zorg. Daarnaast wijs ik erop dat de S.P.D. Utrecht-oost
psychologen in dienst heeft, scholen bezoekt, kinderen
met leermoeilijkheden begeleidt en ook schoolpsycho
logisch onderzoek doet. Dat gehele pakket dat inte
graal wordt aangeboden door de S.P.D., wordt gefinan
cierd door de financierders op dit gebied.
De VOORZITTER: Goed, het is duidelijk dat wij dit
nader moeten onderzoeken.
De voorstellen tot vaststelling van het bedrag per leer
ling voor het jaar 1978 en tot vaststelling van het getal
wekelijkse lesuren vakonderwijs voor het jaar 1978
worden achtereenvolgens zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Hierna wordt gepauzeerd.
Wanneer de vergadering is heropend, stelt de voorzitter
aan de orde:
Cultuur en recreatie.
De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Mijn op
merkingen zullen betrekking hebben op het subsidie
beleid. Dit heeft dus met name betrekking op hoofd
stuk VIII, maar het geldt ook voor de hoofdstukken
IV, IX en X.
Gezien de beantwoording van het college van een des
betreffende begrotingsvraag is ook het college van me
ning dat een totaaloverzicht van de gemeentelijke sub
sidies aanbeveling verdient. Wij hebben er begrip voor
dat een dergelijk overzicht niet binnen korte tijd kan
worden samengesteld. Onze fractie waardeert het ech
ter dat het college in zijn beantwoording op deze vraag
een eerste stap heeft gezet naar dat overzicht door een
tabel samen te stellen van een aantal gemeentelijke
nettosubsidies in 1975, 1976 en 1977, met een prog
nose voor 1978. Wij stemmen gaarne in met het voor
stel van het college om voorafgaande aan de verdere
uitwerking met een aantal leden van de raad, bijvoor
beeld de commissie financiën, van gedachten te wis
selen over de verdere opzet. Zo'n gesprek kan inder
daad een aanzet zijn, zoals het college stelt, naar de
uitstippeling van het totale toekomstige subsidiebe
leid. Wij willen daarom niet nu al vooruit lopen op en
kele in het oog springende gegevens van deze tabel,
maar komen daar te zijner tijd bij een gerichter behan
deling nader op terug.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Kort geleden hebben wij in de raad uitvoerig ge
sproken, naar aanleiding van de cultuurnota, over het
cultuurbeleid van het college. Wij hebben toen naar vo
ren gebracht dat wij ons in grote lijnen zeer wel in dit
beleid kunnen vinden dat in onze ogen ook een zeer
liberaal beleid is. Wel wil ik nog de nadruk leggen op
twee in het oog springende aspecten van dit beleid.
In de eerste plaats dient onzes inziens de jeugd in een
zo vroeg mogelijk stadium in aanraking te komen met
allerlei vormen van cultuur. Dat moet niet als extra
worden beschouwd, maar meegenomen worden in de
gehele basisvorming van het kind. Wij juichen dan ook
uitbreiding van de kunstzinnige vorming op de scholen,
zowel het lager als het middelbaar onderwijs, bijzon
der toe, terwijl hetzelfde geldt voor de aanzet tot de
invoering van een algemene muzikale vorming op de
basisscholen. Daarnaast zal het natuurlijk nodig zijn,
in algemene zin, om de gehele bevolking te confronte
ren met hetgeen er op dit ogenblik aan cultuur aanwe
zig is en in welke verschillende uitingen zich dat voor
doet. Wellicht kan in het komende jaar een nummer
van Op't Hoogt eens helemaal aan verschillende aspec
ten van de cultuur worden gewijd. Er staat wel eens
iets over in de krant, of in Op't Hoogt, maar het is
tot nu toe sterk versnipperd. Juist teneinde de cultuur
meer te benadrukken, met name omdat de cultuur in
de hedendaagse maatschappij meer aandacht krijgt,
lijkt een speciaal nummer ons een goede zaak. In dat
nummer kan dan uiteen worden gezet welke verschil
lende aspecten van cultuur in Soest aan de orde zijn,
terwijl voorts via foto's de verschillende beelden die
tot nu toe zijn geplaatst, kunnen worden getoond,
met een uitleg. Tevens kan dan een reactie worden ge
vraagd van de burgerij, via een antwoordstrook, op
hetgeen thans in Soest aan cultuur gebeurt. Cultuur is
immers bij uitstek een levende zaak die in een wissel
werking tot stand moet komen.
Het is natuurlijk nodig dat deze suggestie verder wordt
onderzocht en uitgewerkt, maar het gaat mij erom dat
de gehele bevolking erbij wordt betrokken, niet alleen
die verenigingen die toch al zeer actief zijn op dit punt.
De culturele commissie heeft indertijd de suggestie ge
daan om in principe een budget van bijvoorbeeld
f. 10.000,- ter beschikking te stellen voor enerzijds
aankoop bij Soester kunstenaars van schilderijen, aqua
rellen of andere werken waarmee Soester zaken zijn
vastgelegd en anderzijds het geven van opdrachten aan
kunstenaars om bepaalde plaatsen in Soest die gaan
verdwijnen, maar die toch zeer dierbaar zijn, vast te
leggen. De commissie financiën heeft daarop gesteld,
dat de culturele commissie dan eerst maar eens met
een volledige inventarisatie en een compleet voorstel
zou moeten komen. De culturele commissie betreurt
dat eigenlijk bijzonder. De inventarisatie is wel op
gang gekomen en zal in januari a.s. door de groep uit
de bevolking die zich daarmee bezighoudt, worden ge
presenteerd. Daarnaast is de aankoopcommissie doen
de om te inventariseren bij de kunstenaars wat er al
aan materiaal is. Als wij echter moeten wachten totdat
er een complete lijst is, is het materiaal dat nu aanwe
zig is en dat interessant is, al weg. Het is niet mogelijk
om aan een kunstenaar te vragen om bepaalde werken
nog een jaar vast te houden, totdat er een compleet
voorstel is voor de commissie financiën.
Zo zijn wij onlangs op een schilderijententoonstelling
geweest van de heer Weijman aan de Kolonieweg waar
bijzonder waardevolle schilderijen aanwezig bleken te
zijn. Het is niet mogelijk om dan te vragen om bepaal
de schilderijen maar enkele jaren vast te houden. Bij
karakteristieke Soester plaatsen denk ik bijvoorbeeld
aan de Brinkweg waar nu de bomen gesloopt zijn.
Een goede kunstenaar had daarvan een goede impres
sie kunnen maken. Ik denk voorts aan Mariënburg.
Een groot deel daarvan is in mijn ogen foeilelijk,
maar het andere deel - dat betreft met name het witte
gebouw - is eenvoudig beeldschoon. Het zou bijzon
der jammer zijn als dit gebouw gesloopt zou worden
zonder dat dit beeld zou zijn vastgelegd.
Ik wil er, kortom, een lans voor breken dat het prin
cipebesluit wordt genomen dat de culturele commis
sie met suggesties mag komen, zonder dat er eerst een
compleet voorstel voor een bedrag van f. 10.000,—
behoeft te zijn. De culturele commissie koopt zaken
ook niet zelf aan; zij komt alleen met een voorstel en
het college geeft vervolgens de opdracht. Ik zie eigen
lijk niet in waarom dit zou moeten wachten totdat er
een complete inventarisatie is en een complete lijst
met wensen.
Daarnaast zal ik nog graag horen of de wethouder iets
kan zeggen over de gang van zaken bij de inspraak-
groep voor de rijksbijdrageregeling die overigens nog