dieverordening vanavond vaststelt, dien je die subsi dies ook te verlenen. Kunnen wij daartoe nu wel be slissen? Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! De insprekers met betrekking tot het welzijns- plan in het kader van de rijksbijdrageregeling kunnen werken met de nota. Die hebben de verordening hele maal niet nodig. Die verordening kan eerst in de fi nanciële commissie worden behandeld en in een vol gende raadsvergadering opnieuw aan de orde worden gesteld. De VOORZITTER: Dames en heren! Het lijkt mij het beste dat wij de zaak splitsen. Daarbij kunnen wij de nota cultuurbeleid aannemen. Dit met dezelfde formule als die welke wij in juni - toen de nota cul tuurbeleid nog niet gereed was - ook voor de andere nota's hebben gebruikt. De nota cultuurbeleid wordt dan ter inzage gelegd. Vanuit de bevolking kunnen vervolgens allerlei opmerkingen worden ingebracht, die bij de eerste herziening worden verwerkt. Tege lijkertijd kan de nota dan op dit moment worden ge bruikt voor het opstellen van het welzijnsplan. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Ik begrijp dan helemaal niet waarom de nota ter visie wordt gelegd, want de nota gaat nu de in spraak al in. De heer VISSER: Waarom staat dit alles niet in het raadsvoorstel? Dit zijn allemaal heel nieuwe dingen. In het raadsvoorstel wordt duidelijk gesproken over beleidsvoornemens op cultureel gebied. In het raads voorstel wordt helemaal niet gepraat over een wel zijnsplan en over het feit dat de nota alsnog de in spraak ingaat. De VOORZITTER: Ik vind het helemaal niet moei lijk. Wij stellen vanavond de nota vast. Vervolgens leggen wij de nota - dat staat weliswaar niet in het raadsstuk, maar in dezen kunnen wij dezelfde proce dure volgen als die waartoe wij in juni met betrekking tot de andere nota's hebben besloten - ter inzage voor iedereen. Gelijktijdig kunnen de inspraakwerk groepen met betrekking tot het welzijnsplan met de nota gaan werken. Komen er nu uit de bevolking - de totale bevolking neemt niet deel aan de inspraakwerk groepen - opmerkingen over de nota, dan kan men die bij een herziening van de nota gebruiken. De heer DE WILDE: En de subsidieverordening wordt dan vanavond niet vastgesteld? De VOORZITTER: De subsidieverordening kan dan eerst aan de financiële commissie worden voorgelegd. Kan men met deze procedure akkoord gaan? De heer MENNE: Ik vind daar wel een bezwaar inzit ten. De subsidieverordening (de cijfertjes!) is voor de mensen nl. juist het belangrijkste. De VOORZITTER: Dat dacht ik niet. De heer MENNE: Ik heb de reacties gelezen. Die lagen voor het merendeel op financieel gebied. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Over de subsidieverordening wil ik graag nog iets zeggen. De reactie van de harmonie-orkesten bij voorbeeld wil ik graag beantwoorden. De nota jeugd beleid en de algemene welzijnsnota zijn echter ook naar de inspraakgroepen gegaan. Dat had niets met fi nanciële vertalingen te maken. De financiële aspecten komen pas in 1979 aan de orde. De VOORZITTER: Ik meen dat de subsidieverorde ning - die natuurlijk niet behoeft te wachten op het welzijnsplan in het kader van de rijksbijdragerege ling - in werking treedt op 1 januari 1978. Dat bete kent dat wij de subsidieverordening in november moeten vaststellen. De verordening kan dus in de eerstvolgende vergadering van de financiële commis sie worden behandeld en in de raadsvergadering van november ter vaststelling worden aangeboden. De heer VISSER: U moet dan wel de betrokken ver enigingen waarschuwen, dat de verordening in de fi nanciële commissie komt, zodat ze voor die tijd nog nader kunnen reageren. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Ik vind het allemaal wel moeilijk worden. In het raadsvoor stel staat dat de nota duidelijkheid moet geven over de verschillende beleidsvoornemens. Als nu wordt gezegd dat de inspraakgroepen er weer aan gaan sleu telen, vraag ik mij af: Waar zijn wij eigenlijk mee be zig? De heer VISSER: Dit vind ik nu een goede opmer king. Onder het woordje „duidelijkheid" in het raads voorstel had ik een streepje gezet. Die duidelijkheid is er nu totaal niet meer. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Ik voel me nu echt wel een beetje aangespro ken. In de commissie culturele zaken is niet één keer, maar wel twintig keer de rijksbijdrageregeling aan de orde geweest. Al die tijd is duidelijk geweest dat wan neer je doelstellingennota's maakt, die via de werk groepen naar de bevolking voor inspraak gaan, waar na er een totaal-voorstel bij de raad terugkomt. De VOORZITTER: Dat is het welzijnsplan. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Maar in juni hebben wij gezegd: Dat welzijns plan moet nog aangevuld worden met de staart „cul tuur". De heer VISSER: Ja, maar met betrekking tot de cul tuur hebt u doelstellingen geformuleerd, die u een he le inspraakprocedure hebt laten volgen. U hebt de concept-nota nl, naar de diverse instellingen enz. ge zonden met het verzoek vóór 22 september reacties in te zenden. Dat is dus helemaal een eigen leven gaan leiden. Dat breekt u nu af door coüte que coüte de zaak door te drammen en ons daarmede op te za delen. En thans zitten wij met de gebakken peren! Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Dit is dezelfde procedure als die welke met betrekking tot de andere nota's wordt gevolgd! De heer VAN POPPELEN: Zouden wij niet eerst maar gaan slapen, zodat wij tot rust kunnen komen? Want zoals het nu gaat, gaat het fout! De VOORZITTER: Ik geef nu even het woord aan mevrouw Korthuis, die de gehele gang van zaken als voorzitter van de commissie culturele zaken heeft meegemaakt. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voor zitter! Al deze verwarring is helemaal niet nodig, want het gaat in wezen om een heel duidelijke zaak. Er is door het college een concept-nota inzake het cultuurbeleid opgesteld. Die concept-nota is toege stuurd aan iedereen die er maar enigszins bij betrok ken kan zijn: de scholen, de instellingen e.d. Die heb ben hun commentaar geleverd. Zij hebben helemaal niet gevraagd daarover nog verder te mogen praten. Daarom gaan wij nu, de ingekomen reacties in aan merking nemend, de nota vaststellen als beleidsuit gangspunt. Dan is dat punt afgehandeld. 287

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 350