van tevoren moeten mededelen waarom de toezegging niet wordt gehonoreerd Wethouder PLOMP: Ik blijf bij mijn mening dat het betreurenswaardig is wanneer een raadslid (al dan niet vooraf aangekondigd) niet aanwezig is op het mo ment dat de besluitvormingsvoorbereiding plaats vindt. Dat is zeker het geval wanneer dat raadslid la ter zegt niet voldoende te zijn geïnformeerd. De heer GOOTE: Die informatie heb ik nu nog niet gezien. Met het oog op het onderwijs wil ik echter ak koord gaan met dit voorstel Ik wil de discussie nu niet langer rekken, maar ik blijf bij de conclusie die ik in een vorige termijn heb uitgesproken. De VOORZITTER: Het college stelt de raad voor om akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van het gevraagde krediet. Doot de raad is als belangrijkste voorwaarde gesteld, dat er zeer snel wordt gestart met de procedure voor een derde definitieve school. Aan die voorwaarde zal het college voldoen. De heer DE WILDE: Ik ben voor dit voorstel, maar toch wil ik mijn stem nog even motiveren. Ik betreur het dat er geen exploitatiegegevens op tafel liggen, Er wordt uitgegaan van vier noodlokalen voor een perio de van tien jaar. Ik heb er al voor gepleit om deze lo kalen te zetten op een plaats waar ze over tien jaar moeten verdwijnen Sommigen menen terecht dat dat een dure affaire zal zijn. Daarover hadden wij gege vens moeten hebben, want nu is door het college met het grootste gemak gesproken over een investering van een half miljoen gulden voor tien jaar. Wij hadden ook inzicht moeten hebben in de cijfers van een per manente investering Dat zijn geen détailgegevens, maar gegevens die een raad nodig heeft om een be slissing te nemen. Ondanks het vorengestelde zal ik voor het voorstel stemmen, omdat ik het onderwijs niet de dupe wens te laten worden van het niet aanwezig zijn van voren bedoelde cijfers Ik vind echter wel dat de raad beter tot een besluit had kunnen komen, wanneer die gege vens er zouden zijn geweest. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik meen dat die gegevens er in globale lijnen zijn en dat ze in ieder geval door mij in globale lijnen zijn aangegeven, De kosten van de vier noodlokalen staan in dit voor stel vermeld en ik heb ook gezegd wat de kosten van nieuwbouw zijn Die gegevens zijn ook in globale zin in de onderwijscommissie aan de orde geweest. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen Voorstel tot het vaststellen van het onteigeningsplan „Soestdijk" De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Wij hebben zojuist het voorstel met betrekking tot het aangaan van een grondruihng met de heer A P, Tolboom aangenomen Is het nu nog nodig de ont eigeningsprocedure tegen de heer Tolboom door te zetten? Kan die procedure niet vervallen? De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het twee de perceel in dit onteigeningsplan heeft betrekking op een perceel grond, gelegen op de hoek Stadhou derslaan Korte Brinkweg Als motief wordt door het college aangevoerd: „Het tweede perceel is nodig voor de verbetering van de toestand op het gevaarlijke kruispunt Stadhouders laan/Korte Brinkweg Ik wil weten wat de ambtelijke verkeerscommissie van de situatie ter plaatse vindt. Zijn er nog alternatieven om de situatie ter plaatse te verbeteren? Moet de ver betering van het kruispunt per se ten koste gaan van dat huis? Ik betwijfel dat. Ik kan niet akkoord gaan met dat tweede punt. De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! In tegenstelling tot de heer Visser ben ik het er zeer mee eens, dat er op korte termijn afdoende maatre gelen worden getroffen op de hoek Stadhouderslaan- Korte Brinkweg, Ik heb de indruk dat afdoende maat regelen uitsluitend mogelijk zijn wanneer er wordt ge- amoveerd. De situatie ter plaatse is op het ogenblik levensgevaarlijk. Steeds meer kinderen fietsen over dit kruispunt, onder andere als gevolg van de groei van het Griftland College, terwijl ook de fietsers rich ting Baarn dit kruispunt moeten passeren. De situatie ter plaatse is verschrikkelijk moeilijk. De heer VISSER: Ik ontken niet, dat er ter plaatse kan worden gesproken van een gevaarlijke toestand en ook ik meen dat er een oplossing moet worden gevonden, maar ik zou wel graag het advies van de ambtelijke verkeerscommissie willen zien. De VOORZITTER: Ik meen dat wij over punt 2 niet behoeven te discussiëren, want het is conform het bestemmingsplan Soestdijk. Op dat pejxeel is een wegbestemming gelegd. De ambtelijke verkeers commissie is bij de totstandkoming van het bestem mingsplan gehoord. Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! De onteigeningsprocedure-Tolboom moet er nog niet worden uitgehaald; dat kan pas gebeuren wanneer de grondoverdracht heeft plaats gevonden. Pas daar na kan het onteigemngsbesluit worden gewijzigd. De VOORZITTER: Dat doen wij altijd zo. De heer VAN POPPELEN: De heer Tolboom heeft zich bereid verklaard medewerking te verlenen. Er is sprake van een voorlopig koopcontract en dan kan de heer Tolboom toch niet meer terug? De VOORZITTER: Wij willen de procedure volgen die wij altijd volgen, want wij zouden voorbeelden kunnen noemen waaruit blijkt, dat het leven wel eens wat moeilijker is. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 49 Voorstel tot het vaststellen van het onteigeningsplan „Overhees". Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof delijke stemming aangenomen, 50 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van het aanbrengen van een sportvloer in de sporthal Beukendal. De heer STAM: Mevrouw de voorzitter! Tijdens de behandeling van dit voorstel in de commissie open bare werken heb ik gevraagd om offertes van twee firma's die in staat zijn het gehele werk uit te voeren. Daarom heb ik in de eerste plaats uit zakelijke over wegingen gevraagd en in de tweede plaats, omdat er een onduidelijkheid zit in de gehanteerde prijzen per vierkante meter. Ik meen dat het noodzakelijk is om alsnog twee offertes te vragen, want daarmede kan worden voorkomen, dat wij later met teleurstellingen worden geconfronteerd Gelet op het vorenstaande stel ik voor om het ge vraagde krediet wel te verlenen en om alsnog offertes

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 63