wel afzien, maar voor deze stichting
zijn de opbrengsten van de kermis slechts een bijver
dienste, die ze onder groeperingen met liefdadige
doeleinden kan verdelen. Voor de kermisbedrijfhou
ders echter gaat het hier om hun broodwinning. Ik
ben ervoor om de ketmis op zondag vanaf één uur ge
opend te doen zijn, waarbij dan geen muziek gemaakt
mag worden gedurende de tijden dat in de beide be
trokken kerken diensten plaats vinden.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! De cultu
rele commissie heeft geadviseerd aan het verzoek van
de Bovak te voldoen. Dit omdat het voor de kermis
bedrijfhouders van belang is wanneer ze ook op de
zondag wat kunnen verdienen
Niet relevant vind ik de opmerking in de ontwerp-
brief, dat de stichting die de opbrengsten van de ker
mis verdeelt, nog nimmer het verzoek heeft gedaan
om toe te staan dat de ketmis op zondag wordt ge
houden Dat kan ik mij voorstellen van deze stich
ting. Die heeft daarbij nl. niet zo veel belang als de
kermisbedrijfhouders zelf. Wanneer ik de brief van
de stichting echter goed lees, staat die niet negatief
ten opzichte van inwilliging van het verzoek van de
Bovak.
Resumerend: ik ben het roerend met de woorden van
mevrouw Kot thuis eens Ook ik kan met de voorge
stelde antwoordbrief niet akkoord gaan
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw
de voorzitter! Wij kunnen de woorden van mevrouw
Korthuis en de heet Visser onderschrijven.
In de concept-antwoordbrief staat:
„De kermis in Soest wordt georganiseerd door de
Stichting Coördinatie Kermissen Soest. De opbreng
sten van de kermis zijn bestemd voor alle groeperingen
met een sociaal-cultureel of charitatief doel. Deze
stichting heeft nog nimmer een verzoek gedaan toe te
staan de kermis op zondag te houden. Hieruit leidt de
raad af, dat er in de gemeente Soest ook geen behoef
te bestaat aan het houden van een kermis op zondag".
Ik geloof niet dat deze conclusie mag worden getrok
ken uit de brief van de Stichting Coördinatie Kermis
sen Soest Deze stichting schrijft het houden van de
kermis op zondag op zich zelf wel aantrekkelijk te
vinden, maar alleen bezwaren te zien in verband met
de in de omgeving van de kermis gelegen kerken
Daarnaast vind ik het jammer dat burgemeester en
wethouders het advies van de culturele commissie niet
hebben opgevolgd In dat advies wordt nl verzocht
ook Soesterberg bij een en ander te betrekken In Soes
terberg speelt het probleem van geluidsoverlast in het
geheel niet. In de raadsvergadering van 20 januari is
gevraagd of de onderhavige argumenten ook voor
Soesterberg gelden, waarop uw antwoord was: Ik
dacht van niet. En dan vind ik het uitermate jammer
dat Soesterberg hierbij niet is betrokken
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! In
eerste instantie konden wij ons wel met uw advies ver
enigen, Wanneer wij ons echter op dit moment moe
ten uitspreken over het houden van kermissen op de
onderhavige plaats op zondagmiddag, moet ik zeggen
dat daarover in onze fractie genuanceerd wordt ge
dacht. Een minderheid van onze fractie is tegen het
houden van een kermis op zondag, waar dan ook en
in welke vorm dan ook. Een meerderheid van de frac
tie is tegen het houden van de kermis op zondag op de
onderhavige plaats, Dit op grond van de volgende twee
argumenten
Het eerste argument betreft de in de omgeving van
de kermis gelegen kei ken Door op zondag na eén uur
kermis te houden zou men de kerkdiensten bemoei
lijken, U weet niet hoe kerkdiensten kunnen uitlopen.
Juist gezien de signatuur van de betrokken kerken,
vinden wij het houden van de kermis tijdens de kerk
diensten eigenlijk onverdraagzaam tegenover de kerk
gangers.
Het tweede argument betreft het feit dat in de nabij
heid van de kermis een bejaardentehuis op levensbe
schouwelijke grondslag is gevestigd De daar wonende
mensen zouden in hun beleving van de zondag ernstig
gestoord worden als op die dag kermis wordt gehdu-
den Hetzelfde geldt voor de mensen die in de vlak bij
de kermis gelegen flats wonen Het is voorwaar al
geen lolletje daar door de week te moeten verblijven
tijdens de kermis. Voor deze mensen zou het bijzon
der onplezierig zijn ook tijdens de zondag nog eens
door de kermis te worden gestoord Dat lijkt ons een
situatie die wij niet, ten behoeve van het plezier van
anderen, mogen bevorderen
Op grond van een en ander zou de overgrote meer
derheid van onze fractie geen bezwaar hebben tegen
het houden van een kermis op zondag na éen uur op
een andere plaats. Bij een kermis op de onderhavige
plaats is zij daar echter pertinent tegen,
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Inderdaad is Soesterberg met in de beschouwingen be
trokken, Of u zou hier onder Soest ook Soesterberg
hebben moeten verstaan Dat lijkt mij echter niet
overeen te komen met de intentie van de brief.
Ik ben het overigens niet geheel eens met hetgeen me
vrouw Van Gelder met betrekking tot Soesterberg
heeft gezegd. Het is mij nl. bekend dat er in de Wijk
raad voor Soesterberg ook leden zijn die bezwaar heb-
232