niet zo lang geleden van start is gegaan, In het begin
was het nogal wazig hoe dit zou moeten gaan. Is daar
op nu al meet zicht gekomen en wanneer zijn resulta
ten van dit werk te verwachten?
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw
de voorzitterMede omdat wij nog onlangs de cul
tuurnota hebben behandeld, wil ik nu op slechts één
punt ingaan, nl het openluchttheater. Tijdens het af-
delingsonderzoek is daarover gevraagd of al enig in
zicht is in de vraag wat er met dit theater zal gebeuren.
Het bevreemdt mij enigszins dat het antwoord dat
daarop is gegeven, op de korte termijn is gericht. Bij
de behandeling van de cultuurnota is nl. afgesproken
dat gesprekken zouden plaatsvinden met betrokkenen
en dat vervolgens een afweging zou plaatsvinden op
dit punt. Er zijn mijns inziens drie mogelijkheden:
Het openluchttheater niet langer handhaven, het thea
ter wél handhaven maar zonder er verder veel aan te
doen en alleen de verzoeken die binnenkomen hono
reren óf het theater handhaven mét het voeren van een
actief beleid terzake van dit theater. Ik zal graag horen
wanneer wij een en ander tegemoet kunnen zien. Het
antwoord op vraag 1.57 zien wij als een voorlopig ant
woord voor dit jaar.
Als lid van de culturele commissie wil ik van harte de
opmerkingen van mevrouw Korthuis over de documen
tatie van Soest onderschrijven. De opmerking van me
vrouw Korthuis over een pubücatie over cultuur in
Op't Hoogt zou ik nog graag verruimen. Het gehele
welzijnsterrein hangt nl. zo nauw samen dat het moei
lijk is om daar een onderdeel uit te lichten in een pu
blicatie en misschien zou dan een extra periodiek kun
nen worden gewijd aan de nota's die zijn verschenen,
aan de zaken die mevrouw Korthuis heeft genoemd
enz,, dit tevens als voorbereiding op de inspraak die
vanuit de burgerij zal moeten plaatsvinden.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mevrouw
de voorzitter! Ook ik ondersteun het voorstel van me
vrouw Korthuis om gelden ter beschikking te stellen
ten behoeve van aankopen en opdrachten van zaken in
Soest.
Tijdens de algemene beschouwingen is onzerzijds al
gesproken over een oudheidskamer. Een aantal jaren
geleden is er een tentoonstelling van oud Soest gehou
den, waarbij een aantal zaken werden verzameld en het
zou jammer zijn als dit nu weer verloren zou gaan. Cul
tuurbehoud hoort ook zeker in een cultuurbeleid
thuis, Een aantal Soester burgers is ook bereid zich
voor een oudheidkamer in te zetten; men heeft zelfs
al iemand gevonden die ber eid is om het nu her en
der verspreide materiaal te gaan inventariseren. De ge
dachte gaat ernaar uit om ruimte te zoeken in een aan
tal schoolgebouwen die binnen niet al te lange tijd leeg
zullen komen, bijvoorbeeld de mavoschool.
Is het bij het college bekend dat bij de Stichtse cultu
rele raad sinds een jaar een museumconsulente werk
zaam is' Eén van haar taken is juist het tot stand ko
men van kleinere collecties en oudheidkamers te sti
muleren, coördineren en adviseren. Met behulp van die
consulente zou zeker tot een verantwoorde samenstel
ling kunnen worden gekomen Wij verzoeken het colle
ge dan ook dringend de groep burgers die zich hiervoor
inzet, medewer king te verlenen teneinde tot een ver
antwoorde collectie te komen in een oudheidkamer. In
de regio Utrecht is er in de meeste plaatsen al zoiets en
het zou jammer zijn als dit in Soest niet mogelijk zou
zijn.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik kan
mijn kritiek op het cultuurbeleid van de socialisti
sche wethouder niet korter en beter formuleren dan
mevrouw Korthuis heeft gedaan, nl. dat het gaat om
een liberaal beleid. Daar komt het inderdaad precies
op neerMevrouw Korthuis heeft hiervan ook een voor
beeld gegeven; ik heb nl, begrepen dat zij een foto
boek wil hebben van alle plekjes in Soest.
De VOORZITTER: Nu, een fotoboek hebben wij hier
van al wel,
De heer VISSER: Een documentatie van foto's of
misschien een foto-album dan? Zeg ik het zo goed?
De VOORZITTER: Gaat u maar rustig verder met uw
betoog, mijnheer Visser. U hebt kennelijk toch niet
goed geluisterd.
De heer VISSER: Ik heb juist prima geluisterd en me
vrouw Korthuis heel goed begrepen. Het gaat haar om
foto's van plekjes die gaan verdwijnen.
De VOORZITTER: Nu, daar gaat het mevrouw Kort
huis helemaal niet om, maar gaat u maar verder met
uw betoog.
De heer VISSER: Ik meen in ieder geval dat wij beter
een zodanig beleid kunnen voeren dat deze plekjes
behouden blijven, in plaats van er foto's van te maken.
Ik ben het eens met het voorstel om een nummer van
Op't Hoogt te wijden aan de cultuur. Ik zal daar graag
een klein rubriekje in hebben, getiteld „Bij ons op
Soest", opdat ik wat tegengas kan geven.
Met een oudheidkamer ben ik het zeer eens, als het
tenminste een educatief karakter krijgt, zodat vooral
de scholen er iets aan zullen hebben en in het alge
meen dan de jeugd,
Ik heb veel moeite met de zogenaamde kermispot. Dat
is op zichzelf wel een leuke pot waar heel wat geld in
zit. Alleen de manier waarop deze pot wordt beheerd,
door een stichting, vind ik ondemocratisch. Het gaat
om een stichting bestaande uit bijzonder goedwillende
en aardige ambtenaren, maar elk jaar moeten alle vere
nigingen schriftelijk op hun knieën gaan liggen om in
aanmerking te komen voor een Sinterklaasgift uit die
pot. Er is hierop te weinig controle Wat lees ik im
mers na enkele maanden in het besluitenlijstje van het
college? Nu, dat het college - dat niet eens in de stich
ting zit - f. 1.000,- uit de pot schenkt aan een vereni
ging uit Amersfoort die ook in Soest werkzaam is. Het
is plezierig dat deze pot bestaat, maar ik meen dat
toch op z'n minst de culturele commissie (uiteraard
in overleg met de stichting) dit geld behoort te verde
len, op een wat meer open manier dan nu gebeurt.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik
herinner nog even aan onze opmerking tijdens de alge
mene beschouwingen over het 950-jarig bestaan van
Soest.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Mevrouw Korthuis
heeft haar waardering ervoor uitgesproken dat de
jeugd in een zo vroeg mogelijk stadium in kennis
wordt gebracht en mogelijkheden krijgt om te werken
met de cultuur. Zij heeft zelfs vergeten te noemen
dat ook de kleuters daarin betrokken worden! Voorts
heeft zij het college gevraagd of het mogelijk is om
een extra nummer van Op't Hoogt te wijden aan de
cultuur, waaraan mevrouw Van Gelder heeft toege
voegd dat zij dat nummer dan graag een algemeen ka
rakter zou willen geven, gezien ook de relaties met de
380