IJ egen jof- ët de n na- irden lat. iet je- maar iie hui- egt op i t. Te :rdwij- ng egen a een ïeb bij van ar was k meen 1 de si- Daarom heb ik er in de onderwijscommissie op aan gedrongen om meteen een procedure in werking te stellen voor de bouw van een nieuwe derde school in Overhees. In het voorstel hebben wij enkele onzekerheden on der ogen te zien. Een gegeven is, dat er met het nieuwe schooljaar meer lokalen nodig zijn dan het scholencomplex Overhees op het ogenblik kan bieden. Zelfs wanneer de gemeenschapsruimten tijdelijk voor het onderwijs kunnen worden gebruikt (daartegen zullen van de zijde van de leerkrachten zeker bezwa ren worden ingebracht) blijven er meer lokalen nodig. Met genoegen heb ik de wethouder van onderwijs ho ren verklaren dat ook het college aan de bouw van permanente lokalen de voorkeur geeft. Er blijven echter enkele onzekerheden, nl. allereerst de situatie van de Van der Huchtschool al dan niet naar Soest- Zuid. Die situatie is afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van leegstand in het schoolgebouw van de openbare school in Soest-Zuid. Daarbij is van be lang de vraag of de Insingerschool al dan niet in staat is leerlingen van het protestants-christelijk on derwijs op te vangen. Wanneer ik al die zaken op een rijtje zet, ontkom ik niet aan de noodzaak iets goed te keuren waartegen ik eigenlijk heel veel bezwaren heb. Ik kan in laatste instantie het zo weinig moge lijk noodlokalen neerzetten goedkeuren op voor waarde dat meteen een procedure in gang wordt ge zet voor de bouw van een nieuwe school. De plaats van de noodlokalen is ook nog een punt van overweging, want die lokalen zijn foeilelijk. Voor komen moet dan ook worden dat ze vlakbij een mooi en nieuw scholencomplex worden geplaatst. In het voorstel wordt echter de belofte gedaan dat de be trokken commissies nog zullen worden gehoord over de plaats van de noodlokalen. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me vrouw de voorzitter! Dezelfde moeilijkheden zijn in de afgelopen week in mijn fractie aan de orde geko men nadat wij ons reeds in de onderwijscommissie hebben uitgesproken tegen de plaatsing van noodlo kalen. Wij kunnen echter, wanneer wij alle aspecten in beschouwing nemen, niet aan de bouw van die noodlokalen ontkomen. Ook in de langere-termijn- planning schijnt de bouw van de noodlokalen nodig te zijn. Mevrouw Oranje heeft reeds een aantal onzekerhe den genoemd. Wat gebeurt er met de Van der Hucht school? De kranten staan er bol van. Deze kwestie is erg onduidelijk. Reeds in de onderwijscommissie heb ik opgemerkt niets te voelen voor het gebruik van gemeenschaps ruimten als leslokaal. Mijn fractie zou met een der gelijk gebruik niet kunnen instemmen. Wij zijn dan ook tegen de in de onderwijscommissie door me vrouw Korthuis gedane suggestie om twee noodloka len te plaatsen en twee gemeenschapsruimten te ge bruiken voor het onderwijs. Wij stemmen dan ook in met de bouw van vier noodlokalen, zij het op voor waarde, dat meteen de procedure voor de bouw van een permanente school in werking wordt gesteld. Aan het bouwen van een derde permanente school zullen wij toch niet kunnen ontkomen. Volgend jaar begint misschien Overhees 2 vol te lopen en dan zul len wij, wanneer er geen nieuwe permanente school is, weer achterlopen bij de woningbouw. Dat zou een onverteerbare zaak zijn. Reeds in een veel eerder sta dium is ons beloofd dat de scholenbouw niet meer zou achterlopen bij de woningbouw. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik ben een beetje verbaasd. Over de onderhavige kwestie is uitgebreid gepraat in de onderwijscommissie. De commissie kwam tot de conclusie, dat er een ander voorstel op tafel diende te komen. Ik meende dat de wethouder positief tegenover die gedachte stond. Dat andere voorstel heb ik niet gevonden. Gelet op de verwachting die in de onderwijscommissie is gewekt, had ik verwacht, dat de wethouder van onderwijs thans eerst had toegelicht waarom er geen nieuw voorstel is gekomen. Daarvoor bestaan kennelijk nieuwe feiten en afwegingen die wij echter niet ken nen. Ik vind dat wij die feiten en afwegingen behoren te kennen. Ik wil, alvorens ik nader inga op het voor stel, het antwoord van het college op deze opmerking afwachten. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Eén van de eerste zaken die ik in de onderwijscommissie aan de orde heb gesteld is de positie van de Van der Hucht school. Ik weet dat de Van der Huchtschool vorig jaar best bereid was om naar Soest-Zuid te verhuizen. Ik ben tijdens de commissievergadering niet verder op de zaak ingegaan nadat de wethouder had gezegd, dat er helemaal geen officieel verzoek van het be stuur van de Van der Huchtschool bestond. In ieder geval geen brief. In de Soester Courant heb ik inmid dels gelezen, dat er wel degelijk een briefwisseling is geweest. Wie heeft er nu gelijk? Kunnen wij, wanneer er een briefwisseling is geweest, de brieven zien? Wat is het antwoord van de gemeente geweest Waarom moet deze zaak zo tegenstrijdig op ons afkomen? Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Voorlopig geen beleidsuitspraak, maar ik wil op heldering over een onduidelijkheid. Wij hebben inder tijd de Van der Huchtschool een soort oprichtingsbe- wijs gegeven voor Overhees. Nu is onlangs namens het college gezegd dat de Van der Huchtschool handte keningen moest verzamelen. Kan de Van der Hucht school, die een oprichtingsbewijs heeft, zonder meer in de Margrietschool of moeten daarvoor handteke ningen worden verzameld? Ik ben er steeds van uit gegaan dat de Van der Huchtschool geen drie scholen wil, maar twee scholen. Ik meen dat voor inruil geen handtekeningen nodig zijn. Hoe zit dat nu precies? Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik wil beginnen met het nogmaals (voor de zoveelste keer) uiteenzetten van mijn standpunt. Daarbij zal ik pro beren om nog eens alle feiten op een rijtje te zetten, waardoor duidelijk wordt hoe de situatie is en voor mij ook steeds is geweest. In de laatste vergadering van de onderwijscommissie is voorgesteld om het aantal noodlokalen te reduce ren. Daarbij zijn door mij volstrekt geen verwachtin gen gewekt (zoals wordt gezegd), want ik heb al leen - zoals het behoort - gezegd, dat ik het voorstel tot reducering van het aantal noodlokalen in over weging wilde nemen en dat ik het wel sympathiek vond. Ik heb echter duidelijk een slag om de arm ge houden en ik heb volstrekt geen verwachtingen ge wekt. Het voorstel was ook niet door mij gedaan. Ik heb voortdurend getracht te verdedigen, dat er vier noodlokalen moeten zijn en dat standpunt zal ik ook nu verdedigen. Ik ga uit van een aantal uitgangspunten. In de eerste plaats meen ik dat definitieve bouw te prefereren valt 57

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 58