niet duidelijk dat ik in het college op grond van het verslag van de raadsvergadering van 16 augustus heb gesteld, dat de meerderheid van de raad mijns inziens wenste dat het voorstel zou worden aangehouden tot minstens de begrotingsbehandeling. Ik heb mij bij het meerderheidsstandpunt van het college neergelegd, hoewel ik het er in feite niet mee eens was dat het voorstel nu reeds aan de raad werd voorgelegd. Op grond van laatstbedoeld standpunt zal ik voor de mo tie stemmen. De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Ik wil de motie in dier voege steunen, dat ik het ermee eens ben dat eerst klaarheid over een aantal proble men dient te worden geschapen. Ik ben het echter niet eens met het gedeelte van de motie waarin wordt gesteld, dat het onderhavige voorstel uitdrukkelijk in het kader van de begroting dient te worden behan deld. De VOORZITTER: Wat zou u daarvoor dan in de plaats willen? Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Dat wordt gewacht op het rapport tarifering. De VOORZITTER: Dan zijn wij natuurlijk ook met de behandeling van de begroting bezig. De heer OLDENBOOM: Tegen het uiteindelijke re sultaat van aanvaarding van de motie heb ik geen be zwaar. Ik ben er echter tegen dat wordt vastgelegd dat wij een krediet als het onderhavige nooit meer incidenteel aan de orde kunnen krijgen. De VOORZITTER: U wilt liever spreken van „na dat het resultaat van het rapport tarifering bekend is" in plaats van in het kader van de binnenkort te behandelen begrotingsbehandeling". Dit omdat u uit de tekst van de motie vindt spreken dat wij dit soort zaken altijd in het kader van de totale begroting zou den dienen te bekijken U zegt: Wij moeten de moge lijkheid hebben een aantal zaken incidenteel aan de orde te stellen. De heer OLDENBOOM: Inderdaad. De VOORZITTER: Dat is dan weer een nuancever schil. Maar er ligt een motie, waarin sprake is van be handeling in het kader van de begrotingsbehandeling. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil de motie wel in die zin wijzigen, dat het onderhavige voorstel pas wordt behandeld op een moment dat er duidelijkheid is omtrent het rapport tarifering. Daar mede heb ik geen enkel probleem. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voor zitter! Ik ben het eens met hetgeen de heer Lange heeft gezegd over het belang van de voorgestelde in vestering. Ik ben er daarom voor het voorstel thans aan te nemen. De procedure inzake het krediet kan dan voortgang vinden, terwijl de kwestie van de bijdra ge van de vereniging in een volgend stadium aan de orde kan komen. De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! Voor mij geldt hetzelfde In principe ben ik voor het doen van de voorgestelde uitgave. De bijdrage van de vereni ging kan dan als nuancering bij de nieuwe tariefstel ling naar voren komen. Onder voorwaarde dat dit ge beurt, kan ik ermee akkoord gaan dat nu het college voorstel wordt aanvaard. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Ik on dersteun het voorstel van mevrouw Korthuis. De VOORZITTER: Dat betekent dus dat u tegen de motie zult stemmen. Er zijn nl. twee dingen. Er is een motie en er is door de heer Lange voorgesteld - het geen gesteund is door mevrouw Korthuis en hetgeen eigenlijk ook het collegevoorstel is - om het ter tafel liggende voorstel aan te nemen, waarna de uitwerking vanzelf aan de orde komt in het kader van de nieuwe tarifering De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik heb zoeven gezegd voor de motie-De Wilde te zijn. Dit gezien het minder goede antwoord dat van de zijde van het college was gegeven. Hetgeen in het raadsvoor stel staat is nl. beslist fout. Wanneer echter hetgeen mevrouw Korthuis heeft voorgesteld, ook werkelijk wordt doorgevoerd, mag wat mij betreft het onderha vige krediet worden vastgesteld. Maar dan moet het geen mevrouw Korthuis stelt wel doorgevoerd wor den. Daarmee bedoel ik dat de kosten van de investe ring doorberekend worden aan de vereniging. De VOORZITTER: Dames en heren! Samenvattend wil ik nog het volgende naar voren brengen. Wanneer het collegevoorstel wordt aangenomen, betekent dit - als ik het tenminste goed heb begrepen - dat in het kader van het rapport tarifering vanzelf aan de orde komen de consequenties die de investering kan heb ben voor de vereniging. De heer VAN EE: Neen: heeft! De heer DE WILDE; Mevrouw de voorzitter! Een motie van orde wordt bij voorrang behandeld. Ik zou willen voorstellen de discussie te stoppen en te be slissen over de motie van orde. De VOORZITTER: Een en ander kwam aan de orde in het kader van de stemverklaringen. De heer DE WILDE: U kunt wel een heel nieuw voorstel maken De VOORZITTER: Neen. Er zijn twee zaken aan de orde De heer DE WILDE: U bent nu met elkaar bezig een heel nieuw voorstel te formuleren. De VOORZITTER: Neen. Er is een motie van orde én er is een voorstel van het college. De heer DE WILDE: Een motie van orde heeft voor rang. De VOORZITTER: Die breng ik ook in stemming. De heer DE WILDE: Als een motie van orde wordt ingediend, is de discussie gesloten. Dan wordt eerst over de orde van de vergadering beslist. De VOORZITTER: Dan worden er stemverklaringen met betrekking tot de motie van orde afgelegd. Bij het afleggen van die stemverklaringen is naar voren gekomen De heer DE WILDE: Maar dan wordt niet gepoogd het voorstel wat aan te kleden om op die manier de motie om zeep te helpen! De VOORZITTER: Ik ben het niet met u eens, dat dit de bedoeling was. Immers: als het voorstel van het college wordt aangenomen, wordt er een krediet van f. 32.000,- ter beschikking gesteld. Alleen: daarbij is nu in de loop van de discussie uit de doeken gedaan, dat daarbij eventueel consequenties voor de vereni ging zullen voortvloeien uit het rapport tarifering. De heer VAN POPPELEN: Nu het woord „eventueel" er weer bijkomt, steun ik de motie! Men moet conse quent zijn en „ja" of „neen" zeggen, maar niet: even tueel! De heer MENNE: Het gaat erom dat wij zekerheid willen hebben met betrekking tot de vraag wat de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 339