gemeente vertegenwoordigen in de S.S.W., ik daarbij
dan ook word uitgenodigd.
De heer DE WILDE: Dat zullen wij zeker doen.
De begroting van het woningbedrijf wordt zonder
hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld.
Het bedrijf gemeentewerken.
De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil voor
al spreken over een bepaande tendens die ik heb waar
genomen in de begroting. Toen ik nog lid was van de
commissie openbare werken en ik de begroting van het
bedrijf gemeentewerken altijd kon volgen, van dichtbij,
heb ik steeds gelet op het aantal personeelsleden van
gemeentewerken. In 1970 was er nog een uitbreiding
van het aantal personeelsleden, maar in 1971 waren er
205 mensen bij gemeentewerken in dienst en in 1974
nog 202. In die jaren bleef het aantal personeelsleden
dus constant. Daardoor werd veel werk aan derden
uitbesteed; het onderhoud van bijvoorbeeld plantsoe
nen werd in steeds toenemende mate uitbesteed.
Dit jaar echter vermeldt de begroting dat er in 1978
220 mensen bij gemeentewerken zullen werken. Het
aantal neemt dus weer sterk toe, maar dat geldt niet
voor het uitbesteden van werk aan derden. Veel werk
wordt weer in eigen beheer uitgevoerd. Nu weet ik wel
dat het hier nog maar gaat om begrotingscijfers en be
grotingsaantallen, om ramingen dus die in de praktijk
niet behoeven uit te komen. Men verwijst dan ook
veelal naar de rekeningen, maar die slaan eigenlijk al
leen op kapitaalswerken, terwijl het mij veel meer gaat
om het gewone werk, zoals onderhoud van plantsoe
nen, grasmaaien enz. Ik spreek hier ook over gezien
de gang van zaken in de boscommissie, waarbij duide
lijk is geworden dat men weer van plan is allemaal
eigen personeel in dienst te nemen om het werk in de
bossen allemaal zelf te kunnen doen.
Ik ben geen voorstander van deze werkwijze. In 1970
waren de lasten van het personeel nog zo'n f. 3,7 mil
joen, terwijl er nu f. 11 miljoen wordt gevraagd. Ik
schrik daar toch wel van. Omdat ik meen dat veel
meer werk moet worden uitbesteed en dat dit beter is dan
het werk in eigen beheer uit te voeren, zal ik demonstra
tief tegen de begroting van het bedrijf gemeentewerken
stemmen. Ik vind het bijzonder jammer dat niet meer
wordt geprobeerd om werk uit te besteden.
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Uit de
nota van aanbieding blijkt dat de door ons bij de behan
deling van de vorige begroting ter sprake gebrachte pro
blematiek rond de zogenaamde productieve uren door
het college is onderkend en dat er maatregelen zullen
worden genomen om in 1979 tot een betere en meer
verantwoorde vaststelling te komen van de door te bere
kenen arbeidslonen. Wij verzoeken het college ons in
de loop van 1978 over de resultaten van het in te stel
len onderzoek in te lichten, bijvoorbeeld in de commis
sie openbare werken, op dezelfde manier als dat gebeurt
met het periodieke overzicht van aan te besteden wer
ken.
Wij zullen graag eens vernemen of er een onderhouds-
schema is van de bij gemeentewerken in onderhoud
zijnde wegen en of er wel eens een onderzoek is inge
steld door deskundigen naar de toepassing van de zo
genaamde slijtlaag. Wordt nu al zoveel mogelijk ge
bruik gemaakt van de zogenaamde geluidsarme slijtla
gen, dit in verband met het door het verkeer geprodu
ceerde lawaai? De geluidsarme slijtlagen schijnen van
zeer grote invloed te zijn op dat lawaai. Kan bijvoor
beeld in de commissie openbare werken eens een prio
riteitenlijst worden overgelegd inzake het onderhoud
van de wegen? Hier is al eens eerder om gevraagd, maar
toen is geantwoord dat dit bijzonder moeilijk was, om
dat dan allerlei mensen aan de bel zouden gaan hangen
als bepaalde straten niet op de lijst zouden staan. Ik
begrijp de moeilijkheden op dit punt wel, maar wat
meer inzicht voor ons is toch wel plezierig.
Ook zullen wij graag van het college horen of de be
zettingsgraad van speciale voertuigen, zoals veegwagens
enz., voldoende is.
Het verdient onzes inziens aanbeveling bij het ontwer
pen van nieuw aan te leggen wegen, waar nodig, reeds
bij het ontwerp rekening te houden met de aanleg van
voetgangerstunnels.
Op een aantal plaatsen in onze gemeente hebben wij
nu zogenaamde woonerven. Hoe zijn de ervaringen
hiermee Uit diverse publicaties blijkt dat men vaak
zeer lichtvaardig omspringt met het aanwijzen van
straten tot woonerf. Wij menen dat hierbij de grootst
mogelijke zorgvuldigheid in acht moet worden geno
men, teneinde later niet voor zeer onveilige situaties te
komen staan.
Ten aanzien van de verkeersveiligheid hebben wij het
afgelopen jaar een aantal maatregelen moeten nemen.
Het komende jaar zullen er nog nieuwe volgen. Wij
dringen er bij het college op aan eerst alle voor- en
nadelen nauwkeurig tegen elkaar af te wegen en voor
al de belanghebbenden hierover te horen, bijvoorbeeld
bij het instellen van eenrichtingverkeer.
Verder dienen onzes inziens de verkeerslichten, voor
zover dat tot onze competentie behoort, zo doelma
tig mogelijk te worden afgesteld. Hiervoor zijn ver
schillende mogelijkheden. Wij vragen dit om:
- een goede doorstroming te bereiken;
- brandstof en dus energie te besparen;
- het milieu minder te vervuilen;
- minder aanleiding te geven tot het zoeken naar alter
natieve routes.
Ik merk hierbij op dat vandaag de verkeerslichten op
de Banningstraat weer in werking zijn gesteld. Veel
mensen merkten dat kennelijk helemaal niet op, want
het eerste uur reden er al 81 mensen door het rode
stoplicht heen. Een onrustbarende zaak.
Wij hebben maatregelen genomen om vrachtauto's op
speciaal daarvoor aangewezen plaatsen te kunnen par
keren. Ik vraag mij echter af of daaraan voldoende de
hand wordt gehouden en of de politie daar waar dat
niet gebeurt ook regelend optreedt. Ik heb het al enke
le keren doorgegeven, maar nog steeds staat al sinds
weken op één bepaalde plaats een grote Belgische
vrachtwagen. Nu heb ik niets tegen Belgen, maar het
gaat wél om een enorme wagen. Als wij maatregelen
nemen en speciaal de algemene politieverordening wij
zigen, moeten wij er ook de hand aan houden. Anders
behoeven wij al die zaken niet te veranderen.
Bij het winkelcentrum Van Weedestraat zijn grote par
keerproblemen. Dat is bekend. Hiervoor moet onzes
inziens op korte termijn een oplossing worden gezocht
door middel van het treffen van de nodige voorzienin
gen. Wij geven de volgende suggesties daartoe in over
weging. Voorlopig zou een deel van het Nassauplant-
soen als parkeerruimte kunnen worden ingericht. Een
andere mogelijkheid is om aan de Stadhouderslaan
een parkeerterrein aan te leggen. Volgens onderzoe
kingen zou wetenschappelijk vaststaan dat de loopaf
stand tussen het geparkeerde voertuig en het te be-
352