i geval wat mij betreft, is dat zeker niet het geval ge weest. De maquette heeft mij geholpen tot een stand punt te komen. De maquette heeft een bijdrage gele verd om te komen tot een evenwichtige afweging van de problemen. De maquette heeft mij duidelijker voor ogen gesteld, wat je met de ene oplossing en wat je met de andere oplossing te weeg brengt. Ik vond het wat merkwaardig dat de heer Lange, na de problemen met betrekking tot de Birkstraat te heb ben genoemd, de toekomstige besturen sterkte toe wenste. Wanneer je je met de onderhavige problemen bezighoudt, dien je je op dit moment al af te vragen welke gevolgen de te nemen maatregelen zullen heb ben met betrekking tot de randvoorwaarden waaron der de toekomstige bestuurders hun beslissingen moe ten nemen. Ik neem overigens aan dat de heer Lange zijn opmerking in die zin heeft bedoeld. Ik breng dit naar voren, omdat ik nu reeds wil aan kondigen dat de kwestie Kerkstraat-Van Lenneplaan bij ons net zo veel problemen ontmoet als de zaak waarover wij thans spreken. Dit zeker wanneer de raad kiest voor vier rijstroken. Wanneer als gevolg daarvan ook voor de verbinding Soest-Amersfoort voor vier rijstroken wordt gekozen, zal dat mijns in ziens een volstrekte tenietdoening betekenen van het fraaie beeld dat er nu nog is. Wanneer wij na de Kerk straat met de Centrumweg verder gaan - om de Van Lenneplaan heen, om Kort-End heen -, zullen wij de weg blijkens de ontwerp-wet geluidshinder op 350 meter afstand van de bebouwing moeten aanleggen. Ik vermoed dat dan een zeer aanzienlijke ingreep in het landschap zal plaats vinden. Ik wil nu reeds ge zegd hebben, dat dit probleem ons bezighoudt. Aan de gevolgen van een en ander voor de Birkstraat, maar ook voor Kort-End, tillen wij bepaald niet licht. Welk tracé men voor het thans aan de orde zijnde ge deelte van de Centrumweg kiest, vloeit voort uit een afweging van belangen: landschap, natuurschoon, woonmilieu aan de ene kant; belangen van verkeers afwikkeling aan de andere kant. Daarbij spelen ook een rol de belangen van de bewoners van de Ossen- damweg, aan wie toezeggingen zijn gedaan. Verder zijn er de belangen van de Koloniewegbewoners, die voor een deel afgesneden worden. Voor een deel is die kwestie echter technisch oplosbaar. Dit alles in overweging nemend, moetje trachten een evenwicht te vinden tussen al deze belangen. Welnu: wij vinden dat de meerderheid van het college daarin niet is ge slaagd. Politiek bedrijven is een zaak waarmede je vuile han den maakt. Het liefst zou ik bij de Nieuweweg stop pen. Maar ook dan zou ik vuile handen maken ten op zichte van de Ossendamwegbewoners. Het past niet Soest-Zuid gewoon in de kou te laten staan, na het geen de mensen daar in het vooruitzicht is gesteld. Wij moeten met betrekking tot een tracé voor het gedeel te na de Nieuweweg de keuze maken. Ik vind echter dat noch de meerderheid van het colle ge, noch de fracties van V.V.D. en C.D.A. erin zijn geslaagd om ten aanzien van de dimensionering van de weg en ten aanzien van het tracé een evenwicht te bereiken tussen enerzijds de verkeersbelangen en an derzijds de overige belangen. Wanneer men kiest voor het aangegeven tracé, met in beginsel de mogelijkheid om op de langere duur te komen tot vier rijstroken met daarop afgestemde aansluitingsmogelijkheden, be nadert men de zaak voornamelijk uit de gezichtshoek van de automobilist. De vlotte verkeersafwikkeling heeft dan te sterk de overhand gekregen bij de afwe ging van de aan de orde zijnde belangen. Het college heeft in zijn voorstel wel een enkele zin gewijd aan de schadelijke invloed die de weg zal hebben op de Eng, maar naar mijn oordeel is bij de afweging van de belangen aan die schadelijke invloed te weinig ge wicht toegekend. Wij vinden dat door de voorgestel de weg de Eng te sterk wordt aangetast. Dit niet al leen visueel, maar vooral ook doordat de toch al zeer ingekrompen Eng nog verder zal worden aange tast. Op grond daarvan menen wij dat de aangegeven oplossing als niet aanvaardbaar dient te worden aange merkt. Bij een gevestigde situatie als die welke in Soest aan wezig is, dient men inbraken en doorbraken met be trekking tot bestaande situaties met grote terughou dendheid te hanteren. Dit dient te gebeuren ook wat de Kerkstraat, de spoorlijn en de gehele profilering van de onderhavige weg betreft. En ik vind dat dit hier niet is gelukt. Ik ben van oordeel dat u met be trekking tot de kleinschalige situatie van hetgeen er nog over is van de Eng en met betrekking tot de, ge lukkig, kleinschalige situatie van de tot stand geko men nieuwe bebouwing een weglichaam wilt aanbren gen, dat niet past in de Soester schaal. Dat u het res pect voor hetgeen er is in onvoldoende mate in uw voorstel tot uiting brengt, vind ik ook jammer, omdat deze houding polariserend zal werken. Wanneer ge voel was getoond voor het feit dat wij, ook met be trekking tot de schaal van de weg, met een beperkte dimensionering dienen te werken, dan zou er mis schien iets minder weerstand tegen de weg zijn dan nu het geval is. Waarom per se vier rijstroken en waarom niet volstaan met twee rijstroken? Nu moet men niet aankomen met het argument, dat voorlopig geen vier rijstroken zullen worden aangelegd. Het gaat nl. om de defini tieve vormgeving. Die definitieve vormgeving moge dan pas over tien, vijftien, twintig jaar aan de orde komen, er wordt ons nu een beslissing gevraagd over kunstwerken die in beginsel de aanleg van vier rij stroken mogelijk maken. Ik vind het erg onverstandig een dergelijke beslissing te nemen. Ik zal de raad vragen terzake een uitspraak te doen, ook al weet ik hoe dit zal uitvallen. Ik wil de zaak ech ter sterk markeren. Ik wil nog één keer op de raad een beroep doen om s.v.p. op een bescheiden manier het onderhavige verkeersprobleem op te lossen. Dit door voor nu en voor altoos te volstaan met één rijbaan met twee rijstroken, teneinde de schaal van de weg niet groter te doen zijn dan strikt noodzakelijk is. Het zal duidelijk zijn dat onze fractie blijft staan achter tracé B. Dit omdat daarbij althans iets minder sprake is van landschappelijke aantasting, van vermin dering van het areaal van het Enggebied en van ver storing van het natuurlijk milieu. Ik zeg helemaal niet: Tracé A is volledig slecht; tracé B is volledig goed. Het gaat hier om het kiezen van het minst slechte uit twee slechten. Op grond van de door mij aangegeven overwegingen vinden wij tracé B zoda nig minder slecht, dat wij op het standpunt blijven staan dat gekozen moet worden voor tracé B. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik ben het eens met één lid van uw college, dat zegt dat naar zijn mening bij de uitvoering van tracé A de Eng te veel wordt aangetast. Ik ben het niet met haar eens 298

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 361