Ik meen dat wij de materie thans genoeg hebben be sproken. Blijkbaar hebben wij elkaar niet kunnen overtuigen. Het college handhaaft zijn standpunt. Het college meent dat de raad zich door een andere inter pretatie van artikel 38 een beetje op het hellende vlak begeeft. Aan de orde is thans een voorstel van de commissie voor de beroepschriften en daarover moet worden ge stemd. De voorzitter geeft hierna gelegenheid tot het afleg gen van stemverklaringen. De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! Ik stem tegen het voorstel van de commissie voor de beroep schriften, want ik heb begrepen, dat de heer Brands- ma zijn pand intern zonder enige moeilijkheid kan verbouwen. De VOORZITTER: Maar dat vind ik niet interessant. De heer VAN EE: Maar hij mag het wel. De VOORZITTER: Wij zijn bezig met de behande ling in beroep van een weigering door het college naar aanleiding van een verzoek om een bouwvergunning te verlenen. Uw vraag wat de heer Brandsma zou heb ben kunnen doen zonder dat een bouwvergunning was aangevraagd is niet aan de orde. Het voorstel van de commissie voor de beroepschrif ten wordt hierna in stemming gebracht en aangeno men met 19 tegen 5 stemmen, Voor hebben gestemd de leden: mevrouw Korthuis- Elion, Menne, De Wilde, mevrouw Qranje-Entink, me vrouw Alting-Ambrosius, Verheus, Van Logtenstein, Visser, Hilhorst, mevrouw Geefhorst-Van Overdam, Stam, Lange, Storimans, Blaauw, Oldenboom, Van Poppelen, Van den Brakel, mevrouw Van Gelder-Cor- nelissen en Goote. Tegen hebben gestemd de leden: Ebbers, Plomp, me vrouw Van Stiphout-Croonenberg, Van Ee en Hoek stra. De VOORZITTER: Dames en heren! Binnen 24 uur moet ik u mededelen of ik al dan niet vernietiging van dit raadsbesluit zal vragen, maar ik zal die vernie tiging niet vragen. De heer MENNE: Dat is u geraden ook! De VOORZITTER: Dat is een bevoegdheid van de voorzitter en wanneer ik vind dat u erg ver afglijdt, moet ik dat doen. Ik doe het echter niet. Dames en heren. Vanavond is mevrouw Alting voor het laatst als lid van de gemeenteraad aanwezig. Van september 1970 tot 31 december a.s. heeft zij zitting gehad in de raad. Zij was lid van de commissie maat schappelijk werk en de commissie voor de verlening van de bijstand. Uit de levensloop van mevrouw Alting blijkt dat het niet zo verschrikkelijk verwonderlijk is dat zij ook als gemeenteraadslid in de sociaal-maatschappelijke sec tor is terechtgekomen. Haar beroep was verpleegster (dit beroep heeft zij zowel in Nederland als in Enge land uitgeoefend). In 1961 is zij in Soest komen wo nen. In onze gemeente heeft zij zich met een gewel dig aantal maatschappelijke zaken beziggehouden. Zij was betrokken bij de U.V.V. (thans een onderdeel van de Nederlandse Vrouwenraad - wij hebben een heleboel fusies meegemaakt en mevrouw Alting heeft daarbij een rol gespeeld) en zij heeft de leiding gehad van het kinderpostzegelcomité. Mevrouw Alting is bo vendien een grote stimulator geweest in de organisatie van vrouwen in de V.V.D. Zij heeft zich zowel op plaatselijk als op provinciaal niveau beziggehouden in wat wij nu de Nederlandse Vrouwenraad noemen (bij voorbeeld in de sectie veiligheid). Zij heeft zich er erg voor ingespannen om ons allemaal wat begrip over de veiligheid in en om de woning bij te brengen. Zij is een gewaardeerd erelid van de Amerikaanse vrouwen club op de basis Soesterberg. Zo zou ik nog een hele tijd kunnen doorgaan. Er is nog één heel belangrijk ding: Mevrouw Alting is jarenlang bestuurslid geweest van Molenschot en de laatste jaren is zij - in een heel moeilijke periode voor Molenschot - voorzitter geweest. Het valt te betreuren dat mevrouw Alting onze ge meente gaat verlaten. Wij hebben haar echter niet kunnen tegenhouden. U hebt gemeend, mevrouw Al ting, uw leven op een andere wijze inhoud te moeten gaan geven. U bent eigenlijk al verhuisd naar een an dere gemeente (nog niet formeel, maar wel materieel) en ik heb begrepen dat men ook in uw nieuwe gemeen te aan u begint te plukken, omdat er altijd zaken zijn die moeten worden gedaan door mensen die dat nu eenmaal graag doen en die niet gemakkelijk neen kun nen zeggen. Mevrouw Alting! Namens de raad wens ik u het aller beste. Ik zeg u bijzonder hartelijk dank voor hetgeen u voor de gemeente hebt gedaan. Omdat u uit Soest weggaat willen wij toch graag dat u iets meeneemt dat u naar wij hopen nog dikwijls aan Soest zal herinne ren. Namens het gemeentebestuur wil ik dan ook thans een geschenk aanbieden. (De burgemeester overhandigt mevrouw Alting hierna een geschenk namens het gemeentebestuur). De heer VAN POPPELEN: Mevrouw Alting! Mij is gevraagd om namens de gehele raad een paar afscheids woorden te spreken en dat doe ik met plezier. Ik ben onder de indruk gekomen van de vele functies die u in het maatschappelijk leven van Soest hebt be kleed. Als raadslid kwam u over als een zeer serieuze en har de werkster. U timmerde niet te veel langs de weg, maar iedereen die u goed kende wist, dat u vooral buiten de vergadering om zeer veel werk verzette. Voor het door u verrichte werk hebben wij veel be grip en waardering. Het valt te betreuren dat u in Soest geen geschikt huis hebt kunnen bemachtigen, want wij hadden, indien u daarin wel was geslaagd, een raadslid en een goede burgeres kunnen behouden. Wij wensen u in uw nieuwe woonplaats nog vele ge lukkige jaren toe. Ik hoop dat u met plezier zult te rugdenken aan de raadsperiode die u met ons hebt meegemaakt. Namens de collega-raadsleden zeg ik u zeer hartelijk dank en ik wens u het allerbeste toe. (Applaus). Mevrouw ALTING-AMBROSIUS: Mevrouw de voor zitter, dames en heren! De inhoud van de brief waarin ik aankondig mijn raadslidmaatschap te willen beëindigen, zal u bekend zijn, maar het zou wat koud aan doen, wanneer ik al leen met die brief zou volstaan. Er is sprake van een afscheid van werk waarvan ik hield. Ik moet ook afscheid nemen van u allen. Gaar ne had ik deze zittingsperiode volgemaakt, doch het was moeilijk om andere huisvesting in Soest te ver krijgen. Daardoor ben ik genoopt vervroegd te ver trekken uit de raad.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 491