eerstelijns werkers te komen, is duidelijk. Een plaatse
lijk ziekenhuis is daarbij van zeer grote betekenis; ook
dat zal voor een ieder duidelijk zijn, Hoe een college
dat precies kan motiveren en stimuleren, is nog niet
duidelijk; het zal ook bijzonder moeilijk zijn. Het is
vooral een kwestie van proberen de mensen te bewe
gen, met elkaar samen te werken, door de noodzaak
daarvan aan te duiden. Die noodzaak zal vaak herkend
en onderkend worden, maar wij hebben nu eenmaal te
maken met groepen en instellingen die vaak helemaal
een „eigen stalletje" hebben, zoals de heer Lange heeft
aangeduid en nog erg moeten wennen aan het overleg.
Ik beloof echter dat wij ons best blijven doen om de
zaken op één lijn te krijgen en de samenwerking te
stimuleren.
Dat dit nooit los kan worden gezien van regionalisa
tie, staat als een paal boven water, al is het alleen
maar uit praktische financiële overwegingen Een goed
gezondheidspakket, zowel ten aanzien van voorlich
ting als ten aanzien van voorkoming van ziekten en
defecten, kan alleen maar worden verzorgd door een
regionaal lichaam. Dat biedt voldoende mogelijkhe
den om de zaak in de verschillende gemeenten te over
zien en voorzieningen op elkaar af te stemmen.
De heer Lange heeft uitvoerig gesproken over de
tandheelkundige hulp aan jeugdigen waarbij door de
ziekenfondsen nog geen volledige vergoeding wordt
gegeven, hetgeen binnenkort waarschijnlijk wel het
geval zal zijn bij de particulier verzekerden. De cura
tieve hulp en de klinische preventie geschieden overi
gens wél voor rekening van de ziekenfondsen; de
voorlichting geschiedt voor rekening van de overheid.
De kritiek van de heer Lange op de stichting tandheel
kundige verzorging vind ik toch niet helemaal terecht.
Met name waar wij verzoeken hebben verricht met be
trekking tot het project Soesterberg, is de S.T.V. al
tijd bijzonder coulant en medewerkend geweest, om
dat zij het mede mogelijk heeft gemaakt om het pro
ject in Soesterberg te starten Zij heeft duidelijk veel
oog voor de manier waarop wij de problemen willen
benaderen en heeft de voorlichting ook duidelijk uit
gebreid.
De heer Lange stelt voorts dat deze zaak niet los ge
zien kan worden van de totale jeugdgezondheidszorg.
Dat staat als een paal boven water Het is ook de be
doeling - inmiddels is nl. de kostenberekening van de
D.G.D. gereed - dat binnen de D.G.D. een jeugdgezond-
heidszorgafdeling zal worden opgenomen. Die zal dan
een deel van de taken kunnen overnemen, ook van de
schoolartsendienst. Daarnaast heeft de heer Lange van
morgen al opgemerkt dat wij waarschijnlijk ook een
beroep kunnen doen op de diensten van de S.P.D.
Utrecnt-oost wat betreft zaken die onder het zieken
fondspakket vallen. Wij hebben hiervan al toegezegd
dat wij een gesprek zullen aangaan met de S.P.D.
Niet alles lukt in de gezondheidszorg met behulp van
het particulier initiatief, maar het is hier toch wel de
plaats om een pluim op de hoed te steken van de heer
Van Kleef in Soesterberg. Ik ben ervan overtuigd dat
het project Soesterberg nooit had kunnen starten en
op niveau had kunnen worden gebracht als niet juist
deze particulier ervoor had gezorgd dat er zoveel sti
mulansen uitgingen.
