Hoofdstuk II, Algemeen beheer.
Algemeen.
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Ik wil
mijn opmerkingen op dit punt „ophangen" aan de
post voor de kosten van de Wijkraad Soesterberg,
volgnummer 02.0022. U hebt zojuist al erop gewezen
dat de heer Van Aalst uit Soesterberg komt; datzelfde
geldt voor mij en nog enkele andere leden. In het ka
der van deze algemene beschouwingen wil ik over dit
deel van het dorp toch niet helemaal zwijgen.
Men had - en misschien moet ik zeggen: men heeft -
in Soesterberg wel eens de indruk wat stiefmoederlijk
behandeld te worden. Ik heb daar twee jaar geleden
ook iets over gezegd. Vanmorgen hebt u al gezegd, toen
de opmerking kwam dat de busverbinding tussen Soes
terberg en Soest wat gebrekkig was, dat ook het omge
keerde gold. Toen ik hier twee jaar geleden iets van
zei, kreeg ik de indruk dat mij dat niet direct in dank
werd afgenomen. Ik heb daaruit toch wel het bewijs
geproefd dat er iets aan schortte. Er is sinds die tijd
natuurlijk veel veranderd, ten goede. Toch bekruipt
de Soesterbergers wel eens de vrees dat het college -
en het geldt ook voor de gehele raad - ten aanzien van
hogere instanties (rijk en provincie) zich wel eens iets
te gematigd opstelt voor wat betreft de specifieke
Soesterbergse problemen.
Er zijn tijdens de begrotingsbehandeling al enkele voor
beelden van genoemd. De Rademakerstraat is nog
steeds niet overgedragen, er is nog geen tunnel, het
openbaar vervoer is nog niet geregeld en er is nog niet
voldoende zaalsportaccommodatie. Men is nu bezig
met onderhandelingen met het ministerie van defensie,
maar ik heb informatie dat een Soesterbergse vereni
ging al van een sportaccommodatie van het ministerie
van defensie gebruik maakt, nl. in de Dumoulinkazer-
ne. Dat is door de desbetreffende vereniging recht
streeks aangekaart bij het ministerie van defensie en
zonder veel moeilijkheden kreeg zij vrij snel toestem
ming om van die sportzaal op een paar avonden in de
week gebruik te maken Misschien is dat wel een hint
voor het college.
Het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan en
als Soesterberger heb ik wel eens de indruk dat er aan
het psychologisch klimaat iets moet veranderen. De com
municatie met de wijkraad is daar een voorbeeld van.
Het is bij de hoorzitting over de asfaltfabriek ook door
de heer De Wilde naar voren gebracht. Als er toen
vooroverleg was geweest tussen het college en een de
putatie van de wijkraad, dan had men daardoor mis
schien een aantal emoties kunnen indammen.
Ik wil dit per se niet als een direct verwijt plaatsen, maar
meer als een suggestie om juist het klimaat en het on
derling vertrouwen te verbeteren. Zo zou bijvoorbeeld
een permanente bezetting van de hulpsecretarie - dat
was men gewend in Soesterberg - gepaard gaande met
meer mogelijkheden op het gebied van de burgerlijke
stand, ook een stap in de richting kunnen zijn.
Het dient echter in alle eerlijkheid en objectiviteit ge
steld te worden, dat er gedurende de zittingsperiode
van deze raad in Soesterberg heel veel goeds tot stand
is gebracht. Er blijven natuurlijk wensen en proble
men; dat is duidelijk. Ik meen ook dat men in Soester
berg bereid is om mee te spreken en te denken over de
problemen die daar spelen. Het beste bewijs daarvoor
is wel geleverd door de werkgroepen in Soesterberg
die zich speciaal met het ontwikkelingsplan bezig heb
ben gehouden, hetgeen ook al door mijn fractievoorzit
ter is gezegd. Wij mogen toch zonder meer stellen dat
het rapport dat door die werkgroepen is samengesteld,
een degelijk stuk werk is geweest en dat men daarmee
het bewijs heeft geleverd dat men niet alleen zeer kri
tisch, maar ook constructief mee wil werken en den
ken ten behoeve van niet alleen Soesterberg, maar in
het algemeen ten behoeve van de gemeente.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENMevrouw
de voorzitter! In dit kader wil ik ingaan op het ant
woord van het college op mijn vraag over het gebruik
van kringlooppapier. Het antwoord was dat het ge
bruik van kringlooppapier in overheidsadministraties
niet zo goed mogelijk is. Wij zijn niet zo tevreden met
dit antwoord, omdat wij hebben gevraagd om de mo
gelijkheden te onderzoeken. Het is duidelijk dat kring
looppapier niet voor alle overheidsstukken te gebrui
ken is. Met het oog hierop hebben wij ook juist onze
vraag gesteld.
Dat het voor een aantal overheidsstukken wel moge
lijk is, blijkt uit het feit dat onder meer het ministerie
van volksgezondheid en milieuhygiëne en, naar ik
meen, ook het ministerie van economische zaken al
enige jaren kringlooppapier gebruiken.
De heer VERHEUS: Defensie ook.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Kijk eens
aan. Wij menen dat ook de gemeente haar bijdrage
moet leveren als het erom gaat nodeloze verspilling
tegen te gaan. Daarom dringen wij erop aan dat u toch
nog nader bekijkt op welke wijze het gebruik van
kringlooppapier in de gemeente Soest mogelijk is.
De heer LANGE: Het is geen nodeloze verspilling van
geld, maar wel een nodeloze verspilling van materiaal.
Kringlooppapier is nl. duurder dan gewoon papier.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Ik doel
ook op de verspilling van grondstoffen.
De VOORZITTER: Dames en heren! In het algemeen
meen ik toch - en dit geldt voor het gehele college -
dat Soesterberg eigenlijk geen klagen heeft, hetgeen
de heer Verheus ook wel heeft toegegeven. Altijd
moet worden bedacht dat Soesterberg een inwonertal
heeft van ongeveer 5.500 mensen en wanneer wij dan
de voorzieningen in Soesterberg op dit moment zien,
voor sport, voor recreatie enz. moet toch worden ge
constateerd dat Soesterberg, als het een zelfstandige
gemeente zou zijn, zeker niet aan dat niveau toegeko
men zou zijn. Overigens wil ik dit niet verder uitspin
nen. Soesterberg is een belangrijk deel van de gemeen
te Soest en wij zijn steeds bereid om te trachten zo
veel mogelijk in Soesterberg tot stand te brengen.
De heer Verheus heeft daarnaast nog even gewezen op
de Rademakerstraat die nog steeds niet is overgedra
gen. Gisteren is hierover al gesproken en de heer Hoek
stra wordt hier ook bijna radeloos van. Er is inderdaad
ook nog geen tunnel onder de omgelegde rijksweg,
waarop ook al nader is ingegaan tijdens deze begro
tingsbehandeling. Ik weet hoe ieder altijd bezig is om
deze voorziening te bepleiten bij hogere instanties en
hoe laks daarop wordt gereageerd door die hogere in
stanties.
Wat de opmerking over de nog niet voldoende aanwe
zig zijnde zaalsportaccommodatie betreft, verwijs ik
toch nog even naar het inwonertal van 5.500 mensen
in Soesterberg. Overigens zit er misschien wel enig
perspectief op dit punt, nl. het gebruik van een nog te
bouwen sportzaah^an het Zeister Spoor.
Wat de communicatie met de wijkraad betreft, herin
ner ik eraan dat, als het dagelijks bestuur van de wijk
raad ons om een onderhoud vraagt, dit altijd wordt ge-
398