is nl. niet zichtbaar vanaf de Molenweg. Dat blijkt duidelijk uit de maquette. Ik vind het kwalijk dat de heer Visser mensen die hun standpunt naar eigen inzicht verdedigen, hier ver wijt dat zij hun broodheer goed dienen. Ik geloof niet dat je zulke zaken en publiek naar voren moet brengen. Wanneer je meent dit soort dingen naar vo ren te moeten brengen, dan moet je het tegen de be trokkenen zelf zeggen en die de kans geven zich te verdedigen. Kwalijk vind ik ook, dat de heer Visser zegt dat het gemeentebestuur de bewoners van Ossendamweg-Von dellaan „voor het karretje spant". Ik vind dit een rare opmerking. Hebben deze bewoners geklaagd, dat zij voor een karretje zijn gespannen? Of is het toevallig een karretje, waaraan de heer Visser aan de verkeerde kant trekt? Kwalijk vind ik voorts, dat de heer Visser een citaat uit het streekplan Utrecht-Oost hanteert, terwijl hij andere citaten uit dat streekplan (die hij ook erg goed zou kunnen hanteren) verzwijgt. Uit die andere cita ten blijkt dat wel degelijk maatregelen voor de ver keersafwikkeling op de Birkstraat noodzakelijk zijn. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik wil nogmaals benadrukken dat wij hedenavond een keus moeten maken, hoe moeilijk die keus voor ieder een ook is. Daarbij stelt onze fractie de menselijke aspecten voorop, hoe pijnlijk het ook is dat er land schappelijk wat opgeofferd moet worden. Met betrekking tot de vraag één rijbaan of twee rijba nen hebben de fracties van C.D.A. en V.V.D. zich duidelijk uitgesproken voor de aanleg van één rijbaan met reservering van grond voor een tweede rijbaan. De motie van de P. v.d. A. houdt in het voor nu én in de toekomst uitgaan van één rijbaan. Aanvankelijk be stond ook in onze fractie tegenstand tegen het reser veren van grond voor een tweede rijbaan. Wij stonden daarbij op het standpunt: Hoe smaller wij de weg ma ken en hoe meer meters wij daardoor uitsparen, hoe beter het is. Er is heel wat aan te pas gekomen - ook van deskundige zijde - om ons ervan te overtuigen, dat wij op de verkeerde weg waren. Door slechts één rij baan uit te graven kunnen wij maximaal 13 meter be sparen. Als wij bij het uitgraven van twee rijbanen de taluds zo schuin mogelijk maken, die bedekken met een dikke laag teelaarde (die uit de weg te graven grond kan worden verkregen), dan kunnen wij op de taluds planten wat wij willen. Ik ben ervan overtuigd dat op die wijze het landschap veel minder schade wordt berokkend dan nu door sommigen wordt be weerd. De heer De Wilde zei dat in verband met de geluids hinder een zone van 350 meter in acht genomen moet worden. Hoe wil hij dit rijmen met het door hem voorgestane tracé B, gezien de afstand van dit tracé tot de woningen aan de Eikenlaan en de Kolonieweg? Sommigen denken bij het milieu alleen aan de land schappelijke en ecologische aspecten. Wij zien het mi lieu ruimer. Wij vragen ons daarbij af: Hoe is het leef milieu in de woonwijken? In dat verband zijn wij van oordeel dat al het autoverkeer dat in de woonwijken niets te maken heeft, daaruit moet worden geweerd. Dat de fractie van de P. v.d. A. de voorkeur blijft ge ven aan tracé B boven tracé A, betreuren wij. Dat is echter haar zaak en niet de onze. Wanneer men even wel hetgeen naar voren is gebracht door de verkeers- deskundigen, in de inspraakgroepen enz. naast elkaar legt, blijken er zo veel voordelen aan tracé A te zit ten, dat ik beslist niet durf te zeggen (zeker niet als tracé A wordt gerealiseerd op de zojuist door mij aan gegeven wijze) dat tracé A landschappelijk meer scha de zal berokkenen dan tracé B. Het zou dan best kun nen zijn dat tracé A landschappelijk beter uitvalt dan tracé B. Ik hoop dan ook dat men niet probeert een kromme weg recht te praten. Ik doe een beroep op de fractie van de P. v.d. A. om een kromme weg recht te maken. Dan zijn wij met z'n allen uit het probleem. Ik geloof nl. dat het in het belang van Soest is dat er een goede verkeersontsluiting tot stand gebracht wordt, die niet om mensenlevens vraagt. Mevrouw de voorzitter! Ik heb er geen behoefte aan om hier twintig minuten te praten en daarbij iedereen te bekritiseren, zonder ook maar één oplossing aan te dragen. Ik betreur het dat een dergelijk betoog hier is gehouden. Wie het laatst lacht, lacht het best. Eén ding moge duidelijk zijn: wij zijn voor de veilig heid van en voor een goed leefmilieu voor de mensen in Soest. En daarvoor moeten wij helaas, misschien, planologisch wat opofferen. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Wan neer de heer Lange zegt dat voor zijn fractie de situa tie bij de Ossendamweg niet relevant is, dan hebben wij elkaar tot nu toe helemaal niet begrepen. Als het Ossendamwegvraagstuk er niet zou zijn - ik wil dit in alle duidelijkheid zeggen -, zou wat mij betreft de Cen- trumweg ophouden bij de Nieuweweg. En dat punt is voor mij relevant. De heer LANGE: Maar het gaat vanavond om het ma ken van een keuze tussen tracé A en tracé B! De heer VAN POPPELEN: Daar praten wij over. De heer DE WILDE: Neen, mijnheer Lange. Ik moet duidelijk maken waarom ik tussen die twee een keuze maak, terwijl ik die keuze eigenlijk helemaal niet wil maken. U hebt daar misschien minder behoefte aan. Na het volgende dat ik aan het adres van de heer Vis ser ga zeggen, zult u er misschien meer begrip voor hebben. Mevrouw de voorzitter! Ik wil er niet van beticht worden - door de betrokken uitlating van de heer Vis ser voel ik mij gewoon gegriefd - dat ik niet de moed zou hebben om „neen" te zeggen. Als wij op die ma nier met elkaar discussiëren, komen wij niet verder. Het probleem van de Ossendamweg is voor mij - of men het nu leuk vindt of niet - hét probleem van de ze zaak. Was dat probleem er niet, dan maakte ik überhaupt geen keuze tussen tracé A en tracé B. Dan zou voor mij de weg bij de Nieuweweg mogen ophou den. Op de vraag om aan te geven hoe de zaak dan wél op gelost moet worden, heft de heer Visser de handen ten hemel en zegt hij: Dat kunt u van mij niet ver wachten. Dat vind ik een vorm van besturen die eigen lijk ontoelaatbaar is. Ook in het voorgaande stadium zijn door de heer Visser - die erkent dat er problemen met betrekking tot de Ossendamweg zijn - geen po gingen aangewend om tot een oplossing daarvoor te komen. Ik zou mij kunnen voorstellen dat de heer Visser ontkent dat er problemen met betrekking tot de Ossendamweg zijn, dat hij vindt dat er terzake niets moet gebeuren en dat hij daarom tegen de Centrumweg is. Maar nogmaals: hij erkent de bezwaren van de Os sendamweg. Op de vraag wat er terzake moet gebeuren, zegt hij vervolgens: Niks. En dat is een vorm van bestu ren die ik erg laak. 306

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 369