doeld, maar als men het letterlijk opvat zoals het nu
in het antwoord staat, betekent het: Het collége zal
wel zien of de reacties het nodig maken dat een herzie
ning in de raad komt. Daar ligt het accent dus op het
college en niet op de raad. Ik meen echter zonder meer
dat het college het zo niet heeft bedoeld en dat wij het
daarom best met elkaar eens kunnen worden. Wij heb
ben nl. afgesproken op 3 juni 1977 dat een en ander
in de raadkomt en dat de raad zal beslissen of wij aan
leiding zien om het ontwikkelingsplan aan te passen.
Wij menen dus wel dat er sprake is van een ongelukki
ge formulering van het antwoord op vraag nr. 1.42,
maar in wezen zien wij er helemaal geen beleidswijzi
ging in, afwijkend van de afspraak die op 3 juni is ge
maakt. Ik meen dan ook dat wij qua intentie in de raad
helemaal niet op een andere golflengte zitten en ik zou
het betreuren wanneer deze tot nu toe goede en zinvol
le begrotingsbehandeling door een uitdagende reactie
enigszins zou worden verstoord.
De VOORZITTER: Dames en heren! Het moet mij
nog wel van het hart dat ik nog steeds niet de formu
lering van de heer De Wilde heb begrepen, maar ik
neem maar aan dat dit aan mij ligt.
^e heer DE WILDE: Ik betreur dat wel bijzonder, me
vrouw de voorzitter; u bent toch intelligent genoeg
om het te begrijpen, terwijl u ook bestuurlijke feeUng
genoeg hebt. Ik wil hierover dan nog wel eens persoon
lijk met u praten.
De VOORZITTER: Dat wil ik graag doen, mijnheer De
Wilde, hetgeen ik zeker serieus neem.
Dames en heren! De heer Goote heeft opnieuw gesteld
dat wij niet overhaast te werk moeten gaan en dat hij
zeker geen angst heeft. Dat heb ik ook begrepen; ik
ben het helemaal met de heer Goote eens dat wij een
en ander plaatselijk zeer zorgvuldig moeten behande
len.
De heer Van Poppelen heeft gevraagd of ik nog nadere
gegevens kan leveren over de aantallen vierkante meters
winkeloppervlak. Ik wil dat wel gaan doen, maar ik
moet hierbij wel het voorbehoud maken dat nog lang
niet alle antwoorden op de enquete binnen zijn.
De heer VAN POPPELEN: Ik wil niets forceren.
De VOORZITTER: Nu al is met zekerheid 10.000 m2
gevraagd, zowel voor nieuwe vestigingen als voor ver
plaatsingen.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! De
heer Goote kan ik zeggen dat wij natuurlijk met de
bewoners gaan praten als wij met werkzaamheden aan
hun straten beginnen. Dat zal op dezelfde manier gaan
als destijds bij de Lange Brinkweg of de Waldeck Pyr-
montlaan.
Wat het Kerkpad betreft, heeft de C.D.A.-fractie de
C.D.A.-wethouder op het Kerkpad ontmoet, waar men
het kennelijk helemaal niet eens is met elkaar! Op
zichzelf zijn wij het echter toch wel roerend eens, want
ik heb al gezegd dat men binnen een halfjaar van ons
voorstellen zal krijgen over deze hobbels die ook ik te
hoog vind.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw
de voorzitter! Ik wil nog iets zeggen over post
02.0090, de post voor het Samenwerkingsorgaan Eem-
land. Ik heb uit de begroting van dit orgaan begrepen
dat de raadsleden die zitting hebben in de raad van het
samenwerkingsorgaan, presentiegeld ontvangen. Gezien
het feit dat alle raadsleden sinds verleden jaar een vas
te vergoeding krijgen, doet zich de vraag voor of het
wel gerechtvaardigd is dat voor vergaderingen van de
raad van het samenwerkingsorgaan nog presentiegel
den worden gegeven. Ik verzoek het college gaarne dit
punt in het dagelijks bestuur van Eemland aan de or
de te stellen.
De VOORZITTER: Dit punt is al in het dagelijks be
stuur van Eemland aan de orde geweest en daarbij is
de afspraak gemaakt dat de leden van het dagelijks be
stuur dit punt nader aan de orde zouden stellen in de
verschillende colleges van burgemeester en wethouders
van de deelnemende gemeenten. Een aantal gemeente
besturen meent overigens dat men voor de extra werk
zaamheden buiten de gemeente wél presentiegeld
moet krijgen, terwijl andere gemeentebesturen een an
dere mening hebben. Er is dus nog geen eenstemmig
heid verkregen.
Hoofdstuk II, Algemeen beheer, wordt zonder hoof
delijke stemming voorlopig vastgesteld.
Hoofdstuk XI, Dekkingsmiddelen van algemene aard
Belastingen, eigen kapitaal, reserves en waarborgsom
men, met het voorstel tot verhoging van de opcenten
op de personele belasting en de hondenbelasting.
De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil inza
ke de onroerend-goedbelasting twee punten zeer kort
aansnijden. In het voor ons liggende begrotingsjaar
zal de gemeenteraad zich uitspreken over de tarieven
van deze belasting. Onze fractie meent dat nog onvol
doende inzicht bestaat in de tarieven die zullen gel
den voor de gebruiker, de gebruiker/eigenaar en/of de
eigenaar. Kunt u ons daarin inzicht verschaffen, op
dat een vergelijking mogelijk wordt tussen de belas
ting die iemand volgens het nu bestaande systeem nog
betaalt en de belasting volgens het nieuwe systeem,
waarbij ook rekening wordt gehouden met de bestaan
de personele belasting en de bestaande rioolretribu
tie?
De plaats waar iemands huis of ander opstal staat is in
het algemeen de belangrijkste factor gebleken bij de
berekening van de onroerend-goedbelasting. Deze fac
tor wordt dan ligging genoemd. Wij zouden het colle
ge in overweging willen geven eens na te gaan of het
mogelijk is de bepaling van de ligging nader te ver
antwoorden en duidelijk te maken voor de mensen
door middel van waarderingen per wijk of per buurt.
Deze waarderingen zouden aan de hand van zeven cri
teria kunnen worden verduidelijkt, zoals ook elders
gebeurd is, nl.: groen, ruimte, bereikbaarheid, voorzie
ningen zoals winkels e.d., verkeer, recreatie en de
rust.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Bij de
vaststelling van de voorlopige tarieven, nodig om een
verordening te maken, hebben wij gewerkt met een
aantal proefpercelen. De precieze gegevens omtrent de
personele belasting bij die percelen konden wij niet
krijgen. Wel hebben wij toen aan de hand van de per
sonele belasting die wij normaliter ontvangen, een ra
ming gemaakt, een voorzichtige weging, waarvoor wij
echt onze hand niet in het vuur durven steken. Een ri
oolretributie is daarbij natuurlijk niet opgenomen,
want die hadden en hebben wij helemaal niet.
Wat de liggingsfactoren betreft heb ik al eens toege
zegd - ik ben daar overigens tot nu toe nog niet aan
toegekomen - dat daarover nog een aparte vergelijking
zal worden gemaakt, teneinde eens na te gaan hoe het
uitkomt. Bovendien hebben wij toen toegezegd dat
daar waar onrechtvaardigheden zouden optreden, de
liggingsfactoren eventueel zouden kunnen worden aan-
412