De heer Lange heeft daarnaast nog kort het belang
van het nationaal plan G.V.O. onderstreept. Ik heb al
gepoogd aan te geven dat wij hierin de grote lijnen
volgen en ook zeker niet het plan hebben om een
grootscheepse organisatie op touw te zetten voor voor
lichting enz., los van de afdeling jeugdgezondheids
zorg van de D.G.D. Ook wij menen dat hier duidelijk
een taak: ligt voor de D.G.D. die de specifieke krachten
kan aantrekken die door een ambtelijk apparaat van
een middelgrote gemeente nooit kunnen worden op
genomen.
De heer Lange heeft ook nog een stokpaardje bereden,
nl. het bevolkingsonderzoek. Ik begrijp dat de heer
Lange, na hierover al enkele jaren te hebben gespro
ken, nu eindelijk wel eens wat duidelijkheid op dit
punt wenst. Toch meen ik dat, als de heer Lange nog
eens het advies van de commissie gezondheidszorg
goed naleest, hem zal blijken dat wij precies overne
men hetgeen deze commissie heeft geadviseerd. Pas
als de D.G.D. tot stand is gekomen, kunnen wij over
voldoende waarborgen beschikken dat de uitkomsten
van de onderzoeken op een goede en grondige ma
nier, ook statistisch, verwerkt worden. Hij zal dus
toch nog enig geduld moeten hebben.
Zowel de heer Lange als mevrouw Van Gelder hebben
geïnformeerd wanneer die D.G.D. er nu zal komen.
Ik heb al aangegeven dat het financiële gedeelte juist
is afgerond. Daarnaast moet nog het takenpakket ver
der worden uitgewerkt, terwijl ook de gemeenschappe
lijke regeling nog niet is vastgesteld. Wel zijn beide za
ken al in concept gereed. Er zal nu nog enkele keren
ambtelijk vooroverleg in de regio worden gevoerd en
verwacht wordt dat in februari a.s. de gehele gemeen
schappelijke regeling aan Eemland zal kunnen worden
aangeboden.
De heer Lange heeft ook nog gesproken over de deel
name aan het bevolkingsonderzoek op cervixcarci
noom. Deelname is kosteloos; de gemeente betaalt de
kosten van administratie. Voor de deelnemers die
buiten de door het rijk gestelde leeftijdscategorieën
vallen, worden de bijkomende kosten ook door de
gemeente gedragen, zoals uit de desbetreffende begro
tingspost duidelijk zal zijn geworden. Wel vragen wij
dan een eigen bijdrage van f. 10,-, hetgeen naar ons
oordeel geen onoverkomelijk bezwaar behoeft te zijn.
Als de raad daarover anders denkt horen wij dat nog
wel.
Zoals thans de eerste berekening in concept luidt, zal
de D.G.D. per jaar ongeveer f. 200.000,- extra gaan
kosten, vergeleken met de begrotingsposten die wij
nu in onze begroting hebben.
Het bestuurlijk overleg inzake de centrale ambulance
post zal in januari a.s. starten. De voorzitter van Eem
land is ervan overtuigd dat wij er binnen een half jaar
uit kunnen zijn, zodat wij inderdaad in 1979 van start
zouden kunnen gaan.
Mevrouw Van Gelder kan ik zeggen dat maandag jl.
het regelmatige overleg met de gedeputeerde heeft
plaatsgevonden, waarbij ook is gesproken over de po
sitie van ons ziekenhuis. Dat overleg is echter nog niet
geëvalueerd in het college van burgemeester en wet
houders. Ik zal de vragen op dit punt dan ook graag
pas beantwoorden volgende maand in een vergadering
van de commissie. Daarbij zal ik dan ook terugkomen
op het'overleg met het bestuur van het ziekenhuis.
Mevrouw Van Gelder heeft voorts gevraagd of wij de
landelijke instellingen die subsidie hebben gevraagd
van de gemeente Soest, willen vragen welke uitgaven
zij expliciet doen ten behoeve van Soester inwoners.
Nu, ik meen dat wij dit kunnen doen en ik zeg dit dan
ook graag toe.