behoefte hebben aan meei financiële armslag, daarvoor alleen een briefje behoeven te schrijven, is dat toch wel het minste dat zij kunnen doen, Ik kan mij overigens wel voorstellen dat te weinig ver enigingen en instellingen op de hoogte zijn van de mo gelijkheden op dit punt. Wij zijn dan ook gaarne bereid om hieraan meer ruchtbaarheid te geven, Bij het door de heer Visser aangehaalde voorbeeld is hij echter de mist ingegaan; hij heeft het voorbeeld aangehaald van een bedrag van f. 1,000,-- dat is toege wezen aan een vereniging van diabetici. Ik geef eerlijk toe dat deze vereniging verleden jaar door een vergis sing onzerzijds buiten het schip is gevallen. De raad heeft nl. als uitgangspunt voor subsidiëring gesteld, dat een vereniging of instelling in Soester behoeften moet voorzien. De vereniging van diabetici wordt ook al leen gesubsidieerd in de Soester werkzaamheden. De vereniging houdt voorlichtingsavonden en verspreidt voo'lichtingsmateriaal voor diabetici die in Soest wo nen en met het oog hieiop is het college van mening dat deze vereniging ook recht heeft op subsidie. De heer VISSER: Dat vecht ik ook helemaal niet aan. Ik vind het op zichzelf prima wanneer iedere vereni ging die in Soest werkzaam is, geld krijgt Het gaat mij er alleen om dat dit op een vrij eigenaardige manier wordt verdeeld, waar wij niets van af weten. Natuurlijk gun ik die veieniging f, 1,000,-, Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: De stichting is autonoom in haar toewijzin gen, mits het college van burgemeester en wethouders een en ander goedkeurt. Als de heer Visser meent dat dit op een andere maniet moet gebeuren, nodig ik hem graag uit om dat eens aan te geven. Wij zien met belangstelling een desbetreffend briefje van de heer Vis ser tegemoet. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Wat het betoog van de heer Menne betreft, merk ik op dat hij al zelf heeft gezegd dat wij nu een eerste poging hebben gewaagd. Ook eergisteien heb ik echter afgesteld dat hier vrij veel werk aan zit Wij zijn eventueel bereid om in een gesprek met de commissie financiën een en ander nog eens op een rijtje te zetten, waarbij ook ik wil streven naar een overzicht zoals de heer Menne heeft bedoeld Dat vereist nog wel het nodige onder zoek, hetgeen rijd vergt De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter Ik dank de wethouder voor zijn toezegging, Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzitter! Ik ben blij dat het idee van de „Soester portefeuille" de instemming van het college heeft. Mag ik hieruit begrij pen dat de commissie financiën zich nu alleen nog maar zal bezighouden met de vraag hoe een en ander in het financiële vat moet worden gegoten en dat wij de zaak nu ten principale hebben besproken? De VOORZITTER: Wij komen met een voorstel aan de raad op dit punt en ieder voorstel gaat naar de com missies ik neem aan, gezien de discussie, dat de com missie financiën hiermee geen moeilijkheden meer zal hebben. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Wij hebben voorts besloten een uitnodiging te zenden aan de voorzitter van de culturele commissie om een toelichting te geven in de commissie financiën. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Maar is dat dan nog no dig, nu wij hierover vanavond hebben gesproken? Moet dit nu weer opnreuw in de commissie financiën aan de orde komen? 382 De VOORZITTER: Het lijkt mij niet. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ik neem dus maar aan dat ook de commissie financiën positief staat tegenover dit voorstel. De VOORZITTER: De culturele aspecten van dit voor stel zijn inderdaad vanavond voldoende besproken, zo dat het mij niet nodig lijkt dat de voorzitter van de cul turele commissie nog een toelichting geeft in de com missie financiën. De heer VISSER: Het voorstel komt dus nog wél in de commissie financiën? De VOORZITTER: Jazeker, als raadsvoorstel, waar mee financiën zijn gemoeid De commissie financiën mag hierover natuurlijk advies uitbrengen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ik ben voorts blij, me vrouw de voorzitter, dat het college gecharmeerd is van de gedachte inzake een extra nummer van Op't Hoogt, aangevuld in de zin zoals mevrouw Van Gelder heeft gezegd Het zal zeker een zeer deskundige opzet moeten hebben, wil het niet een vage zaak worden. Over de oudheidskamer is ook in de culturele commis sie gesproken in aanwezigheid van de heer Leeflang van de provinciale dienst. Ik meen uit zijn woorden te mogen opmaken dat het beslist uitgesloten moet wor den geacht dat de provincie ook maar enige steun zal geven voor een plaatselijk initiatief; het beleid van de provincie is zeer duidelijk alleen gericht op provinciale en hoogstens regionale oudheidkamers, waarvoor Soest niet in aanmerking komt. Het lijkt mij dan ook beter om dit op regionaal niveau te bekijken De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik zal graag gebruik maken van de uitnodiging om op papier te zetten hoe de verdeling van de gelden uit de kermispot georganiseerd dient te worden. De VOORZITTER: En zoals mevrouw Van Stiphout al heeft gezegd ziet het college dat met belangstelling tegemoet. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter Wat het 950-jarig bestaan van Soest betreft wachten wij met belangstelling nadere berichten af. Wij hopen dat het een waardig feest zal worden, Met de beantwoording inzake de oudheidkamer heb ik iets meer moeite Enkele jaren geleden is een tentoon stelling in De Rank gehouden en wie toen deze ten toonstelling heeft bezocht, zal zeker onder de indruk zijn gekomen van de vele waardevolle zaken die er in Soest zijn en waarvan het bijzonder jammer zou zijn als ze verloren zouden gaan. Voorts is mij bekend, van de zijde van de werkgroep die zich hiermee bezig houdt, dat er in feite nog veel méér is, Wanneer wij een en ander samen met Amersfoort zouden moeten opzetten, wordt het weer helemaal in de stedelijke sfeer getrokken; men heeft daar in het algemeen een heel anders gerichte belangstelling dan de Soester be volking van oudsher. Ik dring er dan ook met klem op aan, toch te proberen deze oudheidkamer hier in Soest van de grond te krijgen, te meer nu hiermee een zeer grote actieve groep al bezig is, Natuurlijk zal een oudheidkamer kosten met zich brengen, maar als de kamer alleen maar één of twee dagen per week open gesteld behoeft te worden, zijn er vrijwilligers die dit werk willen doen, zodat het dan de gemeenschap niets behoeft te kosten, Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter Bij het college rijst nu de gedachte - maar het moet nog verder uitgewerkt wor-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 447