Nr. 1 Soest, 4 januari 1977
NOTULEN
van het verhandelde in de buitengewone, openbare vergade
ring van de raad der gemeente Soest op dinsdag, 4 januari
1977 te 20.00 uur.
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS de heer J.L. van Dommelen, loco
secretaris.
Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A.
Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, J.J. van den Brakel, J.J.
Ebbers, M.A. van Ee, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Corne-
lissen, H.J. Goote, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam,
J.W. Hilhorst, D. Hoekstra, mevrouw E. Korthuis-Elion,
P.C. Lange, R.A. van Logtenstein, J.L. Menne, G.H. Olden-
boom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, G.A.W.G.A. Plomp,
J.R. van Poppelen, G. Stam, P.L.J.M. Storimans, C. Ver-
heus, J. Visser en K. de Wilde.
Afwezig met kennisgeving het lid: mevrouw M.F. van Stip-
hout-Croonenberg.
De VOORZITTER opent de vergadering.
Nadat de aanwezigen zich van hun zetels hebben verheven,
spreekt de VOORZITTER het volgende gebed uit:
„Onze Vader die in de hemelen zijt,
Uw naam worde geheiligd:
Uw Koninkrijk kome;
Uw wil geschiede,
gelijk in den hemel
alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven
onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van den boze.
Want Uwer is het Koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in der eeuwigheid.
Amen."
Hierna spreekt de VOORZITTER als volgt:
Dames en heren, leden van de raad,
Wij hebben u in het prille begin van dit jaar, waarin ieder
een elkander het beste wenst, met diepe bewogenheid het
plotseling heengaan moeten berichten, op nieuwjaarsmor
gen, van onze gemeentesecretaris.
Met diepe bewogenheid. Dat is zeker niet te veel gezegd.
Omdat wij allen beseffen welk verlies u, mevrouw Borre-
man, met uw drie dochters hebt geleden. Volkomen onver
wachts werd een feestdag tot rouw, ontviel u de man en
vader die zo intens met zijn gezin meeleefde.
Wij kunnen u slechts toewensen dat u, samen met de meis
jes, troost mag vinden in uw godsvertrouwen en wij hopen
in alle bescheidenheid dat ons aller deelneming in uw ver
driet u enige steun mag geven.
Op het gemeentehuis, zijn gemeentesecretarie, hadden wij
ons de eerste werkdag in het nieuwe jaar wel heel anders
voorgesteld. Wij zouden elkaar 's morgens al een gelukkig
nieuv\jaar hebben toegewenst en gistermiddag zouden alle
medewerkers van de gemeente in deze zaal bijeengeweest
zijn en dan zou de heer Borreman hier rondgelopen heb
ben, vooral pratend met diegenen die hij niet meer dage
lijks in het gemeentehuis om zich heen had.
En gisteravond zouden velen van ons, en vanzelfsprekend de
secretaris en mevrouw Borreman, naar Soesterberg zijn ge
gaan voor de nieuv:jaarsreceptie.
Zo hadden wij ons, zo had ook hij zich dat voorgesteld.
De werkelijkheid is anders geworden. Wij kennen die nu.
Jong, nog maar 48 jaar oud, is de heer Borreman weggeno
men. Op de vraag waarom zo jong, is voor ons moeilijk
een antwoord te geven. Wij weten dat gezegd is: Die God
liefheeft, neemt Hij vroeg tot zich.
Tot het laatste moment was hij actief. Ondanks het feit
dat hij zich tussen Kerstmis en nieuwjaar eindelijk een paar
vrije dagen had gegund, stond hij op oudjaar tegen het mid
daguur voor ons om te kijken of de B.- en W.-mappen voor
de vergadering van vanmorgen erg dik waren uitgevallen.
Ik zal hem voor me blijven zien tegenover me zittend met
de zo bekende blauwe mappen op zijn schoot. En op de
middag van oudjaar heeft hij zich voorbereid op zijn orgel
spel voor de kerkdienst bij de intrede van ds. Baumfalk,
die zelfde kerkdienst waarin zijn heengaan zou worden af
gekondigd en aan hem zo vele goede woorden zouden wor
den gewijd.
Uit deze twee heel simpele feiten alleen al komt een man
naar voren met een zo warm hart voor het welzijn van de
gemeente, met zulk een onstuitbare werklust, met zo veel
toewijding voor zijn taak, met zo veel liefde voor zijn kerk.
Sinds zijn komst hier, op 1 januari 1953, dat is 24 jaar gele
den, heeft hij vele en allerlei verschillende zaken behartigd.
In 1960 werd hij chef van de afdeling algemene zaken, on
derwijs en eigendommen, en tegelijkertijd waarnemend
secretaris.
Uit die tijd ook stamt zijn belangstelling voor onderwijs en
organisatie daarvan buiten het eigenlijke gemeentelijke ver
band. Hij was bestuurslid van de huishoudschool, hij was
mede-oprichter van de technische school en hij werd secre
taris van de scholengemeenschap Eemland.
Sinds 1 september 1967 was hij docent aan de Utrechtse
bestuursacademie. Vele jonge ambtenaren hebben van hem
de kneepjes van het bestuurs- en administratief recht ge
leerd en zijn door hem ingewijd in de geheimen van de wet
op de ruimtelijke ordening. En soms kon hij verzuchten:
Nou heb ik drie keer achter elkaar de werking van artikel
19 uitgelegd, en nou snappen ze er nog niks van. Wie mag
dat overigens jonge ambtenaren kwalijk nemen?
Op 1 maart 1969 werd hij benoemd tot gemeentesecretaris
van Soest en vervulde zo die functie die vele beoefenaren
van het staatsrecht geïnspireerd heeft tot het schrijven van
dikke boeken en lange artikelen, maar waarvan taak en om
vang, althans op papier, niemand ooit helemaal duidelijk
zijn geworden. Op papier. Want in de praktijk betekent het
zijn van secretaris: begeleiden, adviseren, stimuleren, sturen
en bijstaan; een onafhankelijke functie en tegelijkertijd een
dienende.
De stoel aan mijn linkerzijde is leeg. Nooit meer zal hij me
op het juiste ogenblik iets toefluisteren, waarmee ik op een
moeilijke vraag van u mijn voordeel kan doen, nooit meer
zal hij een briefje aan een wethouder doorgeven, nooit
meer zal hij een opmerking maken, zo achter zijn hand,
waarbij het ons hier achter de tafel wel eens moeilijk werd
de ernst van het ogenblik te blijven zien. Het was hem zo
eigen, dat altijd opletten of hij mee sturen moest, dat di
rect ook de humor van een incidentje zien.
Wij missen hem. Wij allemaal: de medewerkers op de secre
tarie, van wie hij de hoogste chef was; de collega's dienst
hoofden; de raad; het college van burgemeester en wethou
ders; ik persoonlijk; maar ook de hele gemeenschap van
Soest, die in hem een vraagbaak had.
En we missen hem niet alleen omdat hij een kundig man
was, met een zeer grote kennis van gemeentelijke zaken,
niet omdat hij allerlei problemen snel en afdoende kon op
lossen, maar wij missen hem het meest omdat hij een mens
1