hef-
ble-
1S-
lede-
dcht
fenen
n of
e in
:t
Dlden-
f wij
neen-
ale-
or-
lom,
L.
den
at
be-
eer
ta-
:den
juist
i-
maar gezegd datje, wanneer je het bestaande appa
raat versterkt (daarvoor heeft de heer De Wilde ge
pleit en ik onderschrijf dat pleidooi), niet met subjec
tieve normen moet kunnen gaan werken, maar dat je
moet kunnen beschikken over objectieve en meetbare
normen die het mogelijk maken om een bedrijf even
tueel aan te pakken.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! De
heer De Wilde heeft zich afgevraagd of het college met
betrekking tot de toepassing van de Hinderwet niet
wat te lankmoedig is. Ik meen dat u, mevrouw de
voorzitter, vanavond nogal lankmoedig bent, want al
le woordvoerders hebben in feite een beetje buiten de
orde gesproken. Het college is dus blijkbaar erg lank
moedig. Ik vind het overigens wel prettig dat deze
zaak weer aan de orde is gekomen. Het voorstel heeft
echter betrekking op een heel andere zaak, nl. het
mengen van lakken in een heel ander perceel. Dat men
gen veroorzaakt geen stank, omdat het op kamertem
peratuur gebeurt.
De heer Oldenboom heeft de suggestie gedaan om het
verzoek dat ons thans heeft bereikt samen te voegen
met de nog lopende aanvraag om een hinderwetvergun
ning. De firma Lindner heeft op dit ogenblik een hin
derwetvergunning, maar door allerlei gewijzigde om
standigheden moest er een nieuwe hinderwetvergun
ning worden aangevraagd. Die aanvraag loopt al een
hele tijd,
In verband met de aanvraag om een nieuwe hinderwet
vergunning heeft er een goed gesprek plaats gevonden
met de mensen die veel last van het bedrijf Lindner
ondervinden. Tijdens dat gesprek waren ook verte
genwoordigers van de firma Lindner aanwezig. Zij
hebben bij hoog en bij laag beweerd dat er binnen
kort maatregelen zouden worden genomen. Blijkens
de notulen van de raadsvergadering van 18 november
1976 heb ik onder meer opgemerkt:
„De firma Lindner zal daarvoor elektrostatische fil
ters aanschaffen en dan zal de stank helemaal verdwe
nen zijn; althans, dat leert de ervaring die met dit soort
filters is opgedaan in Frankrijk."
De firma Lindner heeft niet gezegd dat die filters in
Frankrijk zijn gekocht, maar zij heeft gezegd dat zij
in Frankrijk worden gebruikt. Het gestelde heeft be
trekking op een heel andere afdeling, nl. de twist-off-
afdeling.
Vroeger produceerde de fabriek een bepaalde stank
en daartegen zijn maatregelen genomen. Er is een
nieuwe fabriek bijgekomen, nl. de twist-off-afdeling.
Die nieuwe afdeling veroorzaakt nu de stank.
De heer OLDENBOOM: Al sinds 1972.
Wethouder HOEKSTRA: Dat was de andere afde
ling.
De heer OLDENBOOM: Neen. In 1972 is de twist-
off-afdeling begonnen.
Wethouder HOEKSTRA: Dan weet u het beter dan
ik. Vooruit maar.
Mevrouw de voorzitter. In november 1976 heb ik ge
zegd dat de firma druk bezig was. Misschien zijn wij
een beetje lankmoedig, maar begin deze week zijn er
bij de firma Lindner aanbiedingen binnengekomen
van apparatuur voor de twist-off-afdeling die er op
afdoende wijze voor kan zorgen dat de stank ver
dwijnt. De directie van Lindner zal nu moeten kiezen
uit de aanbiedingen. Die keuze zal worden gedaan in
samenwerking met de inspectie voor de volksgezond
heid en milieuhygiëne. Deze inspectie komt op 28
maart a.s. het hele bedrijf bekijken. Er zit derhalve
thans een beetje schot in de zaak. Ik heb er ook een
aantal malen over opgebeld.
De heer Oldenboom heeft inmiddels twee voorstellen
gedaan. Hij heeft gezegd dat er nu eerst een keihard
plan moet komen. Daaraan zijn wij nu vrijwel toe,
want op 28 maart a.s. zal met de inspectie voor de
volksgezondheid en milieuhygiëne moeten worden be
keken welke methode de beste is. De vraag zal natuur
lijk zijn wat de levertijd is van de apparatuur die
wordt gekozen. Voorts heeft de heer Oldenboom ge
zegd, dat, zolang vorenbedoelde kwestie niet is opge
lost, het verzoek om ontheffing van het bepaalde in
artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet niet
moet worden ingewilligd. Hij meent derhalve dat dit
verzoek moet worden aangehouden tot het moment
waarop die andere zaak voor elkaar is.
De heer OLDENBOOM: Ik heb ook het element van
de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de di
rectie van Lindner ingebracht, Deze directie moet le
ren op de juiste wijze te communiceren met de om
geving. Er moet worden gepraat met de omwonenden
en de firma moet zich niet beperken tot het uitslui
tend de lucht insturen van gassen.
Wethouder HOEKSTRA: Er is een gesprek geweest
met de directie waaraan ook is deelgenomen door de
actiegroep. De directie heeft de actiegroep toen uit
genodigd om de fabriek te komen bekijken. Ik geloof
met dat de actiegroep van die uitnodiging gebruik
heeft gemaakt. Fleel vroeger hebben de leden van de
commissie openbare werken de fabriek eens bezocht.
De geluidsoverlast kan worden gemeten omdat wij
beschikken over goede apparatuur. In de krant heb
ik iets gelezen over een T.N.O.-rapport. Dat rapport
is niet in het bezit van de gemeente, want de fabriek
heeft zelf T.N.O. laten meten. Ook de bewoners zijn
niet op de hoogte van de inhoud van het T.N.O.-
rapport.
Zoals gezegd zijn er inmiddels aanbiedingen voor
nieuwe apparatuur binnen. De aanbiedingen worden
samen met de inspectie voor de volksgezondheid en
milieuhygiëne bekeken aan het einde van deze
maand. Ik heb er geen bezwaar tegen om het ver
zoek tot ontheffing aan te houden, maar in feite
hebben beide zaken niets met elkaar te maken.
De VOORZITTER: Planologisch gezien heb ik enige
moeite met aanhouding van het verzoek tot onthef
fing. Het perceel ligt in een stuk van ons industrie
terrein waarop normaal gesproken de Zoneverorde
ning Hinderwet helemaal niet van toepassing zou
moeten zijn; dat stuk zouden wij er eigenlijk gewoon
moeten uithalen. Wij mogen die Zoneverordening
echter niet meer wijzigen (goedkeuring zal niet meer
worden verkregen) en daardoor zitten wij met deze
zaak.
Ik kan best meevoelen met hetgeen de heer Olden
boom heeft gezegd over maatschappelijk en onmaat
schappelijk, maar ik heb planologisch gezien wat
moeite met de voorgestelde aanhouding, omdat het
een beetje vreemd is dat de Zoneverordening Hinder
wet op dat perceel van toepassing is, terwijl het per
ceel in een stuk van ons industrieterrein ligt.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! In
mijn voorstel heb ik ook uitdrukkelijk naar voren
gebracht dat er geen direct verband is. Er zijn echter
twee redenen om het verzoek tot ontheffing aan te
houden. In de eerste plaats onze ervaring met het be-
53