worden gelegd. De ander zegt: Je moet daar stop lichten aanbrengen en het verkeer een beetje ophou den. Ik heb echter geen zin al dit soort punten nu nog een keer naar voren te gaan brengen. De heer De Wilde wil ik erop wijzen dat ik vanavond voor het eerst de kans heb over de Centrumweg te pra ten. Ik heb nooit eerder mijn bezwaren kunnen depo neren, de mensen ervan kunnen overtuigen dat de voorgestelde weg geen goede oplossing is en kunnen discussiëren over een andere oplossing. Het is echter duidelijk dat de situatie alleen maar erger wordt als wij de Centrumweg aanvaarden. Wanneer de heer Van Poppelen er een eind aan wil maken, moet hij die weg oversteken. Dat wordt nl. een bijzonder gevaar lijke weg door de bebouwde kom van Soest, onver licht en met alle ellende van dien. De heer DE WILDE: De heer Visser en ik zijn het er over eens dat de bezwaren van de bewoners van de Ossendamweg reëel zijn. Nu verwijt hij mij dat ik de moed heb daarvoor een oplossing te zoeken. Dat is het punt waar het om draait. En ik verwijt hem al leen dat hij aan de ene kant de mensen gelijk geeft en aan de andere kant die mensen volledig in de kou laat staan. De heer VISSER: De heer De Wilde laat zelf de men sen in de kou staan. U zou overigens, mevrouw de voorzitter, de vergadering strakker gaan leiden, In het seniorenconvent is afgesproken dat alleen korte interrupties zouden worden toegestaan. De interrup tie van de heer De Wilde is echter een vierde of vijfde ronde. Ik ben het nog steeds niet met u eens over het feit, dat u niet doet hetgeen u hebt beloofd, nl. de nota inspraak te zullen volgen, En nu gaat u uitmaken waarover straks de insprekers mogen inspreken. Dat kan gewoon niet. U hebt beloofd dat u met betrek king tot bestemmingsplannen de procedure zou hand haven die in de door de raad aanvaarde nota is aan gegeven. Dan moet u nu niet zeggen: Wij zullen wel de punten aangeven waarover mag worden ingespro ken. Stel dat de kwestie van de uitdroging of de di mensionering van de weg daaronder niet voorko men! In het ontwikkelingsplan - het „papieren" be sluit van de raad, waartegen ik niet in beroep mag gaan! - is alleen nog maar gesproken over het tracé. De heer LANGE: Mijnheer Visser, hebt u dan de es sentie van de behandeling van de Centrumweg bij de raamstructuur gevat? De VOORZITTER: Dames en heren! Het is thans de derde keer dat wij over de problematiek van de Cen trumweg spreken. De eerste keer hebben we dat ge daan bij de behandeling van de raamstructuur. De tweede keer hebben wij het uitputtend kunnen doen bij de behandeling van het ontwikkelingsplan, He denavond is het de derde keer, waarbij wij alleen spre ken over een bepaald gedeelte van het tracé. Ik wil nog even constateren - aangezien wij geen der de instantie hebben - dat blijkens hun redevoeringen ook de heren Lange en Van Poppelen de milieufacto ren heel duidelijk in hun overwegingen hebben be trokken. Ik meen nl. ergens beluisterd te hebben, dat sommige mensen die factoren niet tot hun recht zou den hebben laten komen. De heer De Wilde is nog even teruggekomen op het verband tussen het Centrumplan en de Centrumweg. Ik ben blij dat hij nog eens verduidelijkt heeft wat hij bedoelt met respect voor hetgeen er is, nl. datje op grond daarvan zou moeten komen tot een beperkte dimensionering. Ik geloof niet dat wij elkaar terzake kunnen overtuigen. Ik geloof dat een aantal mensen hier zegt: Gezien de mogelijkheden van de taluds bij een minder steile glooiing, zou een bredere uitgraving misschien zelfs beter zijn dan een smalle. Het hangt natuurlijk ook af van de vraag op welke wijze en waar je doorbreekt. Bovendien dient men te bedenken dat je door slechts één rijbaan uit te graven de uitgraving niet tot de helft terugbrengt. Kortom: ik heb het ge voel dat men over dit punt verschillend zal blijven denken. Daarbij ben ik ervan overtuigd dat bij allen respect leeft voor hetgeen er is. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Bij de brede uitgraving gaat het om 37 meter. Zou men één rijbaan uitgraven, dan bespaart men slechts 13 meter. Bij de Koningsweg ligt één rijbaan met twee rijstroken. Wij zijn, dacht ik, van plan die situatie te handhaven. De heer DE WILDE: Dan is er toch ook geen bezwaar om onze motie te aanvaarden? Wethouder HOEKSTRA: Ik ben nog niet uitgepraat. Wij weten nog helemaal niet hoe een en ander zich in de toekomst zal ontwikkelen De heer Lange heeft in eerste instantie opgemerkt, dat de verkoop van auto's nog steeds toeneemt, Rijkswaterstaat stelt: In ieder geval tot 1985 neemt het autobezit toe. Tot dan zal derhalve het aantal voertuigen op de weg toene men. Met andere woorden: of je het nu leuk vindt of niet, je zult rekening moeten houden met steeds meer verkeer. Daarom geloof ik dat wij er goed aan doen om, gelijk wij ook met betrekking tot de Koningsweg hebben gedaan, een bepaalde reserve in acht te ne men. Daarbij kan ik mij aansluiten bij de opmerking: Als wij de glooiingen van de wegtaluds breed maken en goed verzorgen, zal de schade misschien minder groot zijn dan men nu denkt. Naar aanleiding van hetgeen de heer Visser heeft ge zegd over een tegenstelling tussen de heren Wentink en Van der Dussen het volgende. Natuurlijk ligt het voor de hand dat op de Centrumweg (en dan bedoel ik: vanaf de Biltseweg tot de Birkstraat) verkeers lichten zullen komen. Dit ook om de mensen uit Overhees een gemakkelijke verbinding te geven met de rest van Soest, Daaruit mag men echter geen tegen spraak afleiden, Er is nl. duidelijk bij gezegd, dat met betrekking tot deze verkeerslichten een bijzonder goede groene golf moet worden ingesteld. En dan zegt de heer Wentink: Op die wijze krijg ik de goede doorstroming; het verkeer moet nl. een vlot verloop hebben. Het een is helemaal niet in tegenspraak met het ander. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik wil nog even terugkomen op het verband dat de heer De Wil de heeft gelegd tussen de kwestie van het Centrum en de Centrumweg, wat betreft het aantal voertuigen dat zich over de Centrumweg zal bewegen. Nu wijzen alle adviezen die wij hebben ontvangen, in de richting dat er duidelijk behoefte is aan een tweede wijkwin kelcentrum, Wij hebben het gevoel dat het aantal voertuigen niet zal verminderen, wanneer men het wijkwinkelcentrum dan wel het bestuurlijk centrum op een andere plaats situeert. Aangezien wij willen proberen het verkeer zo veel mogelijk over de Cen trumweg te leiden, heb ik het gevoel dat de Centrum weg niet minder druk zou worden als het centrum-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 372