zigingen, nl. de afschaffing van de artikelen 8 en 50 van de Vleeskeuringswet. In de samenvatting en de conclusies van het rapport wordt de verwachting uit gesproken dat het slachthuis van de gemeente Soest na intrekking van deze artikelen zal worden gesloten. Ook in de nota van aanbieding wordt een dergelijke maatregel niet uitgesloten, want het college stelt dat in het komende jaar een beslissing over het al dan niet voortbestaan van het slachthuis genomen dient te worden. Uit de woorden van de directeur van het slachthuis, onlangs naar voren gebracht bij het afdelingsonder- zoek, hebben wij echter begrepen dat voorlopig nog niet tot sluiting overgegaan behoeft te worden, tenzij er grote investeringen moeten worden gedaan. In het verleden hebben wij al gezegd dat wij hopen dat bij afweging van het belang van het voortbestaan en de grootte van een eventueel exploitatietekort van het slachthuis de wijzer door zal slaan ten gunste van een continuering van het bedrijf. Gezien de belangrijke rol die het slachthuis op plaatselijk niveau nog steeds ver vult, waarbij wij denken aan zaken zoals werkgelegen heid, de noodslachtplaats, een voorziening die vooral voor agrariërs van belang is, de vrijbank, goedkoop vlees voor mensen met een beperkte beurs, hopen wij dat genoemde investeringen nog lang mogen uitblijven. Kan gezegd worden hoe de situatie in dit opzicht er nu uitziet? Voor velen zou hierdoor een stuk onzekerheid kunnen worden weggenomen, Onlangs is bekend geworden dat het rijk in het kader van de herstructurering van de openbare slachthuizen aan de gemeente Soest een uitkering van ongeveer f. 232.000,- heeft gegeven. Is dit een éénmalige uitke ring? Is dit ook reden om de financiële zorgen ten aanzien van het slachthuis zodanig verlicht te zien dat voorshands niet meer over sluiting behoeft te worden gesproken? De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! In de nota van aanbieding is een halve bladzijde gewijd aan het openbaar slachthuis, beginnend met het besluit van de Tweede Kamer van 31 augustus jl Nu blijkt dat er al vanaf maart 1977 een rapport van het E.T.I, ligt, waar over helemaal niet wordt gerept in de nota van aanbie ding, maar waar toch een aantal bijzonder belangrijke zaken in staan, naar ik meen. Sinds 1971 is al een werkgroep bezig, die duidelijk stelt dat wij toe moeten naar de situatie dat nog maar één vleeskeuringsdienst in Eemland aanwezig is, nl. in Amersfoort, Op blz. 20 van dit rapport wordt ook gezegd dat dit onherroepe lijk zal leiden tot sluiting van het openbaar slachthuis in Soest. Aan het onderhoud wordt alleen het aller noodzakelijkste gedaan; investeringen worden helemaal niet meer gedaan. Juist om nu de onzekerheid op dit punt weg te nemen, lijkt het mij verstandig om hierover nu een politieke be slissing te nemen en vervolgens te werken aan maatre gelen die de belangen van de mensen die bij het slacht huis werken, in ieder geval veilig stellen. Met het oog daarop heb ik ook bij de algemene beschouwingen een motie ingediend die als volgt luidt: „De raad der gemeente Soest in vergadering bijeen; overwegende, dat in het rapport dd. maart 1977 van het Economisch-Technologisch Instituut voor Utrecht ondermeer wordt gesteld, dat het voortbestaan van een openbaar slachthuis niet alleen afhankelijk is van het exploitatieresultaat, maar ook van de bereidheid van het gemeentebestuur om - op grond van andere dan financiële overwegingen - een eventueel negatief ex ploitatieresultaat binnen bepaalde grenzen te accep teren; dat een politieke uitspraak hieromtrent door zijn raad niet is gedaan; dat naar zijn mening de intrekking van artikel 8 van de Vleeskeuiingswet per 1 januari a.s. moet leiden tot sluiting van het openbaar slachthuis te Soest; dat echter de beslissing tot sluiting van dit slachthuis tot gevolg zal hebben dat de gebruikers naar alle waarschijnlijkheid gedupeerd zullen worden; spreekt zich uit: I. het openbaar slachthuis Soest met ingang van 1 ja nuari 1978 te sluiten; II. maatregelen te nemen, dat de belangen van de hui dige gebruikers worden gewaarborgd; en gaat over tot de orde van de dag." De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! Op de afschaffing van artikel 8 van de Vleeskeu ringswet is in vakkringen jarenlang gewacht. In de raad hebben wij ook ieder jaar hierover gesproken bij de begrotingsbehandeling. Dit vindt nu eindelijk plaats en de consequenties daarvan zijn duidelijk. Wij zullen nu van jaar tot jaar een beslissing moeten ne men over het voortzetten van de exploitatie van het slachthuis, duidelijk aan de hand van te verwachten investeringen in het slachthuis Als wij daarbij niet uitkijken, zullen die investeringen in de komende ja ren ontstellend hoog kunnen gaan worden. Het gebouw dat er nu is leent zich nu nog wel voor het slachten, maar er zouden wel eens binnenkort dr astische veran deringen nodig kunnen zijn. Wat het voorstel inzake de keurlonen en de rechten betreft, vragen wij ons nog af of dit een kostenverho ging betekent voor de gebruikers, de afnemers van vleeswaren in het algemeen, dus slagers, hotels, restau rants enz. Wat de beslissing betreft om al dan niet tot sluiting over te gaan, meen ik dat dit niet zo concreet is gesteld in de nota van aanbieding, maar dat het meer gaat om een vraag die de komende jaren steeds opnieuw on der ogen zal moeten worden gezien. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik heb in de paragraaf over het slachthuis vooral de laatste zin onderlijnd Nu de heer Visser een motie heeft in gediend en daarvoor ook ondersteuning vraagt, zal ik graag nog zowel aan hem als aan het college enkele vragen stellen. Ik neem aan dat het college weloverwogen in de nota van aanbieding heeft gezegd dat in de loop van 1978 een beslissing moet worden genomen. Wat zullen wij dan méér weten dan wij nu weten? Ik heb ook het E.T.I.-rapport gelezen en het is duidelijk dat het slachthuis in Amersfoort, in het kader van de regiona lisering van deze zaak, wel de Eemlandgemeenten zal gaan bedienen, De kans zal dan ook groot zijn dat wij zullen moeten besluiten om het slachthuis in Soest op te heffen, maar kennelijk aarzelt het college hiermee toch nog. Ik zal hierop graag een nadere toelichting krijgen. Wat de motie van de heer Visser betreft, begrijp ik niet goed dat hij voorstelt om per 1 januari a.s., dus over enkele weken, het slachthuis te sluiten en tege lijkertijd ervoor pleit in de motie om maatregelen te nemen opdat de belangen van de huidige gebruikers worden gewaarborgd. Hoe is het mogelijk om binnen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 410