De heer VISSER: U heeft zelf geschetst, dat wij die bevoegdheden wel terdege hebben. Maar op de een of andere manier is er formeel juridisch een foutje in de statuten geslopen. De gemeenteraad is het hoofd van de gemeente. Ik vind dan ook dat wij het even moe ten rechttrekken. Net als toen met die hooiberg. De heer DE WILDE: Wat is dit toch voor klinkklare onzin? Voorgangers van ons hebben hier statuten vastgesteld. Daar is het beroepsrecht niet in opgeno men. Het eerste dat wij nu moeten doen is bekijken of de statuten eventueel moeten worden veranderd. Zolang er geen beroepsrecht is en wij niet bevoegd zijn moeten wij geen oordeel vellen. En als u zonder meer zegt dat wij maar even moeten rechttrekken, dan moet dat steunen op een bevoegdheid die u als raadslid heeft. Anders is het klinkklare demagogie en niets anders. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! De heer Plomp heeft gezegd dat hij geen ant woord heeft gekregen van de deelnemers en hij neemt op grond daarvan aan, dat zij niet willen. Dat vind ik een beetje onbevredigend. Ik zou toch graag een dui delijke uitspraak willen en wil dus graag dat de wet houder vraagt dat de deelnemers zich erover uitspre ken. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik ben het met de heer De Wilde eens. Het behoort op dit moment niet tot onze competentie om te zeg gen of er al dan niet moet worden gerestitueerd. Ik geloof dat het duidelijk is dat eerst de hele zaak maar eens opnieuw moet worden bekeken in de sportstich ting ook aan de hand van de statuten. Als dat ertoe leidt, dat er beroep op de raad mogelijk is, dan kan de Sportorganisatie Soest alsnog een beroep op de raad doen. De heer Visser is nu een beetje demagogie aan het spelen. Hij stelt de hele zaak een beetje in een verkeerd daglicht. Wij moeten hier besturen conform de statutaire voorschriften. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Ik ben het eens met hetgeen door de heren De Wilde en Van Poppelen is gezegd. Ik meen dat het niet zakelijk is om in te gaan op het geen de heer Visser heeft gezegd. Wij hebben indertijd aan de sportverenigingen ge vraagd om een antwoord te geven. Wij kunnen nadat wij deze zaak in de stichting hebben besproken bekij ken of het zaak is om de sportverenigingen nogmaals te vragen hoe zij een en ander willen zien. Dan komt dat vanzelf boven water. Hierna wordt besloten tot schrapping van de laatste zin van de concept-brief. Vervolgens wordt met betrekking tot het stuk beslo ten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burge meester en wethouders is voorgesteld. Daarop wordt besloten dat er overeenkomstig het door het college overgenomen voorstel van de heer De Wilde een brief van de gemeenteraad aan de sport stichting wordt geschreven. i. Voorstel tot aanbieding van de gemeenterekening 1974 met voorstel deze in behandeling te nemen en in een volgende vergadering - nadat de rapporten van het Verificatiebureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zijn ontvangen - voorlopig vast te stellen. Met betrekking tot dit stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. j.Brief d.d. 21 maart 1977 van de werkgroep afbouw- woningen Soest, waarin wordt verzocht bouwgrond voor realisatie van afbouwwoningen beschikbaar te stellen in Overhees, fase 2, met voorstel deze brief voor advies in handen te stellen van burgemeester en wethouders. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat de heren Goote, Visser en Van Poppelen en me vrouw Korthuis het woord vragen. Ik kan mij niet voorstellen dat zij allen ons een heel klein adviesje voor de inhoud van ons advies aan de hand willen doen. Dan zou ik eerst aan de orde willen stellen of u deze brief wel om advies in onze handen wilt stellen dan wel iets anders wilt. Want anders komen wij er nooit uit. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik zou de brief niet willen behandelen, ik ben voor handhaving van uw voorstel, maar ik zou daarbij een procedure willen volgen die in deze raad niet ongebruikelijk is. Ik zou nl. aan burgemeester en wethouders een paar opmerkingen willen meegeven die hun van dienst kunnen zijn bij het opstellen van het concept-ant woord. De VOORZITTER: Als de raad zich daarmede kan verenigen Ik constateer dat de heer Van Poppelen een voorstel van orde wil doen. De heer VAN POPPELEN: Ik wil een vraag stellen, mevrouw de voorzitter. Het C.D.A. heeft in het ka der van het vragenhalfuurtje vragen gesteld over af bouwwoningen. Het lijkt mij niet juist als men nu gaat discussiëren vooruitlopende op de behandeling van deze vragen. Moet dan niet eerst de brief met de vragen van het C.D.A., die het eerste binnen was, aan de orde worden gesteld? De VOORZITTER: Daar zit natuurlijk ook heel wat in, dames en heren. Het voorstel van de heer Van Poppelen volgende, stel ik u voor, dat straks eerst de vragen van de C.D.A.-fractie aan de orde komen en dat de afdoening van de onderhavige brief nu wordt aangehouden tot na de beantwoording van die vra gen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van de voorzitter besloten, k. Brief d.d. 14 maart 1977 namens de bewoners van de complexen Weegbreestraat, Varenstraat en Smits- weg, waarbij een afschrift wordt gezonden van een brief aan de Stichting Samenwerking Woningbouwcor poraties over de kosten van centrale verwarming, waarbij gevoegd een brief van de S.S.W. inzake deze materie, met voorstel de stukken in handen van bur gemeester en wethouders te stellen voor het uitbren gen van advies. Met betrekking tot deze stukken wordt besloten over eenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. 1. Brief d.d. 29 maart 1977 van de Regionale Commis sie Utrecht over het deelplan 1980-1982 met de me dedeling van burgemeester en wethouders dat deze brief in de raadsvergadering van mei aan de orde zal worden gesteld i.c. voorgesteld zal worden, deze voor kennisgeving aan te nemen en m. Brief d.d. 31 maart 1977 van de Nederlandse Ver eniging Bescherming Voetgangers over de realisering

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 78